mi'
; ¡ B ¡
SSö. N' A B E R I c H T.
O p pag. 351. aati 't einde van 9. ftaat, dat de Heer RSfel o-eleecnheii
hoopt e vinden, om de Uwngcmdds oo^en aan een /f^oS^l w!
Ä = f
• oogen behalve de twee grooten, die bykans midden n het bo ilftuk iha„
en behalve de zes kleinen, die vooraan ter wederiyde van ' zehfLvon*:
worden ontdek heeft, met den Heer Sv^ammerLnZor ^ ^ ¡ Z u u
oogen kan houden om dat hun de zvvane ftar (^Humcr ar%Zu„l 'Ttl
e erkennen dac de 6 kle.ne knop es, waarvan 'er, voor aan ieder zvde m
t borftlluk, 3 ge..en worden, iihoon de Heer idßi die ni t hebte kon„
on dekken, zo wel eene zwano ftar hebben, als de beide groote oogen
Op het zeggeii van den Heer RöfeL paß. in s i? Jat a
Ln i n '^r"' h« volgende. De H?er >
R e L n di; h ? f i n Sehotland, verhaak in zjC
Reizen die hy, van 1718 tot 1730. onder ñter den I. Keizer van Rusia, d
door Chi„a gedaan heeft, en die in 't jaar .766 by X t
t t i w ' ® ' f^"' Scorpioenen te Cafan, door humíeo
fteek, eene Wonde veroorzaaken, die niet olie, waarin zy iergraifd worSr
K geneezen is. IVfear dewyl, volgens het ösile'stuk der íBorntcf irStnS
i o n ©díDctcn ^acíjm/ va„ den .6 Mai 1766, dit oíge ilrte S t o e
brengc, tot de geneeskraeht der Oiie, zo moetén de Seorptoen " t e cV.«
Z r Z f T n t f S« - - doodíykeSS
d o e n , dat de Ol.e alleen dezeken niet zou können geneezen. De Hea
n l t n Stuk, 5de H¿ofdflnk! voTgens d
» ¿ n Azí?, inzoñderh^eid van
l 1 : !' in Cani-, mccr dan eenige andere oort
m deze Landl reek, van de Seorpiocnen peplaagd wordt, en ¿ t er alie Zomers
verfeheidcn menfehcn, door de ñeeken dezer Dieren ilervon Evefi
zo w,l men, dafer op 't Eiland Ja.a, onder veele andere gevaar^k;' ta
pende D.eren, .nzonderheid Seorpioenen zyn, waarvan zommigen do lenSe
hebben van een Vierde van eene El; en dat die van de klein? fooTt 'er o
™n,gvn,ld,g zyn, dat men gcen Kill, Spiegel of Schildery van de pTats t
necnien, zonder dezelven te ontdekken, en gevaar te loopen van 'er door
ge-
N A B E R I C H T. 3^7.
(leftooken te worden. Ock hier zou de Olie, waarin het Dior vcrdronken is,
Völlens de eens aangenomen nieening, het belle middel ter geneezinge van de
ontvan'i-en wonden zyn. Daar benevens fchynt de Landllreek van /CaaJ/ de
toede "lloop, by haare vriichtbaarheid, ryklyk van deze Infeften voorzicn te.
weezen. Zie de Nederduitfehe overzetting der Reize rondsora de Wacreld van
Jen WeQt Bp-on, Opperbevelhebber van een Engelfch Sraaldeel Schepen, in
de jaaren ijCn en 1765, gedrukt te Haarlem 1767. in S>. päg. 174. [Men
voege hierby nog het berigt van den Heer Thomas Shaw, nopons de Scortiioenen,
in zyne Reizen door ßarbaryen en het Oofte I. Deel bladz. £>82;
'te meer daar het teffens dient, ter beveliiginge van' het denkbeeld van den
Heer R'öfel, pag., 323 en 324; dat de Scorpioenen, natumiyk, niet meer
mg minder dan zes knoopen aan den Staari hebben. „ Somraige foorten van
„Scorpioenen, (zegt die oplettende Reiziger,} zyn lang en fnial; anderen
„zyn ronder en breeder van gedaante, met ileerten van zes ledcn. Ik heb 'er
„nooit gezien, met zeven ledcn, fchoon 'er de oude Schryvers van melden*.
„Die ten noorde van den berg Atlas gevonden'worden, zyn niet zeer gevaar-
„ l y k , wyl hunne Heek llegts gevolgd wordt van eene geringe koorts, en een
„weinig Veiietiaans Theriaak verzagt ten eerllen de pyn. Maar de Scorpi-
„oenen van Getulien, en de mceile andere gedeelten van de Sahara, zyn
„niet alleen gi-ooter en zwsrter, niaar ook is htm vergif naar evenredigheid
„kwaadaartiger, en wordt dikwyls van den dood gevolgd, Ik heb eens een
„wyfjes Scorpioen gehad, dewelke, als zynde een levend-barend dier,-jiiiil:
„ haare jongen voortgebragt had, omtrent twintig in getal, ieder kwalyk zo
„gtoot als een gerftekoorn. „ ]
Op pag. 323. wordt gezegd, dat de Heer Maupsrtuls verfcheiden proeven
met de Scorpioenen genomen hseft; en de Heer Kleemann meldt ons nog;
hoe hy zulks gedaan hebbe aan Honden, Hoenderen en Muizen; en dat het
aan de meeften dezer Dieren van geene kwaade gevolgen geweell was; nitgenomen
aan één enkelen Hond, die opzwol, dikwyls braakte, en eindelyk,
omtrent 5 nuren na 4 buikfteeken ontvangen te hebben, aan ñiiiptrekkingen
llierf.
Ter gelegenheid van het gezcgde, op dezelfde Bladzyde wat laager,
Leeu-
«Plinim ztgt Lib. XI. Cap. 25, dat let befand is, dal de Scorpioenen, die Zeven leden, of
„knoopen, in hun fteert hebben, vergiftiger zyn dan de andere. Strabo meldt ons Lib. XIII.
„dat 'er een menigte Scorpioenen zyn, zo gevleugelde als ongevleugelde, die Zeven leedjes
„in liunnen ieerl liebben. En JEliamn zegt Hifl. Amm. Lib. VI. Cap. 20. dat men 'er
„ook gezien heeft, die Zeven wervclbeendereo hadden.,.