Z O E T -WAT ER- POLYP EN. 549
waarby nog gevoegd kan worden, dac dit lyf op geen zo langen llecl fl:aac;TAB.
dewyl nu een Zwerm van deze iaatfte foort zieh ter dezer oorzaake zo vcrre''CVli.
niec kan iiitbreiden, als die van de eerfte, zo zal een kenner deze loorcen,
zelfs met het bioote oog, können ondericbciden.
S- 3-
!n de ite Fig. van de XCVIIle Tab. zien wy twee Zwerraen van onzen«i- >.
Bekervorraigen Polyp in hiinne natuurlyke groo:te; zittendc aan den worteP- 3«
eener Waterlinze; docli in de säe en Fig. zyn ze by vergrooting afgebeeld.
De wonel der Waterlinze wordc vercoond door do Leiters a b c.-'-'"-
D e Letters b c. vertoonen het groene koifje van dezcn worcel; en daaraan"-
zit de eerfte Zwerin in de ade Fig.-, maar de andere in Fig. 3. is bcter te
zien. Deze beide Zwermen hebbe ik, oni ze duidelykcr onder 't oog te
brengen, niet to digt en ineengedrongen afgebeeld, als ze zichi anders, wegens
de menigvuidige te zameniiangende Diertjes, vertoonen; verniits liet
nagenoeg niet niogeiyk zy, 'er dooriieen te zien. Niet zelden zitten diergelyke
Zwerraen aileen aan de binnen vlakte van de Glazcn; waarin een met
Waterlinzen bedekt water lang geftaan heeft, en Hinkend geworden is. In de
4dl! Fig. zien wy een anderen Zwerm van gelyke foort in zync natuurlyke 4-
grootte. Ik vond dcnzelven aan een verltorven Orange geelen Armpolyp,
die zyne geftaite nog niet verlooren had; welke echter meer en meer verdween,
naar maate dat de Basterdpolypen aan hem toenamen. In de 5^6 5-
Fi", hebbe ik dezen met Basterdpolypen bezctten Arnipolyp by ddd. in vergrooting
afgebeeld. Voorts is 'c 'er echter zo mede gelegen, dat ze zieh
flict alleen aan doode, maar ook aan leevende Schepzelen aanzetten; dan dit
gefchiedt gemeenlyk aan zodanigen, die hun, uit hoofde hnnner zwakheid,
niet veel wederftands können bieden. Zulks hebbe ik mecr dan eens aan de
Vedcrbospolypen ontdekt, als by derzeli-er befchryving, pag. 395. 5. gezegd
is, met melding, dat zy dezelven vermeeilerden, fchoon zy met htm
onder eene Clafle fcheenen te behooren. Deze Basterdpolypen hebben bygevolg
de eigenfchap der Vleefch-vliegen of zogenaamde bro'nraers; weliien ,
door haaren byzonder (lerken renk, niet alleen de doode en Hinkende Aazen
weeten te ontdekken, maar zieh ook wel by zieke en zwakke Dieren onthouden;
liet welk den Paarden-Doftoren, by ons in Dintichland, ook niet
onbekend is; van waar ze, by een ziek Paard gehaald wordende, terilond
vraagen, of 'er nog geen Bronimers op gezeten hebben? want dezen zoeken
zodanige Dieren rtiet alleen om 'er haar voedzel uit te trekken; maar zy
zetten ook haare Eieren aan dezelven vaft; op dat de daar uit voortliomende
Jongen, zo dra ze geboren zyn, een genoegzaamen voorraad van voedzcl
mögen vinden.
A a a a 3 4. Be-
I
•iM
V'i
• ilil
• 1
- -;
hii.
ii< .11