t'
t •
j
• ' 't'i
raf"
Z O E T - V/ T E a - P o L Y P E N. 4 S 5
i ''-i
IHiii
« n de andere Polypen af ce zoiidcrcn , cii in ccn gbasje op zichzclvcn teTA».
bewaarcn : dan dcwyl hier toe ccnc zckere handgrccp ot oraziclitiglieid vereisciit •
wordt, welke waarfcliynlyk niec aan elk bekend is, zo zal ik dezelve liicr korc-LXXxix.
lyk befcliryren. Ik zocke by ccn Glasvcrkooper vcrfchciden Glazen pypjes
u i t , die de dikte van eenc ganzen - f c h a c h t , cn omcrent de Icngce van een
voec hebben welken ik dan aan beide de zyden zo glad laate affnyden of
breeken, dat ze ganscli gelyk cn cflen zyn. Wanneer ik van zodanig cen
P y p i e , tot dit oogmerk, gcbruik wil raaaken , nceme ik bet zelve derwyze in
de Vingers, dat ik bet met den voorllcn Vinger van bovcn fluite , tcrwyl ik
liet onderfte en open cinde in 't water Heeke. Als ik 'er dan dezen of gencn
Polyp alleen , uit de overigen, uit wil bcbben , fehuive ik de daar omtrent
zynde Waterlinzcn , met myn Pypje ter zyde, cn hotide de onderfte openiiig
recht boven den Polyp , dien ik uitgelioozen hebbe ; ilraks daar op ligcc ii;
den voorllen Vinger op , waardoor de begeerde Polyp , gemeenlyk met een
deel waters, in 't Pypje opgezoogen , en, door het toefluiten van de bovenfte
opening met den Vinger, nit bet water opgchaald wordt; wanneer ik hem dus
voorts kan brengen waar ik hem hebben wil. Alleeniyk itaat hier by op te
merken , dat men den Polyp , wanneer hy aan de zyde of op den bodem van
't glas vall: z i t , eerll zagtkens met het Pypje nioct los raaaken. Op deeze wyze
haale ik ook andere kleine Infeften uit het water doch hoe ze kleiner zyn,
hoe naauwer Pypje ik 'er toe gebruike.
hzd , cn waarin binnen 10 wecken flechts tweemaal cen wcinig Regen gefallen was, oniicr.
aodit. Toen hy eenigcn dier Linien op eenc Glas-fcliyf had laaten afdrappcn, was de Polyp,
cven als cen ftukjc van ecne grocnc Waterlinac , in den druppcl gelegen. Dcrhal/e oordeclc
hy met recht, dat het, gelyk zommige Natiiurkundigen voorgeevcn , geen doorgaandc gegrondc
regel is, dat de Polypen alleen in Vlicteadc Wateten te vindcn zyn : des dezc Ondecvinding
cene uitzondering lydc.
K L £ E W A N N.-
* Eenc diergciykc doch bckwaamcr manier , om de Polypen onbezecrd uit het watcr te iiaalen,
fchynt my die van den bovengcmeldcn Palror Goeze tc zyn. Hy zegt in xync op pag. 32a
cn 323- llaande Aaninerking, in de Hoogduitfche Ovcrzctting van de Trembleyfche Hiftoric
der Polypen ; „ Om de Polypen onbezeerd uit het water te haalen, hebbe ik geene gclukki-
„ gcr manier, dan deze, gcronden. Ik neeme de Pyp van een Barometer omtrent ce^-vierde^
ji van ecne Elle lang; dcze laate ik van vooren zcer dun toefmelten, derwyze , dat 'er flechts
„ een kogcltje, ter grootte van ccn Speideknop, op blyve; het welk ligtlyk door 't inbjaa-
V zctl wep-gcdrccvcn wordt. Alsdan hceft dit Pypje, van oiidcren , aan het toegeiiooltcn einde
,, ccn klein gaatje. Ditdrukke ik met den Vinger toe, cn Brenge het andere gehecl open cinde
„ van 't Pypje zagtjcs in T glas , ter plaatze daar de Polyp, ziti ik houde die opening digt
3, bovcn hem , en laat dan den Vinger ccnsklaps los. In liilk een geva! inocit hy al zcer
3, vatl zitten, indien hy niet, op het oogenblik , inet het water te gelyk in 't Pypje zcju drin-
>, gen. Hicrop fluite ik het kleine gaatje weder tnet den Vingcr toc, en haale de Pyp uit het
„ watcr. Voorts kecre ik dezelve om. met het kleine gaatje naar bcncdcn. Het voordcel hier
„ van is , dat 'er altoos maar cen äruppel uitlekt. Vermits Ira de Polyp, uit hoofde zyner
„ zwaarte, tot digt aan die opening nederzinkt, zo komt hy 'er ook terilond met den eerlScn
„ druppcl uit, cn valt zagt op het papier, zonder bcichadigd te worden; waar na ik hem ligt-
» lyk kejven of fcyden kan."
QJIQ 3 KLEEMANM.
1
i'Mi^i: ii' Ji
•l'ä f^illlh mi III Vil;''
i E Iii