1 V
••iti
nl IJ'I S i !
l ' i !
iiili '1 '
Ii
:
I i !
¡•:[fi;': h
i Inliii
. ' 1 t ! I
J ' 1 i | 1 i! •
TAB
LXU.
f ' S . 7-
Leu, i.
TJD.
i X l l l .
3 1 0 V E R V O L G VAN DE B E S CHRY V ING
Om de gcfieltenis dezer declen des te diiidclvl'cr iian te toonen, hebbc ik
hec katfte lid, waaraan de llaarcfpitzcn haare iiileding liebben, in de 7J-:
atgezonderd, op die zelfde vergrootiiig, onder 't 00g gebragt. Door uff.
worden de vier ter zyden Ihandc Tpiueii aangeweczen; waarui't mcn zict dat
de beweegelylve Ipits buiten ai' zyne inleding lieeft. Letter k. vertoont de beide
gafTcilpiizen, die aaii 't uiterfte einde van den flaart, tuirdien de voorigen,
Hevens clkandcr zitten; en by dezen hebben de beweegelyke fpitzen iiaare
inleding aan de binnen-zyde; 7.0 dat ze beiden juift nevens elkander Haan.
Verniits nn dit ln((:a, belialve de twce kleine vreetklaauwen onder den Kop,
en de drie paar iiaartl'pitzen, nog 7 paar, cf 14 pooten, en bygevolg twce
paar pooten meer dan de Kreeft lieeft, zo zoii ik hetzelve w>.l onder de
veelvoeten können plaatzen, waaronder de PilFebedden en zogenaarade Duizcndbeenen
gerekend worden, van welken ik drieerleie foorten kenne. M.iar
dcH-yl ze met de Garnaalen, inzonderheid ten aanzien der vangpnoien, zo
veei ovi-rcenkoiiift hebben, en ook de Heer KLEINIUS, in zyn l'rdudk it
Ciußaiis, (zie deszelfs Summ am iluhkrum circa clafes Quadrupcdum &c.
pag. 36.) onze Rivier-Garnaal by de Garnaal vergelykt,'welke hy SquiUam
üiätairicem^ of Zandfpringer noenit; zo zullen wy mede dit Infeft zo lang
onder de Garnaalen erne plaats geeven, tot dat we bondiger reden vindcii,
om het onder eene amiere Clalle te brengen.
Gemerkt ik nu, meer dan eens, gewag gemaakc hebbe van de Zee- Gartiaal,
zo zal het, hoope ik,, den Liefhebberen niyner Namurlyke Hiflorit
4er InjeSen niet onaangenaam zyn, dat ik hierop nog eene
Befibryving van de Z e e - G a r n a a l » / K r a b b e * ,
laate volgen, en teffens derzelver afbeelding onder 't 00g brenge, zo als ik
deze Garnaalen, van een Vriend uit Bremen^ op myn verZoek., tot tweemsd
t o e , ontvangcn hebbe. Telkens zond my die Heer zo wel de Mannetjes als de
W y f j e s ; uic welken de iaatilen, wegcns de groote menigte liieren, welken
z y onder den ftaart draagen, ligdyk te kennen waren. De eerfte party derzd-•
ven verkreeg ik in de maand ^uly^ en de andere in Au^ußus-^ echter waren
de Wyfjes, op beide die tyden, ielkens zwaar met Eieren bezet^ 't welk
niy,
• De naam van Kralhe 2,OTI eigenlyk nict t-ot de Zee-tjarnaalen bchcoren, radtmaal 'er hier
tc Lande een grooi ondpricheid is tuiTchen de Garnaaleu en de Krabben, lA-elkcn meer
naar 7-ce - Spinnen gelykcn; dcordien ze gcnoegzaam lond van gcdaari:e iyn. Maar 't is tf
dtnktn, dat onze Schryver dir yoor een byvocglvk naainwooid gcbruikt hebbc> of
4ez.e benoeming in 't Hoogduitfcii eenerlei zy.
DE VERTIALÜR.
ASTACVS TLUVIATILJS,