554 H I S T O R I E DER
Befehryviüg van vier andere BASTERDroLYPBN.
I .
Tai. .A120 my, by de onderzoeking der Annpolypen, in de \rateren, daar
XCVIII. 2e zieh gewoonlyk onthouden, 00k verfcheiden andere Infefien, inzonderheid
de kleinrte Ibon ran Watervloon, dikwyls onder 't 00g kwamen, en ik dus
omdekte, dat 'er verfcheiden foorcen van zyn; zo hebbe ik my 00k dikwyls
met derzelver opzoeking bezi!^ gehouden. Onder dezen nu is 'er ¿¿ne iers
groocer foon, welke haare Eieren, als twee Druivettoflen, aan beide de zyden
•van 't lyf draagt; en die ik op zekeren tyd eens gamfch anders van gedaante
vond, dan ik ze ooit te vooren gezien had. Zulks bewoog niy, om haar
door een Vergrootglas wat nader te befchouwen; doch toen zag ik, dat ze
älleenlyk van eene buitengewoone gelblte en met byzondere leden voorzien
fcheen' te zyn, ter oorzaake dat ze met verfcheiden foorten van Basterdpolypen
bezet was. Ik vond 'er niet alleen den reets befchreeven bekervormigen Basterdpolyp
aan, maar 00k, onder anderen, drieerleie foorten, welken ik thans
befchryven zal; zonder my met de Watervloo zelve , en met de overige
foorten dtrer Schepzelen, op te houden; aangezien ik 'er by eene andere
gelegenheid uitvoerig over meene te handelen*.
§•
Ps. I. De lüe /ig. dezer Tah. vertoont zodanig eene met Basterdpolypen bezette
Fig. 2. Watervloo, in haare natuurlyke grootte, welke in de atis Fig. ftcrk vergTOOt
• * Ä - .1 1 .. . . amI f k K o 1 ttt^oM xr-^r»
Casp. Bauh.) en de andere by eene foori van
De eerfte, naamlyk
Pe:i eren vergeleeken kan worden.
De Sorbenhezievermige BasterJpolyp, met mee WipperfpiPzen,
Lcf <»/! is in onze sdi: Fig. waaraan twee bosjes van dezelven zitten, by aa. te zien.
" Schoon nu de Schepzeltjes, waaruit dezelven beitaan, een aan 't eene eindc
in-
• Vcrmits ae DooJ d « Heer mfel tcrvolgcas in de uitvooring daar van vcrUnderd kecft,
" hooK ik. 20 "t Gods bchaag!, eene befciirjiviDg daar «n mcdc tc dcden.
- KLEESI.INM. ,
i l i s rOK LÄR Foi .rpoi i uai^
Tab.ATTTll
i vi
( ,
.5 I