''if
•• • iS^ii'
• •¡•'"ri,
i'i:
i
. , fii
470 H I S T O R I E D E R
TAB. weinig verandering aan te befpeuren; inaar, dewyl 'er geen een dier Polypen,
S^^y^ anders wel gefchiedr, verfmolten was, en zy integendeel in eenen klomp
Lxxxvii.te zamen getrokkcn waren, fcliiep ik hoop, dac myii bedoelde oogmerk wel
geliikken zou. Des anderen daags befpeurde ik aan de meeften, niec alleen
eene geringe beweeging, raaar 00k verfcheiden vvracrenvormige uitpuilingen;
die ten deele aan deze, ten dcele aan gene zyde flonden,* 00k deeJs langer,
en deels korcer waren; cn die, van nur cot uur, in grootte fclieenen toe le
neemen. Op den dcrden dag waren die uicpuiüngen ook daadlyk zo veel langer
geworden, dat ik ze gcene wratcen raeer noemen kon; daarenboven waren ze
mcer iiitgedyd. Ja ik zag, nog dien eigenilen avond, hun uicerfte einde kolfachtig;
mitsgaders, dat herzelve met eenige wratcen bezet was, die my als zo
veele armen voorkwamen; nademaal zy zieh nu en dan iets langer uitftrekten.
Toen fcheenen deze Polypen nict ongelyk, aan een geknobbeld, en hier eii
daar met tak es bezet Rysje. Ten laatlten had ik, op den vyfden dag, volftrekt
zodanigc zeldzaam gevormde Polypen, dat het niet wel mogelykzy, die allen
te befchryven; aangezicn hunne geilalte alcoos wondcrbaar was, hec zy ze
uitgelUekt, of te zamen gekrompen- waren.
S- 13-
Ik oordeelde het ook overbodig, alle de byzondcre geflalten dezer Polypen
afcebeelden; overmirs mcn zieh, wanneer men 'er één van ziet, gemaklyk verbeelden
kan, hoc zy 'er uitzien. Daarom hebbe ik 'er maar één in de p-cie
Flg. dezer lab. LXXXV., by vergrooting onder 'c 00g gebragt, die my 'tbyzonderfte
voorkwam, wanneer hy zyne hoofden, armen, lyven, cn ilaarten
uicbreidde. Deze Polyp had, vierdagen na zyne inkerving, zes volmaakte koppcn
gekreegen; welke allen echcer niec evenveel armen hadden, wyders was
hy met drie (harten voorzien, welken hy beurtswyze gebruikte, om zieh ergens
aan vaft te hechten,* ook zag men aan hem nog vier byzondere buiien, of
uitwaiFen, en de onderfcheiden lyven waren op eene zeldzaame wyze aan
lett. c, clkander verknocht. De zes koppen zyn met even zo vecle c. gecekend; de
drie
n a t u u r l y k . dat de ftiikicen van één en deaxelfden Polyp, en dus o o k def tukken van onderi
c h e i J e n Polypen, die vvederom met de einden tc tamengebragt vifordcn, daor eene foort
v a n Inzuiging of inenting {aproche,) (waarvan de Heer' R'ófel echter geea proef genomcs
h e c f t , ) te zamen groeicii. Ui t foortgelyke proeven, die Röfel, deels met doorkervcn, deels
ä u c t laakken, deels met itampen, deels met ondereen te rocren, en op andere w y z e n meer,
m e t de Polypen genomen hecft, blykt ondertuiTchen klaar, dat ieder deeltje van hunlichaam,
i e d e r vezeltjc, het oorlprongkelyke der Vruchtbaarheid in 2,ich bcvat; en dus zhetwKietn,
k e e r n of fpruit aantemerkcn is, die zieh altoos ontwikkelen kan; zodra'er ackere omitaiid
i g h e d e n bykomen, die de ontwikkelmg toelaaten, of aanfpooren en bevorderen. De Heer
P a l i o r Goeze -¿egt daarorn met recht:ci^iii • „» I hoe luc de III. vooilUndeis vuui imiiui.13 van Vflii Hl-de ij^Epigaießi,igtiic/ ij 1 iJi cn van »u
't
„ e n k e l e Tuigwerkelyke, zieh hier • V
w e e t e n te belielpen, kan ik nier begi-ypen. Doch me n n
„ n i e t ilechts eenige Artikeien v
! Borimi Icezen, maar zyn gamfcbe f zamcnitcl onder
„ ^ e a en voor oogcn liebhen.,,
K L E E M A N N .
Z O E T - W A T E R - P O L Y P E N . 47«
^i'ie ftaarten met en de viel" uitwaflen raet eese. De grootile en aanzien-TAB.
Iykll;e kop, welke in de Fig. bovenaan ilaac, had vyf armen; de beide daarop
volgende Icoppen hadden er vier; en de Vierde iiop had, zo als de onder-Lxxxvrr.
aanrtaande vyfde, fiechcs twee armen; doch de zesde, die iets korter dan de^^'^*
vyfde kop is, en benevens denzelven llaac, had drie armen; invoege dac ik,®"
Villi een Polyp met zeven armen, door die inkervingen, een anderen te voorfchyn
bragc, welke zes koppen en 20 armen had. In 'c begin was ik van
ijedachcen, dat 'er, uit de uitwaflen eeeey insgelyks nog andere koppen en
Haarten zoiiden voortkomen; zo als aan andere Polypen, waarmede ili diergelyke
proeven genomen Iiad, gebem'd was; maar ik verwachtte zuiks te vergeeflch.
Myn Polyp, fchoon hy tamelyk levendig fchcen, wilde nochtans geen
fpyze nuttigen; hy wierd alle dagen helderer van koleur, en eindelyk geheei
vvit. Dit is doorgaaiis by de Polypen een voorteken van hunnen aanftaanden
dood, cn zo was 't ook in dit geval; hy ftierf op den twaalfden dag na zyne
gencezing. Van de overige, op gelyke wyze behandelde, Polypen leefden
zommigen, nog wel S dagen langer; doch zy wilden mede geene fpyze gebruilten;
bragten geenc joiigen voort, kreegen geen meer armen, cn ftierven
teil laatften insgelyks.
s. 14.
Het is ligtlyk nategaan, dat 'er, toen ik deze Polypen met een Lancet äan
flokken kerfde, te gelyk verichciden ftukken, zo van 't lyf als van de armen,
verdeeld wierden; dan dezen verzamelde ik zorgvuldig onderfcheiden, en deed
ze in een byzondcr glaasje. Hier op zag ik vervolgens, na zo veele dagen,
uit ieder ftukje, het zy 't van 't Lyf of van de Armen wäre, een volmaakten
Polyp voortkomen. Zelfs hebbe ik, uit het derde gedeelte van een Arm een
volkomen Polyp zien ontilaan. Als zulk een deel des morgens afgezonderi
was, zette het zieh, des avonds reets, met zyn eene einde vafl:, en ftond
met zyn ander einde rechtop in 't glas; den volgenden morgen was het,
onder aan 't lyf, al bruin, en aan 't boven - einde begon het dikker te worden,
waarvan de Sie Pig, een voorbeeld vertoont. Op den derden dag wer-Fig. 8.
fcheenen aan het deel, dat de kop worden zou, drie of vier Wratjes, welken
omtrent den avond bereids, körte armen vertoonden, gelyk aan den Polyp van
de pde Fig. te zien is. Eindelyk zag men, aan den reets wit.geworden ftaart, F/^. 9'
de afzondering van het dikke, en nu gantfeh bruin zynde lyf; ook was 'er,
tu0chen dit en den kop, eene inkerving te befpeuren; en de gantfche Polyp hacl
het aanzien van de lode Fig.; doch hy bleef wel de helft kleiner, dan dieiw. .
genen, welken uit de Moeder voortkwamen.
S- 15-
Vermits het inftukken fnyden van deze Polypen roy zo wel en gemaklyk
j i ?