Ssä H I S T O R I E
TAU.
X C I .
J''fS. 2
Leti,
a a*
van den bodem, aan de zyden van 'c glas zaten; en dewyl 't my verder toefcheen
dat ¿en dezer kogeltjes met een bosje verwarde vezels omgeeven was,
' gelyk de ade Fig. vertoont.
S - s -
Dit befpeurd hebbende, nam ik terllond myn uic een glazen pypje befiaände
Heverqe te hülp, en' ligcce zo veele kogeltjes uü hec water, daar ze in waren,
als my mogelyk was, en deed ze in kleiner met helder water gevulde,-
glazen; zo dat ik 'er binnen vveinig dagen omtrent ao ftuks verzameld hadde.
Hierop vertoeide ik niet lang, of ik bragt 'er eenigen in kleine gkasjes met
water onder myn t' zamengelleld Mikroskoop, om ze met alle oplettendheid
te befchouwen en te onderzoeken. OndertuiTchen maakte my dit onderzoek in
't eerft geen zier wyzer dan te vooren; vermits ik niets anders outdekte,dan
een balletje, dat ongelyk rond van gedaante, doch nu veel grooter was; daarbenevens
zag ik, in plaats van de eerll ontdekte vezels, nu aan zommigen
eenige reien kamfpitzen of landen, die rondsom den rand ftonden, gelyk mt
. de sJs Fig. Lett. a a a. af te neemen is. In 't midden was het lyf zelve
' " veel donkerer bruingeel, dan aan den buitenften omtrek ,• waarby het te gelyk
uit louterg tedefe koiTels te zamen gelleid fdieen te zyn; waardöor het zieh
ook teffens cenigzins troebel vertoont.
4.
Na dat ik deze kleine kogeltjes byna tot vermoeiens toe bezichtigd had,
fcheen het my eindelyk toe, dat de reets gemeide fpitzen nu korter dan
langer wierden, en dat dezelven, als 'er maar in 't geringfte aan 't glas
geraakt wierd, geheel in eenen wegkrompen. Derhalve liet ik ze een half uur
in ruft; en toen ik ze, na verloop van dien tyd, weder bezag, ontdekte ik
'er met veel genoegen eenigen onder, die middelerwyl eene aardige geilalte
aangenomen hadden. Dit bragt- my in 't vermpeden, dat ik miiTchien een,
my nog gantfch onbekenden, Vederbos-Polyp voor my had. Alleenlyk kwamen
my de VcderboiTen, die zieh hier en daar gantfch ongeregeld vertoonden,
2eer verward voor; dan, dewyl ik 'er byna geen ein zag, die den anderen
in maakzel en geilalte geleek, ichoon 'er zomwylen ncgen en. meer aan een
lyf te voorfchyn kwaoien; zo begon ik te vermoeden, dat hun iets in de
volliomen viitbreiding hinderlyk wäre,* te raeer, dewyl ik 'er reets lang te vergeeffch
op gewacht had. inmiddcls vermaakte ik my nochtans met deze zo
verichillende Vederboflcn; doordien verfcheiden van dezelven zeer zeldzaame
Figuuren vertoonden. Ik tekende, by deze gelegenheid, drie zulke met byzondere
boilen bezette Kchdamen'"uit;'maar ik wieVd al dikwyls in myneh arbeid
geHoord, nädemaal de Vedcrboiien, op de minfte fchadding aan 't glas , terjlond
Veranderden, en wel de helft inkrompen; waardoor ik op een oogenblik
gantfcl)
Z" 0 E T - W A T E R -P 0 L Y P E N:
gintfch andere bosjes, dan eeril, vbor myne oogen had, en lang moeft wach-Tìb.
Kn, eer ik ze weder in de eerfte geilalte zag; tot dat ik 'er eindelyk de
4de, 5de en Fig. van voltöoide; by welker af beelding ik my echter niet F/j. 4. j-,
van de ßerklle vergrooting bediende. ^^
S-
. De Bosjes, aan deze lichaamen zittende, en uit ioutere Vezelen beilaande,
waren zo ongelyk in getal, dat ik 'er nu acht, negen of tien, en dan meer
of minder aan zage; tusfchen welken ook dikwyls teffens de Kamfpitzen, in
de 3ä= Fig. Lett, a. aangeweezen, gezien wierden; welken niets anders dan
nog zo veel- in 't lyf verborgen zittende VederbofTen waren. - Eene enkele
reize ontdekte ik aan zulk een boi, ten zelfden tyde, verfcheiden verwarde bosjes,
die, op het uiterlyke aanzien,- elkander zeer gelyk waren, en in de 5.11?%. y,
Fig. Biet hbhbh. getekend zyn; hoedanigen ons ook in de Sie, 8®e i«//. 6i'
en pie Fig. met Lett. b. insgelyks aangeweezen worden. Behalve dezenl^^-
waren 'er ook nog anderen, die niet naar elkander geleeken; want menigniaal g'^^yj' '
feheenen zy, gelyk die van de 4<in Fig. Lett. c,, hoewel zelden, verdubbeld ¿««.'i.
te zyn: menigraaal hadden zy ook een uit twee knoppen beilaanden grondflag Hg. 4.
Van onderfcheiden grootte; gelyk de 4de, 6ie en loda Fig. by d. vertoont; ^."'-
zomtyds kwamen ze ook wel eens te voorfchyn, zo als ze by Lett. e. in de ¡¡fl*g'
4de, 6de en Sie Fig. gezien worden; doch dezen ontllonden gemeenlyk uit
die met i. getekend zyn: en eindelyk vertoonden 'er zig mede nog eenigen, cn«,/;'
20 als ze in de 6de Fig. met f . getekend zyn; wanneer zy zeer wel geleeken
haar twee gekroesde Pennefchachten. Ondertufichen veroorzaakte deze verfcheidenheid,
dat ik niet recht begrypen kon, welk eene foort van Polypen
ik voor my had.' En dewyl ik, als boven gezegd is, dacht, dat 'er iets wäre,
dat hun in de uitbreiding hunner Vedcrboiien verhinderde, zo nam ik een
äezer bolletjes, deed het in een hol rond Horologie-glas met genoegzaam
Water; waar op het, na eenigen tyd in ruft gellaan te liebben, een gantfch
anderen Vederbos vertoonde, en wel, zo als in de 7de,-8te, i)de en lode 7,8,-'
Fig. te zien is. . "
S- 6.
• Gelyk nu het lyf van dezen Vederbos*Polyp gantfch anders gevormd was,
dan dat des geenen,- mec wiens befchryving ik myne Hiftorie der Polypen begonnen
hebbe, zo hadden ook deszelfs Vederboilen eene andere geftaice; het
zy ze flechts half, bec zy ze geheel uitgebreid waren; zo min als het lyf geduurig
eenerleien vorrà behield, zo weinig waren ook de boflen dtoos zieh
zelven gelyk; en als dezen van gedaante verwifielden, dan veranderde ook het
lyf. Wanneer alle de Vederboilen uitgebreid waren, gelyk in de en pJei^V* '
i'/g., vertoonde zig het lyf veel helderer en doorzichtiger, dan, wanneer ze
ingetoogen, en, gelyk in de in \ lyf verborgen zaten. Kwamen3« •
zy
' • ' ' m i'l • i '!
•mm
s Ì,: .'