'•^äii
502 H I S T O R I E D E S ,
T™;.: Dit gevoelen tracht de Schi'yver vervolgens nog verder te verklaaren; mn,.
,]. gantfche beweering hier wilde invoegen , zou ik te veel pl.,.,n
I.xxxix. en tyd verhczen. Ik verzoeke des den genegen Leezer het Bock zdven'in
te zien ; nademaal ik thans nog liet een en 't ander van de Zinnen der Pölv
pen te zeggen hebbe. '
De Zinnen .bellaan eigenlyk in zien ,Moren, ruiken., [mßaken en gevoekn.
Indien^ nii de nieeniug der genen , welken onderlioilcn , da: liet geviel alicen
deze Zinnen uimiaakc waarheid was, belioelde ik niet veel moeite te gebruiken,
oni zulks ten opzichte van de Polyptn te bewyzcn. Maar dewyl het
bekend is, dat 'er , zo de Ziel gevocl zal hebben van 't gecne buiten haar
i s , zekere VVcrktuigen vereischt worden , zo zal het bezwaarlyk vallen deze
Werktiiigen in de Polypen aan te toonen ; fchoon verfeheiden omibndigheden
genoegzaam bewyzcn , dat ze Zinnen hebben. Dat de Polypen zien können
blykt
eil andere diergelyke Worraen , medc uit eelle vci-xameling van kleine Diertjes moeilen be-
Haan. Want ook aan de/en hceft men die Eigenlchap der Polypen waargenomen, dat derzeU'cr
afgefiieeden deelen zieh tot gehceleii
iiiaikeD > eil evcn zo volkomtii Dieren worden ,
als de Wormen te vooreii waren, van wflken men die ftiikken haa afgeiheeden. Ik zal my
verder nlet inlaaten tot het bybrcngen vaii andere gewigtige Tegenwerpingen , die men op
dezc nicuwe Stelling, waardoor de Heer de Life der Polypea het wonderbaare bencemen. en
zeenkel tot eene bewooning en t= lamenlchaolirg van /eele duizend Diertjes wil maakeu,
zou können aandnngen j nademaal zulks door den Heer Goeze , in z.yne Hoogduitfclie Overzerting
der Tremblcjlchc Veibandeling of Hiiioric der Polypen, reets op zcer goede crouden
gedaan is. ^
K L E£ MANN,
* De Heer Prof. Lorhe fchryft, in hec tweede Deel van de Eere Gods in de befchouwing des
Hemels en der Aarde, pag. 245.: „Wy zeggen gemeenlyk , dat we vyf Zinnen hebben, rraani-
„ lyk, het Gezicht , het Gehoor, den Smaak, den Renk, en 'c Gevoel. Doch deze vyf lo-
» genaamde Zinnen lyn alleen de Organa, of Inftrument n en Weiktuigen, waarin eene vei«
« andering, welke van de lichaamlyke Waereld beipcurd wordt, voor af gaar. en met welke
„ de Ziel teftns voelr, dat 'er eene , en ook , welk eene vcrandering 'er gefchied zy. Hoc
» kernt het begrip van 't gehoorde, van 'c geziene , em. m de Ziel? Dit weeten de Wy«-
,, geeren zelven nog maar uic aangenomen Stellingen. Schrandei Uysgeeren neemen, gelyk
» ¿6 eenigen inwendigen , dus ook maar een eenigen uitwendigen Zm aan, naamlyk het
„ Gevoel, of, om verJtandjger te fpreeken, Aandoetiing. De Lichtilraalen doen het hoornvorwiie
Uog aan i de trillende Lucht het '1 rome
„ yjevoei, or, om veruanojger te ipreeKen.
„ mige hmd]e(Retimm )' van 't konftig |
„ melvlies {Tympamm) iß 't Oor^ de op
achtige deelen de Heute , en ieder St.
opgeioile Zomen het Verhemehe des Monds; de ulie-
• Stofe de gantfche oppervlakte des Lichaams. Alles ,
vyat aan ons is, is tot aandoening en gcvoeligheid gcmaakt. De Ziel gevoelt alleen in 'c
„ eigeiilyke Verfland, onderichesdende da-etoe ioort van Vcrandering vande andere, en maakt
zieh voornellingen , begrippen en denkbeclden van de Zaaken." Deze körte Verkiaaring
maakt, mjns oordeels, gecne verandering in 't vpoigeeven dat ons Gevoel enkel eit alleen de
Vyi Ziinicn uitmaakt} en men zal 'er ook eenigermaate uit können begrypen , waarom deze
Vyf Zinnen niet aan aUe andere ieevende Schepislen, tot hunne behoudenis en nooddruft,
; zyn.
K-leeman
Z O E T - W A T E R - P O L Y P E N . 5°S
fclykt, myns oordeels, daar uit, dat zy de Schepzelen , die hun tot voedzel Tab.
dienen, weeten te vinden j het zy ze niby, of verre af zyn ; dat is, zy mogen
de armen der Polypen raaken, of zieh op een zekeren aflland in '[ glas, i.sxxix.
daar ze in zyn, bevinden. Onder anderen wierp de Heer Trembky , op zekeren
tyd, een Worm in een groot glas, in 't welke verfeheiden Arm-Polypen
waren, die. zieh omtrent de bovenvlakte van 't water onthielden. De Worm,
niet konnende zwemnien , zakte wel haall op den bodem van 't glas, en bleef
•et liggen; doch, fchoon hy 5 of 6 duiinen laager in 't water lag, dan de Polypen
, zo willen dezen bem echter fpoedig tc vinden , en met hunne armen
tot zieh te trekken. Dit hebbe ik ook zclve menigwerf waargenomen. Op
eeii anderen tyd bemerkte de Heer Trembky, dat de Polypen het licht fcbeenen
te zoeken ; cn om 'er met zekerheid van overtuigd te worden , bedekte
hy het glas, waarin ze waren, met een kapzel van dik bordpapier, zo dat het
glas ten eenemaal verduiilerd wäre, behalve op eene zekere plaats, alwaar hy
een gat gemaakt had, daar het licht doorllraalen en in 't glas Valien kon.
Dit gedaan hebbende, zag hy, na verloop van eenigen tyd, dat alle de Polypen
zieh verzameld hadden ter piaatze, daar het licht doorfcheen, het welk teil
voldoenende bewyze ih-ekt, dat deze Schepzelen het licht zoeken en navolgen ,
'i geen ik ook zelve dikwils befpeurd hebbe.
§. ai.
Zouden nu deze Polypen, die de duillernis van 't licht weeten te onderfehei-
<len, die een Worm, op een afrtand van zo veel duimen, vinden en ontdekken
können; zouden die, vraage ik, blind zyn? Neen,zy moeten können zien. Doch
Indien men my daarop weder vraagenwilde, waar zyn dan hunne oogen? zou ik
deze vraage niet anders, dan door gisfingen, können beantwoorden.
In 't eerfte Deel van 't Aigemeene Magazyn vindt men de gedachten van
den Heer U Cat, over de byzondere Eigenfehappen der Polypen , waarin, onder
anderen, ook de volgende woorden voorkomcn : De Polyp vermacht niet
ßityd zynen roof; hy merkt bem ; hy gaat kern opzoeken daar hy is, gelyk
hy het licht nagaat. Verder is die Aufteur ook van gedachten, dat miffchien
de heldere korrels, waar uit de licbaamen der Polypen, zo wel als hunne hoornvormige
armen, bellaan, loutere oogen zyn. En dit vermoeden konit my gantscb
niet onwaarfchynlyk voor; te meer , nadien wy weeten , dat de Almagtige
Sehepper de oogen van verfchillende Schepzelen ook verfchillend gefchikt, en
zodanig gevormd heeft, als ze voor een iegelyk Schepzel bekwaam en noodig
zyn. In onze oogen , mitsgaders in de oogen van de viervoetige Dieren en
van zommige Vogelen , is het tot het zien noodige Criftallyne Vocht , ( Humor
Crißallir.us 5, daar de liraalen. der Voorwerpen doorgaan , Linzenvormig:
doch by de Vifchen gelykt het naar eene fchoone kogel ronde paerel; en by
de meelle Infeften bellaat de zogenaamde Hoornhuid uit louter Linzenvormige
Crißalheldere lichaameii; invoege , dat men 'er, by een enkelen Vlinder, omtrent
IP:
« I
m
:1 .Iir
:
^fi
' Ü : i
I
¡1'