IXXXIX.
494 H I S T O R I E D E s
S x v i i , "<. dac de eene helft reccs den kop van den anderen Polyp in«,
fiokc had. Vermits ik nu , als lets zekers, onderftelde , dat de beide deelen
zo wel hetgeene dat ingeflokt was , als dat van den inilokker , geene holl »-1
heid of buis hadden dacht ik, dat, naar allen fchyn, het ingeflokte deel
haart weder los worden, en ter zyden uitbarllen zou ; maar ik zag integendeel
dat het, hoe langer hoe verder, ingezoogen wierd. Dit zonderltag geval deed
my befluiten, om er eene aftekening van te maaken; en ik had zulks naauw-
!yla gedaan , of ik zag , dat de eene helft de andere reets zo verre ingenokt
had, dat er flechts een einde van den Ilaart overfchoot; het welk my weder
aanleiding gaf tot eene tweede aftekening; en beiden zynze op onze voorgemeide
lab. LXXXIX. in de grootte , waarin ik ze gezien hebbe , afgebeeld
Het eerfte , dat ik er van zag, vertoont ons de Iiis Fig. De Polyp gMekend
a, b,c, IS die geen , welke den anderen aangreep ; a. is het een en b. het
ander halve kopdeel, welke Ihikken, door de infnyding, van elkander eedeeld
waren, en c. is de nog onverdeelde flaart. De helft h. had de helft van den
anderen Polyp in 't begin tot aan e. ingezoogen ; en dit ingezoogen deel kon
men duidelyk door de opperhuid heen zien ; doch het ander kopdeel van den
ingeflokten Polyp d. was nret deszelfs ftaart f . nog vry gebieeven. Maar vervolgens
bleef, naar uitwyzen van de ade Fig. de Ilaart aileen noo- ovetig- want
nu had dcze , die , gelyk in de voorige Fig., ook hier met a. b. c. getekend
IS , de beide deelen van den anderen Polyp tot aan e. ingezoogen zo dat
'er alleen de ftaart f . nog eenigzins uitftake, die echter ook wel haaft volrie
Hierdoor zat eindelyk de eene geheele Polyp, in de helft van den anderen i
en deze wierd, na 'er twee unren ingezeten te hebben , in de gedaante van
een groen flym weder uitgefpoogen.
S- 15-
Nil kon ik eindelyk begrypen, waar 't nit onttende, dat ik geduurig eenige
van de^ Polypen, die ik in 't glaasje gedaan had , miñe. OndertufTchen
was my dit verfchynzei zoo verwonderlyk vreeind , dat ik myne eigen öogen
niet terftond geloofde ; weshalve ik deze proef nog dikwyls herhaalde; niaar
ik befpenrde wel dra, datik, fchoon ik zulks ook honderdmaalen deede, altoos
liet zelfde zou zien, By die gelegenheid drnkte ik ooli eens den kop vrn
•een Polyp, dermaate, dat 'er eenig vocht iiitvloeide; ik bragt denzelven daarop
by een gefpleeten Polyp, en deze, hoe diep hy ook gefpieeten wäre , pakte
hem terflond aan. Door deze herhaalde proeven ben ik te meer van de waarheid
der zaake overtnigd geworden , dewyi 'er ook andere Perfoonen en Liefhebbers
tegenwoordig geweeil zyn , welken hetzelve met my gezien hebben,
en derhaive myne gemigen können weezen. Maar hier by moete ik echter,
ten gévalle van hun , welken in 't vervolg diergelyke proeven zouden willen
onderneemen , nog melden, dat ik al het bovenhygebragte door een te zamengefteld
Vergpootglas gezien hebbe. Dan, hoe 't in dit geval toegaa, of hoe 't
rao-
Fig. I.
Uit.a-l,
c. e. d.f.
Fig. J.
Lsil.a.
c.e.f.
Z O E T-W A T E R-P O L Y P E N. 495
raogelyk zy, dat een gefpleeten of gekloofde Polyp met de helft van zynlyf,TAii.
het welk immers geen geheele holiigheid of eene buis kan uiraiaaken , een*""™*""
anderen inüokken en byzich houden könne, ben ik niet in ftaat te verklaaren. ix.'aix.
Sehoon ik, by voorbeeld, wilde toellemmen, dat het lyf eens Polyps uit raeer
dan eene huid bellonde , tufTchen welken de andere Polyp ingezoogen kon
worden, zo kan ik nochtans niet begrypen, waaroin de ingeflokte Polyp niet
aan deze of gene zyde weder uitbarllen zou ; aangezien irainers alle deze huiilen
Ol vliczen door de infnede verdeeld zyn geworden. Wilde ik ilellcn, dat
het lyf dezer groene Polypen te zaraengefteld is uit louter in de lengte oploopende
pypjes, en dat ze in één dezer pypjes wel icts konden inzuigen , zo
wordt zulks oogenfchynlyk wederlcid ; vermits 'er, zelfs by de ilerklle Vergrooting,
zodanig een zamenllel niet aan te befpeiiren zy. By het ovcrdwars
doorfnyden van zulk een Polyp toch vertoonde zieh ieder deel even zo hol
als de deelen die ik reets op Tab. LXXXVII. in de ade en 3<f= Fig. Lett, i cn
h afgemaald hebbe. Gevolglyk blyft die zaak voor my een verborgen geheim
§. i5.
• Het is my leed, dat my tliaiis de tyd ontbreckt, om de proeven van den Heer Rife! te ¡lertalen.
Schoonik -er met aan twyffde. dat hy ieder ftuk van den, tot byna aan den flaart
doorgc&eeden, Pojj-p ak cen pkt en breed Lint voor rieh zage liggen, mnsgaders dat de
mauwlf, verdeeld-. Polyp terftond een anderen Polyp trachttc t? verS:efteren, en ook werk-
. lyk oplloktei zo .wyfele .k "er nochtans billyk aan, dat zulk een Polypen-ftuk. na de™fdee
mg, op dat oogenblik , nog even zo plat en enkelvondig zou weeziA , als het geduu.ende
de Verdeelmg js. Ik denke veeleer, dat zieh in ieder helft van zulk een Polyp, tcSftond räo
onderen op een hol kanaal, of eene nieuwe Maag en Mond, ter verffindinge" gevormd heb.
be. Want de ftokken van zodamg een tot byna aan den ftaart verdeelden Poi;^ koiSn Ym^-
mers, b, den y?^^« onmogelyk zo pkt en vlak, na de gefchiedc inlSrving ™yve".
pzyn .mmers, daar ter playze, nog met het onverdeeld flaartftnk vereenigd; eS m S
bygeyo^g aldaar nog eene ha¡fi.„„d, h^,,; ^eid hebben, en dus niet zo pkt z^, S aTn het
b^bb f /?r'/"'''^ .4. zeit te bekennen : warn , na'^dtt V S z S ä
heeft, gez en te bebben, dat de door de mliiydmg gemaakte deelen niet half rond, noch ee
mgzms hol, maar gantsch breed en pkt gelyk een Lint waren; zo voegt hy'er ültdrükkelyk
hT^datzulhmeeraande hpdeelfn. dan aan den flaart te
dePolypen hetvermogen bczmen van zieh, gewond zyni. beftendig'^Weder te heetef en "dei
plaatze daar ze by het ftaartftuk, Wiens goot otmaag ,iog open is, elkander 't naafte bv zvn
»ooreerftzodamg eenegeneezinggefchiedt, dat. dSirdoorí de open geweeft zynde ¿orof
maag van "t flaartftnk omflooten wordt: hier op zal 4m vermoedeV i maag!^^ de^e Lneezmg,
vanonderen op, m ieder Polypenftuk, zodanig verwyderd worden, dat zulks dS
Wege hol en tot een nicuwen volmaakten Polyp worden moet, die in I L is óm m i„!l.
opteflokken. De oogenfehynlyke platte gedaaiS der beide S t e n vSl den p X En die
daehten met hinderen; want, zo wel als "er nit enkele ftnkken van de huid eÄolypr . a f t .
fche Polypen können omftaan, even zo eoed kan 'er in 7od»r,i» „„. i-oiyps ^gant.
Wigheid ontftaan en zieh eene nieuwe niag vormem Wan ¿hlon de H e t S iHeTc
flukken van den Polyp geen holle goot ontdekken fconde , bleek het noekans duidelvk voo?
zyne oogen, datzy'er mede voorzien moeften zyn, vermits zy andere pXmSmd™'
en dewyl zulks. kort na de infnyding van den Polyp . gebeurde.^z^Sn h« S t aS« ^
Jen of -er moet zieh terftond infederftuk. eeie holle pyp of nieíwe rn^vo S
» I w í Heer RSfil heeft'Lnoen waarnemef, hoe dit ei
gealyk twginge. Immers de Heer heeft Poljle«, in de lengte, m zeer fSl e lelai
JS: ' . V
I ii ! 'f •
: : !