•il^li,
'•iMi;
474 H I S T O R I E D E R
g e n u t t i g d , gelyk te vooren, maar ook nog lan-r
- • j j ; ' - leefd, cn joiigcn voorcgebragt; ja,datmcer is, dejongen.di e reets aaneenom-
Lxxxvii, gekeerdeii Polyp zatcn, door die omkeeriiig biniiciiwaarts geraakc, en noe
niet ryp waren, hcbben zieh van zelven omgekoerd, en zyn dus weder aan de
buicen zydc der Moeder gekomen.
s. .7.
N a deze uitweidina; waartoe de omkccriiig der Polypen my gelegenheid
g a f , kcere ik weder tot myne bruine foort. Nadicn ik op de voorgaande 7«i
i v v T twe e dezer l^olypen, in hunne natiiurlyke'
LXXXVÎ
Kiaar alieen m zo verrc, dit 'er nog e
atiiurlyke
grootgrootften
Worm, welken hy vond. dien de Polyp
.1 kwarticr uurs Jiad de Polyp den Worm iogeaokt!
" " ¡ . ' ^ j ' ^ ' gedeeitc van uit zyn bek hing.
. Hicrop nam hy den Polyp, meE eeue tot ecn fchopje geßiceden fchaeht, van de zvde
van t glas, en lei hem op een lliikje nat Papier. '
Liitwerkiiig vernchtte hy op deze wyze. Hy maakte het papier op detafrl
tnet ipelden vaiti voorts hield hy het uitfteekende elnde des Worms met een tangetje valt'
cn te gclyk druktc liy, met den tmj, ma een klein fpeldje, dat met zyn fpits in cti
handvatzel gcftoken was, den ft.,art van den Polyp zagt en langkzaam opwaarts. Na ver.
fcheiden Procfiieemingcn, (zegt de Heer Baker vervolgens,; kwam, door middel van 't
valthouden dei Worms, cn het toedrukken der fpelde. Je Maag, waarln een gedeel-e des
Worms te zamengevouwen lag, te gelyk met den Worm, nit den Mond des Polyps tt
voorfchyni en de Staart volgde met de Ipelde. Op deze wyze wierd de Polyp gantfch omgcteerdj
cn dewyl ik de fpelde niet durfde te rngge trekken, maakte ik dezelve van 't
uandvatzel los, cn toog ze door den Mond des Polyps weder uit. Het is bniten tegenfpraak,
gelyk de Heer Gora« ook oildervondcn heeft, dat men, by zodanlge proefteemingeii, cen
!dem Speldjc altoos betet zal bevhiden, dan een Borftelhair. De huid, die zieh daaromhetn
llrat, vat het knopje van "t Speldjc bcter, en het zal den Polyp zo ligt niet kwetzeii,
als ecn Zwynsborftclhair, hoc ftomp het ook zy. Ondertuflihen ii deze omkcering der
Polypen nict allcen ecnc van de zondcrlingfte proevcn van den Heer TremUey, maar hy
heett ook cenige Polypen zodanig in elkandcr gepropt, of ingeent, dat hy ze verdubbeld,
m genoegzaam van twee een gcmaakt hecft. Daarenbovcn hecft hy doorgefnecdcn en nn
clkander gefcheidcn ftnkken van Polypen te zamen gepropt; en dus de proef genomcn, of
de Ilukkcn van onderfehcldec Polypen nict tc zamen zouden groeicn. Dit laatfle is hem
f u i 'i« '•y ni« voorzichtig gcnocg behandcld
had. Wilde ik hier wydcrs alle zync gedaane procvcn aanliaalen, zo zoS my tvd en
plaats ontbreekcni waarom ik den Onderzoekcr der Natiiurlyke Hiftorie licver wyze imr
de Vierde Vcrhandeling van zync HiHorie der Polypen, waarin hy ze omllandig iierchryft.
intullchcn hecft de onvergelykelykc Heer Bannet, over foortgelykc wonderbaare verfchymngen,
die door zodanlge onvermocide Procfncenwngen voortgebragt worden, in zyiiefchoone
Bedenkmg mer de Natuur, doch inzonderheid in zyne Conßderations für les Corps orga.
j i/' " ' ^" i l " : !' bevatbaare en Icerzaame Vcrklaaringen niedegcdeeld.
Het door hem deswegen! voorgeSeldc, mitsgaders 's Maus gedagte over de Ziele der
Polypen, inzonderheid over de vcrmenigvuldiging der in fiukken gcfnecdcn en tot fhjrms
. gemaakte Polypen, te vindcn in het Hldc Kapittel van zyn Twcedc Deel der Cmißderatims
für les Orps ergmüfis, is zo overwaardig om van de Licfhcbbers der Natnurknnde
met aandacht gelcczcn te worden, dat men dien Schryvcr, van wegen zyne Itlicrpziilliiec
. voorilclliiigen, nopens dit onderwcrp, niet genoeg kunnc roemcn.
KtEEMANN.
H I S T O R I A E POLYPORUM.
•Ä. y . iX^d-r. Xfeck: .
i V
^ilK Iii'