4 ^ 6 H I S T O R I E D E n
TAB. ren, niec tot de gewoone grootte geraakten, welke z y , aïs ze vati cene ong®.
L X X V I I I j^^gjj^g Moeder komen, gemeenlyk hebben. Ik befloot hier uic, dat het gg.,
l l x x x i n ^ ' ' ® ^ aan voedzel 'er wel de oorzaak van weezen kon; nademaal zy hetzelve
v a n de Moeder moecen hebben*. Daar deze nu teikens, na de verwonding,
z o
® Dat de jonge Polypen, 2,0 lang zy aan.'t lyf van den Moederlyken Polyp vaflzitten, ter.
w y l zy nog mec gecne Armen begaafd tyn, om "er hun benoodigd voedzel, gclyk dç
Moeder, mede te vangen, hun voedzel verkrygen doör ''f kanaal, wiarmede zy aan d^t lyf
• gehecht zyn, en wel aiet van voóren door den mond, tnaar van achteren3 en dat bygevolg
de zogenaamde Maag der jonge Polypen gemeenfchap heefc met de Maag der Moedcrj'
i u l k s heeft de Heer Tremble-^, door menigweri- herhaalde en fchoone Proéven, voldoeode
bev^eeten. Hy fiieed, naaralyk, met een fyn Schaartje, ongeveer 'de helft van cen jong^
P o l y p , uit het lyf van een moederlyken Polyp voortgefprooten, -af. Nu was de Maag:van
het ftuk, dat aan de Moeder bleef zitten-, van boven open, ea had zulk eei\,gaatje.,.,(iat
hy 'er met ecii Vergrootglas, of zogenaamde Loupe, inzien konde. Hierop fneed Hy het
L v f der Moeder, ter plaatz,e daar 't jong zat, aan wederzyden -¿o verre a f , ait "er flechts
een zcer kort langkwerpig rond ftukje van over blceve; 't wèlk aan beide' de 'Zyden open
was. Toen zag hy, door het bovenfte open einde »-an 't ftuk des jongen- Poly.ps, dat aan
de Moeder was blyven zitteni en'hem dagt, dat hy daardoor in de Maag van 't Moederfiuk
kon zien. Dan, dewyl het weezen kon, dat 'er ter plaatze, daar de beide Polypen te
zamen hingen, cen dun huidje was, het welk, fchoon 'cr doorheen gezien konde worden,
evenwel de beide Maagen van een icheidde; zo iheed hy het langkwerpig rond ftukje van de
Moeder in de lengte door; nam 'er de helft van weg, die tegcnover de plaats was, daar de
jonge Polyp ui.t voortkwam. Hier door maakte hy de plaats, alwaar de gemeenichaplyke ope«
ning tuilchen de Moeder en 't jong weezen moeft, in de Maag der Moeder geheel bloot,
' Toen befchoiiwde hy deze plaats door eene vergrootendc Loupe zeer naauwkeurig»- en ontdekte
het licht, door de gemeenfchaplyke opening, zo duidclyk, dat hy geen <îe minile
' twyiFel meer hadde te flaan, aan die voorheen vermocde gcmecnfchaplyke opening, wair-
• door de jonge Polyp zyn voedzel, uit het lyf der Moeder, ontvangt. Men kan byna geea
Polypen opvoeden, inzonderheid wanneer ze jongen uitdryven, zouder de wezenlykheid dezer
gemeenfchaplyke opening, tuiTchen de Maag van de Moeder en't Kind, ten klaarlle te
•ontdekken; daar men wcrklyk het voedzel uit de Maag der Moeder in de Maag vaii den
jongen Polyp kan zien overgaan.
D e Heer Profcflbr Hamvj zegt in zyne Zeldzaamhcden der Natuur, "Eerlîe Deel, pag.
¿ 3 8 . : „ I k hebbe opgemerkt, hoe de Oiiden hunne Jongen voêren. Z o lang ais de Vangar-
„ men van het jong zo volledig niee zyn, dat het dezelven gebruiken kan, drukt de oude
• „Polyp, door zieh te rekken, zync reets verteerde fpyze in het Jong, door de/y^, die
„ v a n hem uicgefprooten is.„
De Heer Treinbk-j heeft 'er zieh op cene aardige wyze van overtuigd Hy liet verfcheiden
Moeder ~ Polypen ecnige incrkelyk gckoleurde voedzel-middelen, uit zeer kleine karmozynrood
gcverwde Waterinfeflen beftaande, inüokken- Dit roode voedzel was ten deele
overgegaan in de Maag der jonge Polypen, en zy hadden, even als de Moeders, eene roode
koleur gekreegen. 't Is dcrhalve zonneklaar, dat de huid van cen jongen Polyp niets anders
i s , dan de eigenhuid der Moeder, die zieh uitrekt, en dat de Polypen zieh, even ah de
Planten, door 't uitfchicten van telgen, vermenigvuldigen. Ook is het geen wonder, dat
D i e r e n , nog met de Moeder vereenigd, hun voedzel van haar ontvangen : de ondervinding
i e e f t ons zulks rects voorlang geleerdj maar de Polypen leeren ons nog meer. Zy toonen
ons naamlyk, Jongen, die de met hun vereetngde Moeder zo wel voeden, ah ay van haar
gevoed 'worden. De Hcer Trembley heefc deze wonderbaare verfchyniiig insgelyks gezien.
Jonge Polypen maaken zieh meefter van den roof, verflinden en verteeren denzelvcn, voor
• dat ze zieh van de Moeder afzonderen. Na de vertcering gaan de voedzel-declcn uit hunne
Maa.g ever in de Waag der Moeder, op gelykç wyze als zc uit de haare in de hunne
Z O E T - W A T E R - P O L Y P E N . 4 4 7
20 te heefc moeten vaften, tot dat ze weder geneezen was,- zo kan het w c ITm
2yn, dac de jongen geen genoegzaame iiofFe, tot bannen wasdom dienende, ^^^
erlangen konden. Lx x x i n
i k wierd dan, als gezegd is, door de voorgemelde oinftandigheden verhinderd,
om het door 'c Lancec zo verre te brengen, dat ik cen Polyp kreeg
met meer dan vyf koppen, hoedanig een V in de ifle fig, te zien is. Dan
ik. liec ray desniettegenihiande, fchoon ook alle proeven, die ik vorder ondernam,
my misiukten, en ik 'er wel honderd Polypen aan opgeofFerd hadde,
echter niec affchrikken van myn oogmerk: ik.vervolgde des mync proefneeminm
zo lang, - toc dac ik eindelyk inyne begeerte verviild zage. D e grooiile
z w a a r i g h e i d daaromtrenc was inzonderheid deze: ik moeft het, wanneer ik al
een Polyp met 3, 4, of 5 koppen verkreegen had, voor een geluk houden,
als ik één dier koppen op nieuw klooven kon. Tegen dac ik die eens gelukkig
trof, fneed ik 'er zomtyds wel tien af; en fchoon 'er weinig aan gelegen
wäre o f ook de armen by die gelegenheid doorgefneeden wierden, lagen de-
2elven my nochcans geduurig dermaatc in den w e g , dat ik in den kop zelven
geen fnede naar myn zin doen konde.
O m dit ten zekerlle in 'c werk te ftellen, koos ik akoos een der Polypen,
àie reets ettelyke dagen vier koppen gehad, en dezelven door de drie fneden
v e r k r e e g e n had, welken in de s^e "pig. door de Letters a. b. c. aangeduidf}^.
worden. Vervolgens ondernani ik alle dagen één dezer vier koppen te Woo^Lett.a.b:..
Ten; maar gemerkt my de zaak, dus doende, te langkzaam voortging, en^"
dewyl de dagen in de maanden van Jun'j en jul-^^ wanneer ik 'er de proef
v a n ' n a m , op zyn langfte zyn, zo deed ik vervolgens twee fneden op één
dag; eene des morgens, en cene des avonds; des ik van dien tyd af, in 12
of 14 uuren volbragce het geen ik ce vooren in ¡24 uurcn gedaan had. Daarbenevens
viel my in gedachten-, dac ik myn oogmerk miilcbien beter bereiken
z o u , wanneer ik de nieuwe fnede niet zo diep- maakte als de eerfte, o m dus
ce v e rmy d e n , dac ik den kop zelven niet bedierf. Längs dien weg kreeg ik
eindelyk eccelyke Polypen, welken ieder acht koppen hadden; waarvan *er de
voornoemde Fi g . een venoont; aan welken echter de balzen der koppen
niec even lang uicvalien; aangezien de laacile fneden, gelyk ik gemeld hebbe,
n i e c
orergaan. Want, wanneer men den Joogen eenige gekoleurde ipyze laat inüikken, zo neemt
de Moeder dezelfde koleiu van het door den Jongen verteerde voedzel aanj by gevoig
Toedert de Jongen de Moeder, 7,0 wel als de Moeder de Jongen.
K L E E N5 A N M.
•i;! - t
' W -
. J i i i ; 1
' ' H î l