324 VE R V O L G VAU DE BESCHRYVING
LXV. ool' "ist minder dan 6 knoopen gevonden.
S - 13-
D e tien pooten vaii onzen Scorpioen können gevoegelyk in acht klaauw.
en twee fcliaarpooten verdeeld worden. De eeriten noeme ik daarom klaamvpooten;
dewyl ze aan liun uiterlle lid twee zeer tedere Idaauwen hebben. Voor'i
ovenge beftaan ze uit zes leden; ze hebben' met een kort doch rond lieel
himne inleding aan 't lyf; hierop volgt 'er een iets dikker en langer lid, 't
welk wy de fchenkel können noemen; het daarop volgende is wat korter, en
maakt dus het fcheenbeen uit; ah dan volgt de voet, welke drie leden heeft
die alletigskens in grootte afncemen, zo dat het laatHe het kleinrte zy. Deze
pooten draagen wyders de koleur van 't lyf, doch by zommigen zyn ze iets
helderer. De Schaarpooten hebben in tegendeel flechts vier leden, en vertoonen
zieh zwarter van koleur,- de reden waarom ik ze niet enkel Schaaren,
maar liever Schaarpooten noeme, is reets boven, in 't begin dezer befchty-
, „ ,, gezegd. Ze zyn naar gelang van het Dier zeer dik, eenigzins ingeboo.
•^'••gen, en hun uiterile of onderfte deel hi. is beweegelyk. Hier mede kan de
Scorpioen zynen buit ten fterkfte knypen en recht vafthouden; welke hoedanigheid
hem niet noodig zoude weezen, indien hy van gras en kruiden leefde,
gelyk zommigen fchynen te geloovcn: maar dewyl hy zieh met Infeften en
andere Schepzelen geneert, zo kan hy 'er Vferklyk gibruik van maaken. Dezi
pooten, en zo ook alle de anderen, zyn met veele hairen bezet; die men insgelyks
aan de leden van den ftaart, en op zommige piaatzen van 't lyf,
befpeurt.
T A B .
L.XVJ.
Befchryving van den Italiaanfchen SCORPIOEN,
' " i ^ o e n ik het beduit genomen had, oin den Scorpioen te onderzoeke»
J L en te befchryven, dacht ik zulks niet betet te kofmen doen, d«i
wanneer ik my ten dien einde van de leevenden bediende. Ook vleide ik inj
hier in wel te zullen flaagen, wanneer ik dezelven van zodanige Lieden zocli
te krygen, die de Scorpioenen dikwyls uit Italie en Tyol tot ons overbteiigen,
en ten gebruike der Apotheicers verkoopen. Dan ik vond my in iiiym
meening bedroogen; nademaal zy, onder hunne Scorpioenen, zelden een vol-
Waffen mede brengen; maar meeilal zulken, die naauvvlyks de helft huniiEi
gewoonlyke grootte bereikt hebben,- en menigmaal zyn ze nog kleiner. Even
daarom vraagde ik aan de^e Kooplieden, of'er in hun Land gecn grooter Scorf
SCORITO IrAlICUS