328 V E R V O L G VAN DE BESCHRYVING D E R O V E R I G E INSECTEN. 349
TAB.
L X V I .
Leu. d.
volgende Fig. Letter d., alwaar het van de andere deelen afgezonderd, en
nog raeer vergroot, vertoond wordt. Dezc twee gras.vormige fmalle tongbladen
zyn eemgzins geboogen of gekromd, doorziclitig, en helder geel; doch in
t midden donker, nadien 'er eene roodbruine ader doorheen loopt; die, «elyk
ook de toiig zelve, aan den oorfprong breed is, en vervolgens fpits' toeloopende
eindigt. Het overige dezer tong is helder, en heeft een lid, s-elyk
cen lepel, die toegeboogen kan worden.
Na dat ik nu het deel, door middel van 't welke de Scorpioen de fpyzt
tot zieh neemt, vvaargcnonien had, verledigde ik my ook om de opcniiw,
waardoor hy, na de verduuwing der fpyze, het overlehot weder uito-eeft, m'
te fpooren.^ Ik bezag zeer naauwkenrig zo wel de leevende Tyrolfche als de
doode Italiaanfche Seorpioenen; niaar ik koii, noch aan de boven- nodi
aan de onder-zyde, noch aan 't einde van 'i achterlyf, noch aan eenig lid
van den flaart, iets diergelyks ontdekken. Eindelyk befpeurde ik aan dai
dooden cn in booniolic ovexgezonden Scorpioen, acin de ondcrvlaktü Viiii 't
i y i , milchen de iiiieding van t Ikiatite pniir pooten, cen kleinen wrnt niec eeii
• verdiepend puntje, recht onder de op den rüg ftaande Letter es vSn de iii!
iig. Toen ik daar eenige lucht in blies, zag ik met verwondering, dat, zo
wel by \ Mannetje als by 't VVyfje, het achterlyf opzwol en dikker wierd;
doch buiten deze opening en den mond kon ik nergens eenige andere vinden.
OndertulTchen zou ik evenvvel die opening niec volrtrekt willen iiitgeeven voor
die gene, waardoor de Scorpioen zieh van zyne vuiligheid omlafl; noch dezelve
het Teellid noemen; gemerkt ik niet zeggen kan, of hy 'er zieh op
de eene of op de andere wyze van bedient. Vlak achter den zo even genoemden
Wrat is 'ef, en aan de Wyfjes en aan de Mannetjes der tegenwoordige
foorte van Seorpioenen, even als aan alle de anderen, een gantfch byzonder
bewcegelyk deel te zien, gelykende naar een paar vlosvcderen, die haare inlednig
naaft elkander hebben, en tegen elkander overllaan. leder dezer vlosve-
Fig.!,. deren heeft tien fpitzen of tanden, gelyk in de 4ile Fig. te zien is, alwaar il:
ze by vergrooting onder 't 00g gebragt hebbe. In deze af beelding'is de" op-
Lttt. f . gemelde wrat, benevens de verdiepte opening met f . en de beide met tien
c" ä i . fpitzen berette vlosvederen, die hunne iiileding daaraan hebben, met irf. getekend
Doch of deze laatllen aan alle foorten van Seorpioenen altoos i'icii
fpitzen of tanden hebben, kan ik niet zeggen. De Heer LINN^DS fchynt te
tegendeel te leeren; dewyl hy, zo als ik boven 4. pag. 316. gezegd hebbe,
dienvolgende de Seorpioenen verdeelt; want zyne wiite kämmen, van welkei)
h y het getal der tanden opgeeft, zyn niets anders, dan deze beide deeleii.
welken ik by Vlosvederen vergelyke. Doch diergelyke kentekens, welken
nien eeril met een Vergrootglas moet zocken, komen my niet diiidelyk genoeg
voor. Daarenbovea zegt hy ook nog, in zyn Syflem. Nat,, dat de Italiaanfclie
Scor-
Scorpioen aan ieder zyner kämmen 30 tanden heeft; en ik hebfae nochtansTAj.
de mynen, die gewislyk Italiaanfchen waren, 'er niec meer d aan an tien k o n - ' - ' ' ^ ' '
nen vinden.
SOp
dezen belchreeven Scorpioen zal ik 'er nog een laaten volgen, die
men, op het uiterlyk aanzien, genoegzaam van de voorigen kan onderfcheiden,
en door anderen, inzonderheid door den Heer SEBA , reets in af beelding mede-
^edecld is. Hy noenit hem
Den Surinaam/chen SC O R P I O E N ,
en ik zal hem dien naam laaten behouden: want onaangezien ik dezen Scorpioen
in verfcheiden verzanielingen van Infeften gevcnden hebbe, en ik hem
ook zelf magtig ben, zo heeft my nochtans niemand deszelfs eigenlyke Vaderland
weeten op te noemen.
Vermitä deze Scorpioen, niet alleen cen opzichce der koleure, maar ook in
gelhlte, van de anderen verfchilt, zie de 5 de Fig.^ zo is het onderf(;heid
gemaklyk ce erkennen. Deszelfs grondverwe is dof bleekbruin; en wanneer
wy 't laatfte lid van den Staart, waaraan de Angel zic, benevens de beide
Schaaren uitzonderen, zo zyn alle de overige deelen mec donkere dwarsftreepen
en vlakken befprenkeld. Raakende de geftalce van dit Infeft; alle deszelfs
deelen zyn fchraal, zo dat hy zieh gantfch dor en mager vercoone: ook ziet
men, inzonderheid de beide Schaaren benevens hec lid van den ftaarc, waar-^^^'"' *
aan de Angel zic, zeer rank, langkwerpig, en mec hairen bezec. Het laacfte
lid van den Staart dezes Scorpioens is daarom te merkwaardiger, om dat hec,
behalve zyn langen en krommen Angel, nog eene daarcegen overitaande körte
fpits heeft; des men hem gevoegelyk den ranken Scorpioen met ihn duhbelen
Angel zoude mögen noemen. De beide oogen, welken wy op Tal. LXV. in
de »de Fig. by den Oofterfehen Scorpioen reecs by vergrooting gezien hebben,
ftaan ook hier, zo als by den voorigen Italiaanfchen Scorpioen, in 'c midden
op de bovenvlakte van 't borlliluk. Doch betreffende de blinkende knopjes,
die van zomraigen insgelyks voor oogen gehouden worden, en voor aan den
rand van 't borlliluk zitten, desaangaande kan ik alleenlyk zeggen, dat ze ook
aan dezen, zo als aan de voorigen, gevonden worden.
De meefie en bykans alle Schryvers getuigen,
ide Deel ide Stuk. V v
dat de Seorpioenen hunne
Jon»