&SS VERVOLG VAN DE BESCHRYVING
- I 'ti
J ih: M,
; • I ,
{ : ;
••¡l!;-
i'lüi:
TAU. niets anders is, dan de vuiligheid in den Endcldarm. Deze Wormen zitten
LlX, meeftal onder 't borftharnas van den Kreeft, inzonderheid ter wederzyde^
T-. van den kop tot aan den ilaart, en dikwyls in mcnigte. De softe, sille, en
ßig, vertoonen deze Wonnen in die eigenile geftake, als in de ipUe
"Fig., maar by vergrooting. Ik kan tot nog niet zeggen, of deze Wormen
van binnen in den Kreeft gebooren worden, of 'er van buiten aankomen;
alleenlyk hebbe ik ontdekt, dar de Kreeften, ten zelfden tyde, wanneer ze
met deze Wormen bezet zyn, ook veele kleine troswyze aan elkander hangende
Eieren hebben; die voornaamlyk, onder de Schaale, gevonden worden,
aan die deelen, welken overeenkomen met de Vifchkieuwen, waar van reets
boven, by de befchryving der päe Fig. van Tab. LVIII., gewag gemaakt is.
Verder ftaat hier omtrent nog aan te merken, dat vooral die deelen, welken
met de acbterfte lange pooten te zamenhangen, daarmede bezet zyn; gelyk
'7'men in de i/ile Fig. van deze Tab. zien kan; alwaar ik drie zodanige met
den poot vereenigde deelen, als ¿en breede en twee fmallen, benevens de
Fig. la.daar aanhangende Eieren, by vergrooting voorgelteld hebbe. De i8de Fig.
vertoont eenigen dezer Eieren nog meer vergroot. Uit deze afbeelding ziet
men, dat dezelven door een tederen en dünnen draad aan elkander gehecht
zyn, en dus te zamenhangen. Ze zyn gemeenlyk onderfcheiden in koleur, en
daarom, is 't te vermoeden, van ongelyken ouderdom: men vindt dezelven
deels blinkend bleekgeel-bruinachtig, en deels donkerer, of ook wel gantfch
zwart, Hunne geftalte is raeer citroenachtig dan rond; en ze hangen aan beide
de einden te zamen, door middel van een draad, die omtrent zo lang is,
dat 'er nog gevoeglyk een Ei tuüchen beiden geplaatft zoude können worden;
ook hangen ze, door middel van deze draaden, aan de franjes of kieuwachtige
deelen vaft. Of nu de bovengemelde Wormen uit deze Eieren voortkomen,
dan of ze van dezelven gelegd worden, hier omnrent is wel waarfchynlyker
wyze te giflen; doch men kan 't voor geen volilrekte waarheid opgeeven.
IntulTchen zien wy hieruit, dat ook de Kreeften, even gelyk veele andere
Infeften, hunne Wormen hebben; zelfs is 'er buiten dezen nog eene andere
foort van Wormen, die tot eene plaag der Kreeften verllrekkenmaar ik kan
dezelven voor ditmaal, dewyl ik ze aan myne Kreeften niet gevonden hebbe,
niet afbeeiden. Deze foort is wit, en van gelyke grootte als de voorige;
doch zy heeft meer overeenkomii: met eene Made of een Bloedzuiger, die
door de hardfte Kreeftenfchaalen heen byten, en'er bygevolg in-en uitkruipen
kan. Beide die foorten van Wormen worden aan een gekookten Kreeft met
zo ligt ontdekt, als aan een leevenden; want aan den laatilen Valien zy, nog
leevende, door hunne beweeging «erder in 't oog, dan wanneer zy de ber
wee»-ing met het leven, door de kooking, verlooren hebben: dat zekerlyk
zeer <roed is; dewyl anders de luil tot Kreeften by veele Ltefhebbers verminderen
zou. Ik zal vervolgens myn bell doen, om deze laatfte foort van
Wormen, by eene andere gelegenheid, ook afgebeeld mede te deelen; en
voor teeenwoordig overgaan ter nadere befchouwinge van de reets aangetoonde,
ASTA CVS FI. UI IA 2TL IS .
i i l i :