N A T U U R KUNDE.
teeren gemaakt worden. Ons Diiycfchen,
Hollanders diend daar toe borer, den Iralianen
en Franfchen, Olie. Beide zyn zy byna van
eenen aardj hec wezen daar van makendevett
e , olyachtige deeltjes, wezendiyke voor hec
bloed, balzemachcige, nodig cm vet, merg, I
P 2 7
fmeer te maken. Ik late achter wegedegancfche
wyze van behandcling , op >velke deze
koitelyke vochten boter en oly gemeenlyk worden
bercid. Zie Bochart Hieroz. I. D. iL H,
32. kap. 3i5,bl.
P R I N T B L A D DXXIV. DXXV.
Ende ik zeiäe j Ik zal in mynen neft den geefl geven: ende ik ml de dagen -ver-
, aá het zant. Job X X I X . vers 18.
De konfi vertoondt, in twee Tafreelen-,
U eenen fchat van zaaken aan:
Maar wilt gt d' oorzaak befi verßaan
Zo hat wii) 00g niet langer Jpeelen,
Op Fenix, PalUmboomen, of
Gedacht'nis Munten, fchoon van fiof.
Noch wat zieh ver der komt vertoogen;
Maar dringe met een' genegen Zin,
Den Lußhof deezer blad'ren in,
En zie daar, met inwendige $ogen,
Een reeks van blomen, mild vergt
DOÖR. SGHEUCHZERS ¿FF/Z, elks"agting waard^
Uyt heilige en onheilige Hoven ^
En roep met my vevwond'rende uyt:
AI wat deez' fchoonen Hof beßuyt,
h om zyn zeldzaamheid te loven;
Want ScHEucHZER, die kern ßichtte en gaf^
JViß heilzaam kooren van het kaf>
OMtrend den echten zin van het woord
Chol twiftcn drie natuur - rykenhet dierlyk
wi ldei^mx, hetgroeibaarwend de Palmhom
voor, het mynftoííig verkicft het Zand.
Voor de Fcnix fchynen twee plaatfen van
de H. Schriftuur te ftrydenj deze Text van
"^ob, welken wy rer verklaring genomen alwaar de L X X . hebben phomix, en zoo
de Ziirich-Latynfche: de andere plaats komd
voor Pf: X C 1 1 . 1 3 . De rechtveerdige zalg rotyen
^J-'een Palmboom, alwaar de L X X . wederom
Matos hoos fhoinix antheyfii, maarde Latyn-
, de dubbelzinnige Fenix uyt de weg gebend
iiebbende, Palmboom. Deze plaats van
iJavid brcngd Tertullianiis by ovcr de opftan-
® '"g kap. 13. en Epiphaniiis in Phyßologo: maar
«•e van Job de mecfte Rabbynen met Beda.
ßewclke willen, dat hier als met devingeraanpweezen
word hec oude Spreekwoord van het
"ngduurig leven van de Vogel Fenix, hec wel k
00k voorkomd by Lucianus in Seh. eyn mey
mnikos cfii bmey. Wanc zy willen dar deze
"gel zal leven tot aan de wederoprechtinge
die dingen, of, zoo gyl ieverwi l t , tothet
^inae van hec Placonifch jaar, het zy zieh dac
eindigd bintien 1461. jaren, in welke tydlooji
Tacitas het leven van de Fenix bepaalc, hetzy
g y neemd 25900. hec zy met den Oudcn
36000. Aan deze Fenixbeminnaars komd ten
onderítand de fpreekwyze van yob: ik dachte
dat tk in myn neji zoude (ierven , zinfpeelende
veellicht o p die overlevering der Alouden, waar
by eene oude afgeleefde Fenix een neft van
K a í l i e , wierook, andere koftelykc fpeceryen
gemaakc zoude aanfteeken, en zich zelve verbranden
j de fabel-beminnaars onder de Joden,
dac 'er uyc deze brand een ey overblytd, waar
uyt een nieuwe Fenix wedcr opftaat, en dac
deze vogel onfterftelyk is, omdachynooitvan
de verboode vrucht zoude hcbbengegeten. Dez
e leugendcn zyn te lezen , gelyk mecrvandac
z o o r t , in hec Boek van Rabbi Ofajas. tcncj'-
cel hebbende Bmfchith Rabba , gcfchreevcn
omcrend hec jaar 210. in Jalkut, Midras Samuel
SeB. 12. by Pomarius in het Boek The'
7»ach. deweike aan deze Vogel een leven van
l o o o . jaren toeíchryvcn. Dit verdichtzel heefc
de gehele oude wereld doorgezworven j Nonñus
m Dionyf. Lib- 40.
Chilietps fophos orms ep' euodmoofeoo boomoo
i i Phoi*
'^.fl i-
.i ¡i
« '