ísri,
r •
: ii
' ' 1
i L .
1 .1
1 , 1
.1 L-. • •'•
.Itili
• l ' i ;
•••r'
.1: . !
Iii':,—;," '"ilf'
G E E S T E L Y K È
I O I 4
g e , tyne reuk , fclierp gezichc. De tyd kar
nu niec toe, 00k hebbe ik gene luft, den geeftelyken
zin dezer woorden ce verklaren. Gewiliig
lace ik over voor Hie genc, dewelke
mecrdcr bekwaamheden hebben, en zig op de
verborgen Godgeleerdheic leggen, de overecabrengingder
gevoelens lynrechc ftrydende. of
de keurc vati eene van beiden. Zie Bochart
Hieroz. II. D, I L ß. 2. kap. bl. 169 — 176.
P R I N D B L A D DXXXII.
Zie im, Behemoth, welken ik gemaah hebbe fievcmu, hy eet hooy, gelyk een
runl.
Ziet iog, iyne hracht h in zytic Icndenen: ende %yne macht in den mvelzyms
iuyh.
Ah V hem luß, zynen ßeert is als een ceder: de zctiuwcn zyfiCY fchocitniß zy;;
doorv lochten.
Zym beenäeren zyn als vaß hoper: zyne gebeenten zyn alsyzere hanähoomen.
Hy is een hoofdßuk der mgen GODS: die hem gemaakt heeft y heeft hm zyn
zTveert aangebecht.
Om dat de bergen hem voeder voorthrengen, daarom fpeelen alle de dieren des
velts aldaar.
Onder fchaäüWachiige boomen leid hy neder: in een fchuylplaat^e des riets, enäe
des ßyks.
De fchaduwachtige boomen bedekken hem, elh een met zyne fchadwwe: de beekwilgen
omnngen hem.
Ziet, hy doed de riviere geweld aan, ende en verhaaß "Kjg niet: hy verirowwd^
dat hy de Jordane in zynen mond zoude können intrekken.
Zoude 7nen hem noor zyne oogen können vangen i zoude men hem met ftrikken den
neuxß doorbooren können ? J o b XL. vers 10 — 19.
Een Tritt van Beeflen fchenkt de fchoone Snykonß hier.
De Behemoth, een land en waterdier,
De IFatcr-Os, en dan het Zeepaard, ßerk van krachten,
Om al hunri zddzaamheén hoog te achten.
Erken in hen, hunri Maaker, die hen heeft
Gefchapcn, en hen altoos voedzel geeft.
En 'Wik ge een gantfchen reeks van fi-aaiheid van hen hooren^
Die mmmermeer u kwam ter ooren;
Leen uiv gehoor aan SCHEUCHZEKS fiem ;
Zyn redenen, van kracht en klem.
Die zullen «, hoe kort, met klaarheid leeren.
Den Schepper, in 't Gefchapene altoos te eeren.
Na vele te land ter zee gedanejachrocifeningen,
vilTcheryen tulTchen gefchichcfchryvers,
Beeflren-befchryvers en Woordenboek
opfte!ders aangcftelde raad-inneemingen,
voornamenclyk met Bocharts Hieroz. II. D.
V . B. 15. kap.en LudolfsHifi.^ithiop. I. IS.
I I . kap. en Comment. bl. 155. becoogingen,
is byna mec eenparige ftcmmen voor de Behemoth
erkend liet Zeepaardt, aan Job als een
bewysdom van de Goddelyke raachr voorgeilelr.
welken ook w y , zoo in een Afbeeldzel
yercooncn , als volgens den draad van den
T e x t , voornariientlyk iiyt de hedendaagfche
Nacuiirkundige Hifiorie zullen befchryven •
zuUende eerft larcn voor af gaan hec zamenftel
j van dit overgroote beeft zodanigais opgemaakc
lieefc Fab. CoUmn. AqvatU. et Terrcjir. Ob-
• ferv. c. 15. iiyc het oorfpronkelyk voorcgc-
; bracht, het wclk Frederik Zerenghi een Heel-
1 meeiler van Là Nera iiyt Hgipre in Italie heeft
; gebracht , alhoewel dit beeft nog niec van de
I groocfte was. De gedaante van het ligchaam
; ichynd het naaft aan de olTe of liever beere-
I geftalto te kooieu, in grootce gaat hec eenen
TAD, DXXXI L
l O ß . CajJ. X X . IO --ly.
B e J i e i i i o f i i , Hippopotajiui
i'npl» OW, XJ..I'. 10-in.
Él::!'
1)1: • )