1 0 3 4 GE E S T
Zoo dar derhalven de fchuytnende zeegolven
doormengd mec hec zaad en bloed van de Walvii'cli
tene zoorc van zalve vercoonen , en by
dezelve zeer gevoegelyk können vergeleken
worden.
Vers 2 3. Achter hm verlicht h y bei päd: men
zoude den afgrond voor gryzigheid houden.Hitx
ftaat aan te merken , dat thehom in hec regen
woordige v e r s , en metzoulah in hec voorgaande
betekend alderhande diepte der wateren, of
00k van flyk , Ff. LXIX. 3. en Zach.X, 11.
zyn metzoulothjeor diepce der wateren, alderdiepße
wateren, namenclyk van de Nyl. Hec
fad derhalven , hec welk de Leviathan achter
hem verlaat, gelyk 00k de afgrond door gryzigheit
omtrokken können gemakkelyk verftaan
worden van die lange fchuymachtige ftreepftreek,
welke de Krokodil achter zig laac, gelyk
hec fchuym van eene Scheeps-nein. Homerus
OdyiT: M. vers 17z.
- - - leukainon hudoor xeßeys elateyßn.
zy maken het -water wit door gladde riemen.
En Apollonitis van ds Argonauten\. B. vers 54^.
- - - makrai d' aien eleukainonto keleuthoi.
De lange wegen fcheenen altyd wit te zyn,
Ovidiiis in de Brief van Oenone:
- - ' het water door de riemen nytge'
haalt wordgrys.
Zoo word cok de zee grys door de daar door
varende fcheepen en beweeging van de Walvifch.
Manilius. I. ßoek.
Celyk de zeengrys worden, de kiel eeneßreek
irekkende.
Eindelyk van de Walviflchen zelve , dewelk
hier zeer gemakkelyk geplaatft worden. Statt"
KS I. B. van de Dolfynen.
- - - alwaar de gryze tekenen van de
vlucht een weinig fehuimn , en het fpoor in de
vloeibare zee zieh verließ.
Byzonderlyk paft hier op , en ter opheldering
vandacfmeer, die vecachtige ftreek, dewelke
de WalviiTchen achcer zig nalaten, of dewelke
mec hec zeewater vermengd een wit fchynfTel
verfpreid. En ter zake dicnd die proefneming
den duykers in de Perziaanfche Zeeboezem gemeen,
dewelke door olie druppelswyzeuytde
mond gelacen onderfcheidentlyk zien alles wat
hen op de grond oncmoct, gelyk die Sponsfnyders
by Oppanus Halient. IV. B. 611. vers,
ke duyßernijfen heen.
En eindelyk verdiend bygebraclic te worden liet
getuygenis der reizigers van de glinfterende
rtreek , welke de WalviiTchen hec pckelnat
doorfnydende ter lengte van cene gehele Duyrfclie
Mylc achter de reg laten. Martens Spitzbergen
II. D. 2. kap. Renne fort Hiß des Ind.
Orient. I. B. n . kap, Hafaus Leviathan 213.
Vers 24. Op der aar de eh is niet met hern te
vergelyken: die gcmaakt is, otn zonderfchrikte
wezen. Gnal-gnaphar, ophetßof, gelyk Deuc.
X X X I I . 24. melding word gemaakc van ßangen
des ßofs. Welke fpreekwyzc de Krodod
i l , by aldiendie de Leviathan is.verzend coc
de kruypende dieren , en met rechc , oni dat
dezelve wegens de korcheid der beenen kruypr.
Wy zetten de woorden lil/ti chath , op dat hy
niemand zoude vreezm, maar beter worden zy
vercaalt ad non conterendum, ut non atteratur,
op dat hy niet zoude vertrapt worden, gelyk andere
kruypende dieren ligtelyk worden vercreeden.
Wanc hec afzyn van vreeze in de Kro«
kodil is toc nog eoe gene gewiiTe zaak, Hec
tegendeclgetiiygen PÌwmi, Solinus\ anderen,
dac hec voor eenßoutmoedigen een wegvliedend
beeß is , en alderßoutmoedigß voor iemand die
vreesachtig is. Doch de verklaring van den
Text is kiaarder, by aldien wy voor de Leviathan
neemen hec zeegedrocht Orca , als het
welk in grootte, wrecdheid, fnelheid alle dieren
ce boven gaat. Oppianus 1. ß. vers 360.
Ook de zeer groote JVahifcb, en de overgroote
wangedrochten van de Zee
Zeer vermögende door ontembare krachten,
door een ßuurs gezicht
Affchouwelyk, geduurigewoedeblazende, en
Op de grond der diepte gekomen fpuwd hy
iiyt het fmeer,
Dat zelve ßraalt veel a f , ook word de
glans met de golven vermengd,
Gelyk eene fakkel alles verlichtende door dik-
Vers 25. Hy aanziet alles wat hoogis, hyis
een Koning over alle jonge hoogmoedige dieren.
Benefchachatz, zoonenderhoogmoed, zynhier
alle beeilen met hooge poocen, van dewelke
zelfs de alderfterkfte ter neder gellagen worden
door eene eenige flag van de Krokodils
ftaart. Wanthyisallesopflòkkende, menfchen
vreetende en beerten. Volgens Diodorus en
Horns Hieroglyph. ilaat dezelve met zyne (laarc
eerft ter neder. eer hy dezelve opvrect Petrus
Martyr Legat. Babylonic. III. B. Een Kamed,
paard , koe, of wat zoort van een viervoetig
dier hem ontmoet, wanncer de grooter Krokodd
hongerig uyt het water op het Tand komd, treft
hy door den flag met de ßaart zoo vinnig, dat.
hy het zelve de beenen gcbrooken hebbende ter aarde
werpt en dood. IVarit de kracht van dcplp
ßaart is zoogroot, dat by eens door eeneßagät
vier beenen van een groot becß heeft gebrooken-
In de Manilles, een eiland van de Tilippy""
fche by de rivier Parannaca hcefceen Krokodil
langen cyd een Olitane by de voec vailgehoudi^)
TAB. DXXXV
JOB T'I'P xi-ir V ITI v
l o h u s Sejiex, fehrc, piii
iiuiinmi'is yriu.'JiMi/ti'i;
: ^'f'Ut'rl.
t ' j s n
• i s .
ï.'ilij: ^
.•.III'"'
f l u
t i l . .