m
i t
tt}f
irt*
l i M L
i i i
I I I .
G E E S T E L Y K E
1 0 3 z
Krokodil, een verfchikkelyk,vleefchvreetetid;
mec tandcn gewapend , mec Ichubben , me
klaeuwen verzien groot becft uyc de wacerer
opkomd , ZOO worden beangft door vreezc
zelfs die gene, dewelke eene kcpere borft heb
ben. Mißcbbaiitn wegens verßagendheden, wrbmkingen,
het gmaed -word door vreeze verbrooken.
Zeer nadrukkelyk is het woord jithchattaoi.
OnzeLatynlchevoortreffelyk?;e/««»r,
quo fe vertant, fefe peccare facient, abtrrabunt
; zy wceten met 'werwaarts zy zig znllen
beeren, zy zulten zig doenzondigen, zy ziillcn
afd'waakn, in twyñ'el zynde, of raen ter rechter,
dan ter Unker zyde mocc gaan: Drußns
naufeant, zy z^nzeeziek, z^ braaken: Arias
Montanus, zy znllen zig zuyveren^ namentl
y k van bencden, van onderen, welke vreeze
de gemoederen fchuddende en door ftoelgangen
zieh ontdckkende den Hoogduy tfchen gele -
gendheid tot dit fpreekwoord heelt gegeven es tfl
thae-foangß, dafs er möchte in die Hofen hofieren.
Hyis ZOO bang dathywel in zyn broek zou kakken.
In de vreeze namenclyk verkrygt de zamentrekkende
beweeging der zenuwen de overhand,
waar door de bewoge mage het geene
daar inis naarbuytenuytwerpt, de ingewanden
naar beneden.
Vers 17. Raakt hem iemandmet denfwaarde,
dat en zal niet befiaan ; fpiejfe, fchild mg
fantzier.
Vers 18. Hy acht het yzer voor firoo, ende
hetfiaal voor verrat hont.
: Vers 19, I>epl en zal hem niet doenvlieden
: de ßmgerfieenen ivorden hem in ßop^elen
verändert.
Vers 20. De tverpßeenen 'ji'orden van hem
geachtet alsßoppelen , ende hy belacht de dril-
Unge der lance. Wy zien alhier, dat de fterkte
van de Leviathan gefteld word regen de wapenen
oudstyds in gebruyk, van dewelke drie
zoorten genoemd wordin , elders in de H.
Schrift niet voorkomende. Majfang betekend
anders eeoe reyze, een vertrek , nwar hier,
het welk uyt de Arabifche Schryvers blykt,
telum ttnt fyl, hoedanige mifTchien de op reize
zynde Arabieren gebruykt hebben. Siriah
word gemeenlyk genomen voor Sirjon een borßwapen,
hetvtelk als tot verdediging dienende
niet tot aan v a l , hier ter piaatze nauwelyks
in aanmerking komd. By den Arabieren is Sina
cene fchicht, eene kleine pyl. Thothach vers
20. zetten de Griekfche Taalslicden overfphu'
ran, Hieronymus malleos hamers, en zoo 00k
w y in de Moedcrtalige, Hammer., in de Latynfche
catapulta, de Kaldeeuwfche overzettin^
fecurim, eene byle, de Syrifche en Arabifche
haßile, eene piek ; bochín fufiem, eene
fiok. vers. 19. ben kaßheth, de zoon der booge
word , volgens de manier der Oofterlingen ,
zecr aardig by overdragtige fpreekwyze de pyl
genaamd, enzoodepylenKlaaglied. III. 13.
bene afch^hath , zoonen der böge. Kidon is
cenefpiefe, of werpfpies, hoedanig de Walvilch
vangers gewoon zyn op dezclve af te
fchieten. Dezelve is van tweederlei zoort, de
cene Fig. a. noemen de Hollandfche viilchers
een harpoen, en aan wien dat werk om dczelve
uyt te fehiecen is aanbevolen harponiers: de
andere Fig. b. eene lens ( à lancea van eene
I p i e i l e ) , waar mede eene walvifch ter dood
toe te doorgrieven zy lenjjert noemen. Hafaus
Lev. bl. 200. Die gene, dewelke de gedaante
van de Krokodil vcrgclykt met de befchryving
van de Leviathan , welke in den Text
ftaat , zal zyne toeftemming aanftonds geven
aan dat beeft , onoverwinnelyk voor de , nuverklaarde,
wapencn, als welker huyd onbreekbaar
is. Herodotus IL B. Eene huydtegen
alle ßagen onverwinnelyk. Plinius. Seneca Nat.
IV. ß. 2. kap. Het bovenße gedeelte
des ligchaams is ondoordringbaar zelfs voor
de tanden van grooter dieren. Solmus, dat zy
omgeven worden door eene aldergrootße vaßig.
heit van huyd, zelfs zoo groot^ dat dezelve
alle de treßngen, uyt watfchietgeweer aangedrangen,
weder om kaatß. Ammianus, dat de'
zelve eene zooßerke huyd draagd, dat derzelver
gewapende ruggen nauwelyks door defcheu*
ten der krygswerktuygen doorboord worden.
Ook getuygen de hedendaagfcheSchryversvan
de Krokodil, dat dezelve onverwinbaar is voor
de kogek zelfs van degrootftevuurroers. ScO'
liger over Cardanus. En waarlyk den WalviiTchen
is naadeelig eene huyd en vieefch door
pylcn konnende doorboord, door een mes gefneeden
worden, en een aard boven alle groote
dieren vreesachtig , alwaarom dezelve op
het gezichr van menfchen en fcheeepen aaaffends
de vlucht neemd, ja gezegd word van
vreeze te trillen. Dog aan Hafans komd weder
ter hulp het zee-gedrochtörw. en defleifs
harderhuid, vafter vieefch, hoedanig dat van
hec Zeekalf is by Opptamis Halieut. V. ß.
vers 375.
Het Zee-kalf word niet wederhouden door
. de ßeekelige angel,
Nog het Itgchaam gehwetß door deßag vm
eene driepuntige fchicht,
Want eene over barde huyd bedekt de ßerke
led
Dog merkt de zeer Beroemde Man aan op
vers 17. dat Sinah kwalyk verraald word doof
lorica een borftwapen, maar dat liet betekend
mthmdmg, wEchzending, "^eermdrMjmg, zoo
dat de zin zoude zyn, wanneer de Leviathan
met eene fpies word geraakt, dat hy dezelve
doed van hem vertrekken, ten eenemaal verwerpt,
ZOO dat dezelve afgefcbooten zynde era
afgezonden wederom neder Valien zoude en
omgedtaaid worden. Daar koridegeen Tylnog
fpiejfe aan hem hechten, dat dez-ehe niet^^egens
zyne hardigheit zoude moeten te rüg fpringen.
Vera
N A T U U R
Vers ¡1. Onder hem zyn fcherpe fchervm ;
hyjfretdztg of het pmtachtige ab of ß,k. Deze
svoorden zoud gy wederom gcmakkclyk op
de Krokodil toepaflen, voor dewelke in plaats
van een bed zyn of fcherpe kdfteencn , of
(cherven, aan de huyd voi fchilden geene fchade
toebrengende, daar in tegendeel andere
beeften nederleggen op llroo , gras , aardc ,
lekend verdiend te worden eene byzondere
zoort van marteldom , door welke de Heidenen
den ouden KriftgeWigen plagten te pyni- ,
p n . leggende onder dezelve in pFaats van een
bed fcherpe potfcberven , van dewelke Prüdem,
us m de lofzang over den Martelaar Kineentius.
Hl kvtelt datmm fiherf e brokken van potten.
ruygboetíge, f f Uze. mishakk. onder den
rvgvan den ter aarde leggende zoudtßrooyen.
Bochan zet onzen lext dus over: Foor
hem zyn de fumen der fotfiherf, hyleidztg
rnder als cene dorfch-Mgen m het ß,i. Ue zm
• s , dat i e gene, dewelke de Krokodil met
txn zwaard , of andere wapenen , tracht te
kwetzen, met meer uyiwerkt dan die gene,
dieop fcherpe potfcherven ofdorfchwagen zoa.
de flaan. Dar derhalven in eene gely&lelling
worden gebracht zoo fcherpe potfcherven, b?
dewelke i/ ß . kaji. de
harde rugge van de l^ofcodil vergelykt, mta-
> Oepdene kaifhoUdes) oflrakon harterois .
flerkefotfiherven-gelyk: als ook eene Dorfchwagen,
eene flank door fleenen ofyztrrcherp
gemaakt gá-jk dezelve befchryld Farro le
f R ^ f i- B. kap. R. JrfL»vergeIykt
dezelve by ecnc fcherpe vyle. Doch niet minder
fraai pali Hafens de woorden van den Text
toc op zyn pegedrocht bl. 203. de hardigheit
van wem huyd zoo groot ,s, dat het zelve op
zeer fcherpe rolzen en klipfen zmde können nederleggen.
als ofhetin zachteßykter ruß leidde.
Dat de over groóte Walviffchen meerendeels
vmaak fchepten m rotzige flaatzen van de
¿ee. Marcellus Sidetes in het Boek iatr. per,
irhrh.tfí/,.. '
K ü n d e . l o H
De mnd voi klipfen van de zee vervuldmet
rvahiffchen.
Van welkt zelve menigte klipfen en rotzen
mjfchten aan de funttge bergen ie naam Spitshergen
tsgegeven : milfchien ook dat 'tx lezien
« r ¿ o p d e f c h n l p e n , ofoefters, moneli,op
welke die zce-dieren nederleggen.
De ruggen nedergelegd op holle fchelpen.
Ov,d.us Herfihefp. a vers of
ook op de piintige ftnkken ys, Tsfchotzen, van
welke de Groenlandfche zee oveivloeid-
Vers 22. Hy doed de diepte zieden . nlvk
"ne fot: hl fielt de zee als eene Jpothekas io-
'erye^ De toepaHing is even gemakkelyk op
de Krokodil en op de Walvi/ch Gene zig
beweepndeop de grond ryzen in groote me.
"'gte lucht-blaasjcs om hoog, als uyt kokend
vvater, en het water Word zodanigmet het Dyk
vermengd, als had het de gedaante van eene
zalve aangenomen, Eene byzondete aandacht
verdiend de omftandigheit, dewelke de Arabi-
Iche Schryvers Damir en Alkaziun verbalen
ook aangemerkt, volgens het getuygenis van
Petrus Martyr yAU ß 4. kap door de medgezellen
van Kolumbus, dat hy zig onder de
wateten verbergende eene Muskus renk achteraa
. naarwelkook het vieefch zelf, anderffins
Ä t T ' " « r f ' zrfks-verhalen
Pt rchas Befihryv. van Flmda . cn Fnc. le
Blanc Navtgat. I. D. 2. kap: Ahvjatomoofc
zommigen de oorfprong van het Amberinde
Krokodil zoeken. Dns zouden de woordeit
van naar de letter pailen op de zee veranderd
m eene zalve die wel riekt, in eene wel^
rtekmde zalve. Maarwaarom word alhier melding
vaniitaiegemaakt,daar nochtans de Krokodil
geen zee, maar een rivier^dier.is ! In
plaats van antwoord ftaat te weeten, dat de
met alleen by de Arabifche Schryvers onvoorkomd,
maar ook in
de H. Schrift. Zoo verklaard Eutychius de
Mexandryn^ I. D bl. 8. de woorden Gen.
A L I 2. Daar k'jiamen op uyt de rHviere, Ovt
de zee, Zeven kneyen, namentlyk uytde Nyl.
dewelke de naam van zee verdiend', wegens
bare overgroote breedte, en om dat dezelve op
zekere tyden door hare ovetftrooming geheS
tgrpte in eene zee veranderd. Ook is hit wa-
»r van de Njl de zee gelyk. Plinins XXXV.
B. II. kap Maar daarenboven ftaat aan re
merken, dat dit groote beeft niet alleen in de
rivierenzigonthoud, maar ook in meiren, dewelke
by aldien breedzyn,zeen genaamd woroen,
ten voorbcelden verftrekken de Zout-zee
de zee Genezareth,ha Eodamifch Meir, voorkomende
onder de naam vairde Duytfche Zee.
la in beide de Indten en in Afrika is de Krotoaildegalfen
inwoonderder zee zelve. Maar
o o k p a f t d e Text op de Walvifch, dewelke
door zyne fnelle fcheut beweeging, wcrwaarts
hy gedreeven word , de zee drabbig maakt.
en even als zalve dik, cn als opkookendc.
Of gelyk een geneesmiddelgeßelt tn eene ßerke
kopere ketelßerk aan 't werken isen opfpringt
en doorofzwellendfchitimwitmord
Voornanicntlyk verdiend en vind plaats in dcuytleggmg
het Sperma Cet,, zaadt van de
Walvifch , die dietbare vettigheit, dewelke
deze groote beeften dikwyls in grooten overvloed
met de zee vermengen , dar de gehcle
zee daar mede bedekt word, en daar door gemell
worden de vogels Meeuvien en Mallemukken
genaamd, dewelke hier naa toe in overtalryke
menigte komen vliegen : ook is hier met
ftilzwygenniet voorby te gaan het bloed, hec
welk de gewondewalviirchenftorten, namentlyk
in ZOO grooten overvloed , dat purperverwig
daar van worden de Schcepen, de zee,
en ys-lchotzen in deNoordfche zee dryvendfc.
ZOQ
i
Pil
é