N A T U U R K U N D E. to8i
PRINTBLADEN DXLIV. DXLV.
Hy formen Iiarer alkr herte pf : XXXI i r . vers, if.
WM zdizamhtin ontdekt hier d' im « d' andere Prent
/tan 'jiamg Metijchen hae doorkeraard, onbekent'
De h,,ß.Jch,tß hier em fchat vm 'i Heeren 'j^anderwerkeu,
Slechts m het herte van een Menfch zeer klaar te merken
Hier SCHEUCHZF.R, die H geheim der heilige nattmr
Vbor teder ofenflup, -aertmnt het •wys. heßnur
Des Schefpers m het hart eem Menfche ga«feh mlknnen.
W,e W sen hy d,e ziet, niet kragt,g mgenomen.
Um LrUU, den oorjfrmg en kweeger van Y Heel j l
Te fryzen, die een reeks van -Emiren Zander tal
Beßooten heeft tn Y hart, de bronair van om lee'ven !
Fmg dan, i Leezen GOD, zyn fihuldtge eer te geevett
Hang met n-ji hart zo vd van -wond'ren, Hern to/
En foog, zo dikwerfgy uw hart gevoeld te ßaan
Uw GOD te looven, die «, door zyn band, Ut
Zyn geeß inademde, en u met zyn beeld vereerde.
De Hcyligc Pfalmfchryver geleid ons tot de
hene-kennis, en van deze totdcGODSkennis.
Hy wil dat G O D bemind word en
gediend als de Formeer der der herten znkenner
der herten. Het herte, een maakzel van eeae
oncindige konf t , roemt opentlyk den Konftenaar,
aan welken wy zoo vele lofredcnen zyn
v e r f c h u l d i g t , als deze gedimrige beweeging,
bloedfpuyc, bloeddruppelen, ter bewaring van
het leven naar de iiyterfte einden van het ligchaani
voortftiiwt. ßy aldicn iemand van dit
alderkonlligfte werktiiyg een recht begripvoor
z i g wil maken., dien is d ienf t ig, dac hy in de
Winkels der werkbaazen gaac, en de Ontleedkundige
Schouplaatzen. Hecaldergevoegelykfte
van allen is, dac het tnaakzel van her herte
word vergeleken by eene i langfpuyt, welk
werkruyg w y gewoon z y n te gebruyken om brand
te blufichen. Deze Pomp beftaat uyt twee
lang-rondwerpige gedaantens, Cyündren, dew
e l k e het water, dat iiyrgcworpen nioec worden
, onrfangen} met twee fchordeurtjes, van
dewelken het cene het water in het vac begreepen
binnen de holte der g W r m laat komcn,
bet andere den toegang tot dckrommelpuytcn
maaktj gene fluyt zig door het water naar binnen
gezogen, dezehetzelveuytgedreevenzynd
e : de andere deelen zyn vafte drukkende fy-
Iindren, en buyzen of kopere fpuyten. Nu'is
aan elk een van die g ene , dewel kernet die werkt
u y g omgaan bckend, dat deíTelfs kracht zoo
veel te grooicr is, hoe dat de evcnredigheit van
d e holle cylindet- rot de middcllyn der fpuyrjcs
g r o o r e r i s , insgelyks, hoe fnelder en ftcrkcrdc
kracht is der mannen, dcwelkedrukkenofpom- :
p c n j gelyk wy zien dac de rivierenmctgrooter
fchielykheit uyt eene wydeboezemíneeneeneé
vloeyen. Ook moetdeeerfteopening, dcwdk
e het water miaat evenreedig zyn, te weetea
w y d genoeg, op dat d e kracht zoo w e i d e perfl
e n d e , als denaer zichtrekkendeligtergemaakc
werde. _ E ene zodanige Pomp nUj maer van eene
oncindige kunft, is het Iiert, ook zyn hier bv
holligheden ofbedden, aen-en-afvoerende vaten,
daat zyn by klapdeurtjes, aUe deze in de
aldernyrgelegenfte evenredigheit. Daar zyn ook
by der band krachten de bedden te zamen dnikkende,
en nytftrekkende, meiecnwoord, aan
lier aldervolmaakft gcftel ontbreckt niets. Doc
dit werktuyg verdiend dieper te worden ineez
i e n , op datdeirelfsvoortrefFelykheitmeerrao.
g e uytblinken. Ik zal eene algemecne afbeelding
laten voor af gaan.
Laat de Fig. I. zyn de Slangfpuyt. a. b. de
h o l l e z u y l s v v y z e gedaantens. f.g.demond. ingang.
d. het valdeurtje het water binnen d e hol .
tens der cjlindren toelatende. e. het klapdeurtje
het water toegang gevende tot d e (puy t j e s , maar
het wederkeeren naar de eylmdren belettende
hh De fpiiyt het water uytwerpende.
F l g . II. A. Het menfehelyk hart in de nattmrlyke
legging. ß. De kroon-takken van de
kroon-ader. C. De takken van de kroon-polsader.
D- Het rechter oorlcllerjc. E. De adcrryke
takken körnende uyt het rechter oorlapje.
t . Het Imker ooriellerje. G. De ftam van de
groote flag-adcr. H. De ftamvandelong-ader:
Í. De opgaande ftam van de holle ader.
G c l y k eene brandfpiiyt twee holle eylindrert
heeft, alzoo z y n 'er aan het hert van een menfch,
van viervoetige beeilen en van vogelen twee
buykjes o fbedden, van dewelke het rechter het
bloed