
den vergeleken, en al het daar aan eigen nut en
voordeel kan getrokken worden.
Voor ons vaderland heeft het vervaardigen eener
zoodanige naauwkeurige opgave en korte befchrij-
ving der bewerktuigde wezens zich voor als nog a l-
léénlijk bepaald, tot die van het groeijend o f plantenrijk
, door de - uitgave namelijk der Flora VII
Provinciarum, van den beroemden Nederlandfchen
kruidkundigen en echten leerling van linn^eus zelven
, den Hoogleeraar david de gorter, met de
naderhand daarop gemaakte aanvulfels der Heeren
s. j. geuns, de beyer en de geer , benevens defe-
dert 1800 uitgegeven en nog (leeds voortgezet wordende
Flora Batava van den Hoogleeraar j. kops, zonder
dat tot heden iemand de niet minder belangrijke
taak op zich genomen heeft, om namelijk, de
Natuur-kennis van dit in zoo vele opzigten belang-
rijk land met eene der gelijke naar het Linneaanfche
Lecrftclfel ingerigte lijst of opgave der Nederland-
fche voortbrengfelen van het dierenrijk, in eene zoogenaamde
Fauna, als 't ware tot een en tegenhanger
der Flora van den Heere de gorter te verrijken.
De eere van het doen eener poging tot infandbren-
ging van zulk eene nieuwe, en hoogst belangrijke
bijdrage ter bevordering der Ncderlandfche Natuur-
gefchiedenis was bewaard voor de loffelijke Holland-
fche Maatfchappij der Witenfehappen, met zoo veel
roem, en tot zulk een uitgebreid nut te Haarlem gevestigd
, toen dezelve bejloot de aanvankelijke vervaardiging
van zoodanig een belangrijk werk, eene plaats
onder de rij harer uitgefchrevene voor feilen ïnterui-
men ; ten einde daardoor, ware 't mogelijk, den lust
harer landgenooten op te wakkeren , en deze gtwig-
tige gaping in de vaderlandfche Natuurgefchiedenis
eineindelijk
vervuld te kt i j gen $ verlangende zij ten
dien einde bij eene vraag, verfcheiden malen in dcr-
zelver jaarlijksch Programma herhaald :
„ Eene naauwkeurige Naamlijst der zogende die-
„ ren, der vogelen, en der amphibiën, die natuur-
„ lijke (en niet van elders overgebragte) inwoonders
„ dezer landen zijn, met bijvoeging van derzelver
„ verfchillende namen in verfchillende Nederlaiidfche
„ gewesten, en de geflachts en foorts-kenmerken
j, volgens het Linneaanfche ftelfel zeer kort gefield
„ en met aanwijzing van een o f meer der beste af-
„ beddingen van elk dier?”
M Men begeert bij de beantwoording dezer vraag
s, opgave van a l het wetenswaardige , het welk men
y, omtrent de levenswijze, voortteling en verfchij-
„ ning van deze bij ons huisvestende dieren, bij-
„ zonder lijk hier te lande, heeft waargenomen. B ij
v, de vogelen verlangt men eene afzonderlijke opgave
„ der genen, die, bij ons niet voorttelende, alleen
„ als trekvogels, o f fiechts in fommige omflandigheden
„ gezien worden
Ons federt lang met het doen van navorfchingen
en waarnemingen omtrent de dieren onzes vaderlands
bezig gehouden hebbende, ten einde die tot een ander
oogmerk te kunnen gebruiken, verijdelde een
zamenloop van omfiandigheden daar van de verdere
voortzetting, en noodzaakte ons het reeds bij dón
gebragte ter zijde te leggen; tot dat, door meerdere
ruimte van tijd en het fteeds onbeantwoord blijven
van het zoo belangrijk voor f e l der Hollandfche Maatfchappij,
in ons op nieuw de lust verlevendigd werd,
om den afgebtokenen en federt zoo lang geheel ter
zijde geltgden arbeid, met vermeerderden ijver we-
F der