
&66 NAAMLIJST yan
Eigtnfchappen. Vliegt gemakkelijker en ook hoo-
gër dan de andere foorten, folieert ook langs de
oppervlakte van het water; en , offchoon hare vleugelen
lang z iju , kan zij in het water onderduiken»
5* S. C antiaca , Linn. Spec. 15. De zwart-
bekkige Zee-Zwaluw, de Caugek. L'Hirondelle de
mer a dos et ailes bleuatres. T h e S a n d w i c h
T e r ne .
Nozeman V , 429. T emminck , Manuel I I , 735,
Kenteeken. De bek zw a r t; geel aan de punt; *de
iris zwartachtig; de kop w it, van achter met kleine
zwarte vlekjes; de nek en bovenrug w it; het verdere
van het bovenlijf en dekvederen der vleugelen
blaauwachtig grijs; de flagpennen aschgraauw, aan
den binnenbaard breed wit gezoomd; de pooten
zwart; lengte 16 duimen. Man en wijf ’swinters.
Volgens den Heer temminck is deze vogel in zijn
voorjdarsgewaad, en in den paartijd de S. africana^
linn. Spec. 12; en
De jongen voor de herfstrui S. jlriata linn.
Spec. 24.
Woonplaats. Hier te lande langs de zeebranden;
in groote menigte op de eilanden Texel en het
Eijerland, zij begeven zich zeer zelden op onze
rivieren en binnenwateren.
Voedfel. Visch en zee*infecten.
Voortteling. Hier te lande broeijen zij in eene
groote menigte op het Eijerland; zij legt a o f 3
witachtig zwartgevlekte eijeren.
. Eigenfchappen. Onbekend,.
IVdè
NEDERLANDSCIIE DIEREN, 2 67
IVde Orde. Steltloopers. * ( grall^e .)
LXXX. DE L E P E L A A R , (P L A T A L E A .)
Geflachts-Kenteeken. De bek horizontaal platachtig
, met een breed, uitloopend, rondachtig, fpatel-
vormig einde; de neusgaten klein aan den wortel
van den bek; de tong klein met eene fpitfe punt ;
halve zwempooten, met vier vingers.
1. P. L eucorodia , Linn. Spee. 1. De witte
of Europi^che Lepelaar, de Lepelgans. Le Spatule.
The white Spoonbill. We i s f e r L ö f f l e r .
Nozeman, Tom. I I , p . 172. Buffon V I I I , 2 y 1 .p l. 405.
FRiscH, T. 200 en 201. T emminck, Manuel I I , 595.
Kenteeken. De bek blaauwachtig, aan het einde
van den fpatel geelachtig; de iris rood; aan het achterhoofd
baat een bos loshangende vederen; het ge-
heele lijf is wi t; doch aan de borst is eene bree-
de gele breek , die zich opwaarts tot den rug uit-
brekt en zicli als een borstfehild vertoont, rondom
de oogen en onder de keel is een kale geele vlek ;
de pooten zwart; lengte 2 voet 6 duimen, vlugt 4
voeten. De zeer oude mannen.
De jongen van het ja a r zijn de Spatule blanche.
B uffon, VII, 229, pl. 24, de gekleurde plaat 405.
van buffon is een oude vogel. Frisch, T. 200 en aoi.
Woonplaats. Hier te lande aan de boorden der
rivieren , inzonderheid in de killen van het Berg-
fche veld of Biesbosch o m b r e e k s Do rd t, aan het
Haarlemmermeer, bij 'Nieuw er kerk aan den IJ s fe l,
in de uitgeveende plasten in menigte; in den nazomer
ziet men ze wel langs de zeebranden , en plegen