
Vlaamfbhe, (Vlaanderfche) o f ook zoogenaamde
$ rabandfche ras (waartoe ook het Zeeiiwfehe behoort),
hetwelk, behalve» hunne groote, lijvige
gehalte, tot kenteekenea heeft ten plat hoofd, kwalijk
geplaathe ooren , breede , zware, meest korte
halzen , zware manen en haart, een rond gefpleten
kruis, en herk behaarde, grove heenen met groote
platte hoeven: het is dit ra s , dat werk-paarden
Voortbrengt, welke door de overvloedige voeding
der welige landouwen, tot buitengewone zwaarte en
kracht tot aanhoudenden arbeid opgegroeid, door de
Engelfehen zelfs ter aankweeking en verbetering hunner
zoo beroemde kar- en werkpaarden is gebruikt
geworden ; terwijl wij, als eene zeer belangrijke aanw
in s t, hierbij eindelijk nog voegen het zoo beroemde
Luxcmburgfchc o f ArdenCcke paardenras, als
bijzonder kenbaar door deszelfs meer ineen gedroti-
gene dan geftrekte gehalte (gaande die zeldzaam de
middelmatige, dat i s , die van vier voeten en acht
duimen, te boven), door een over het algemeen
geëvenredigd regt, mager hoofd, van hetwelk het
voorhe gedeelte breed, vlak gewelfd, de neus meestal
regt uitloopend, fomtijds ingedrukt, en eeniger-
inate dik is j terwijl de kaken breed en wel geopend,
de ooren veelal klein en zeer beweegbaar
fomtijds wijd van elkander geplaatst z ijn . en de
oogen eer groot dan klein moeten genoemd worden £
voorts is het hoofd met den hals fraai vereenigd,
die zich in vergelijking roet die van andere rasfen
kort vertoont, doch genoeg buigzaam, van een«
ruime luchtpijp voorzien , en met zware manen bedekt
is. De fchoft is vrij verheven, de rug regt ,
flerk en gekloofd , de lendenen zijn kort en fterk,
terf
f f
terwijl aan het vrij verhevene, breede, meest ronde,
foms ezelskruis de haart wel geplaatst i s , en de
ruime geopende borst gewoonlijk met een uitnemend
wel gezond en gefloten lijf gepaard gaat: behalve
nog dat de magere zeer beweegbare fchouders, en
de wel geëvenredtgde, veerkrachtige drooge beenen
vereenigd worden door zuivere herke geledingen ,
van welke de achterhe in de waaijen echter fomtijds
iets te naauw bijééngeheld zijn, zonder dat zulks
echter eenig nadeel aan derzelver kracht toebrengt.
Voegende zich voorts bij alle deze voortreffelijke eigep-
fchappen eindelijk ook nog dip van eenen uitnemend
gunhigen vorm en vastheid der hoeven, door alle welke
voordeelige eigenfehappen, dit ras als bij uitllek
gefebikt tot den dienst der ligte ruiterij mag aangemerkt
, en op deszelfs verdere aankweeking en veredeling
eene groote waarde verdient geheld te. vypj>
den.
Het is aan den zoo achtingswaardigen als geleerden
, en voor de belangen der Koninklijke paarden-
hoeterijen even als voor de algemeene bevordèripg
der grondige vee- en artfenij-konst in dit Rijk ,
hoogst verdienhelijken Kavalierie-Majoor, den Heer
. g e isw e it v a n d e r n e t t e n , dat wij dankbaar betuigen
, deze beknopte doch naauwkeurige befchrijving
onzer verfchiilende Nederlandfche Paarden•rasfen ver»
fchuldigd te zijn.
Voortteling. Hier te lande bepaalt zich de fpring-
tijd van het einde van Maart tot het laatst van Jn-
» ij; de merrie draagt naar gelang baar gehel en
meerdere o f mindere voeding van omhreeks ; i — ja
maanden, en zoogt het jonge veulen gedurende
4— 5 maanden, wanneer dit zich meestal aan het
gewone gras begint te gewennen $ tot fpring-heng-
K 4 hen