
io . F. P a l u m b a r iu s , Linn. Spec. 30. De
Sperwer-Valk , Duiven* Valk. VAutour. The Gos-
hawk. D e r H u n e r h a b i c h t.
Buffon, I , 182, pl. 418. F risch, T. 81 en 82. T emminck:,
Manuel I , 55.
Kcnteeken. De bek donkerblaauw ; bet was geelachtig
groen; de iris en pooten geel; boven de
oogen een breede witte wenkbraauw ; de kop, de hals
van achteren en het bovenlijf blaauwachtig graauw;
de keel, borst en het onderlijf wit, met donkerbruine
Prepen over dwars en in de lengte; de Paart
aschgraauw, met 4 of 5 donkerbruine banden; leng-
te van het mannetje 16 , van het wijfje 24 duimen
; vlugt 3 voet 6 duimen.
De jongen van het jaar veffchillen aanmerkelijk.
Deze z ijn , volgens de Fleer temminck , de F . gal-
linarius, linn. Spec. 73. UAutour sors van buffon
, I , 182 en 184, pl. 461 en 423. Frisch,
T. 7c.
Woonplaats. Zeldzaam hier te. lande, houdende
zich in bergachtige Preken op.
Votdfel. Jonge hazen, eekhorens, mollen, muizen
, jong gevogelte.
Voortteling. Broeit niet hier te lande, maar houdt
zich op in de hoogde hoornen, inzonderheid in de
dennen. Zij legt 2— 4 blaauwachtig w itte , bruin
gePreepte en gevlekte eijeren.
Eigenfchappen. Boosaardig ; lam gefchoten , leggen
zij zich op den rug en verdedigen zich' met de
klaauwen, om niet opgenomen te worden. ..
11. F. N isu s , linn. 1Spec. 31. De Sperwer,
Via-
171
Vinkenvalk , Mosket. VEpervier. The Sparrow
llawk. D e r S p e r b e r .
Nozeman, Tom. l \ l , pag. 227. Buffon, I , 178 , pl. 467
et 412. F risch, T. 90, het oude wijfje. T emminck, Ma-
nuel 1 , 56.
Kcnteeken. De bek zwartachtig; het was groenachtig
geel ; de iris geel; het bovenlijf blaauwachtig
graauw; het onderlijf wi t ; de keel wit met Preep-
jes in de lengte ; de borst en buik wit met dwars-
Preepjes; de Paart aschgraauw met vijf zwartachrig
graauwe banden ; de pooten geel; lengte van het mannetje
12, van het wijfje 14 duimen; vlugt 2 voeten.
Woonplaats, Hier te lande, in torens , oude vervallen
gebouwen en in hooge boornen; komt in
A p r il, vertrekt in September.
Voedfel. Mollen-, muizen, lijsters en ander klein
gevogelte , hagedisfen, Pakken enz.
Voortteling. Broeit hier te lande 'en nestelt in
hooge boornen ; zij legt 3---- ó vuil w itte , ros gevlekte
eijeren ; broeitijd 3 weken.
Eigenfchappen. Schuw, moedig, lis tig, vlug,
fcherp van g e z ig t, vliegt laag maar fitê l, heeft zijne
vleugelen zoodanig tot zijn* wi l , dat hij met de
fnelheid van een’ , pijl tusfehen de tukken van digt
bijeenPaande baqinen doorvliegt , zonder ergens aan
te Pooten.
12. F. A lbicilla , Linn. Spec. 39 , et F. A l -
bigaudus , Linn. Spec, 51. De Wit Paart. Le Py~
gargue en VOffraic van cuvie-r , Regn. Anirn. ,
Vol. I , p. 5 5 , le grand Pygargue van buffon, I ,
55.' F risch , T. 70.
Kenteeken. De bek bijna,wit; het was geelachtig