
met penningen, gezamenlijk de beeldtenïs van ha«
ürianus vertoonende (Wandel. in de omflr. van
Arnhem, door j . h. nyhoff , bladz. 6 5 ) , en dan
een drietal Medailjes bij brengen , als ontwijfelbare
Romeinfche overblijfTels, welke binnen bet kwartier
van Velinve zijn gevonden ; de eerfte omftreeks
Renkum ( 1 ) ; de laatfte in het L a a r , niet ver van
het dorp Velp.
Van de zoo even genoemde Medailjes heb ik het
volgende alhier mede te deelen:
Alle drie waren zij van goud. Min zeldzaam is
de Gratianus, welke daarbij w a s , maar overzeld-
zaam mag men de beide andere noemen, als zijnde
van de eerfte grootte, en één van dezelve een Galla
Plactdia, die door den Heer Baron van spaen ,
vader van den tegenwoordigen Heer van biljoen ,
aan den Stadhouder willem den IV werd gd'chon-
k en; de andere een Homrias, welke te Arnhem
berust, onder den Heer Mr. joh. brantsen , lid
der Gedeputeerde Staten van Gelderland (2).
Deze (lukken nu wederfpreken de minbepaalde
woorden van den fcherpzinnigen, in het vak der
oudheid doorkneden, en ons te vroeg ontrukten
fchrijver der vooraangehaalde inleiding (3). D o ch ,
zoo
CO Op het Landgoed dé Beken, waar men ook eenige heuveltjes
in de heide vindt, welke (£00 vermoed wordt) nog onaangeroerde,
of ten minfte geenszins naauwkeurig onderzochte,,
Tumuli z(jn.
(2 ) ik ben dit Berigt verfcfculdigd aan de altoos hulpvaardige
minzaamheid van den Stichter van het Huis Daalhuizen, den
Heer Mr. g. van hasSe l t , een 111, door de beminnaars van
onze T a a l- , Gefchied- en Oudheidkunde zoo lang reeds met
dankbare hoogachting genoemd.
(3) Wijlen de Rijk svrjjheer van spa en , van wien men, ge*
h ik mij door denzeiven, voor ruim twïalf jaren , Werd medegedeeld,
zoo één als ander op de grenzen de Velinve gevonden
zijnde, nemen dezelve nog het waarfchijnlijke
niet weg van de gegrondheid des gevoelens, dat de
Romeinen nooit eene vaste Randplaats op de Binnen
- Velinve hebben gehad ( 1 ) .
Een pot met penningen en een drietal medailjes
konden , buitendien, door louter toeval en door
den koophandel op de Velinve zijn gebragt, even
zoo als enkele Arabifche munten, voor ettelijke
jaren, door fchipbreuk op de Zeeuwfche kusten
waren verfpreïd geraakt, en gelijk deze zelfde munten
, bij duizenden, voor barnfteen en andere waren
, aan de oude kustbewoners van de Oostzee
gegeven, ter verrijking der late nakomelingen, in
hunne graven weggelegd hebben kunnen worden.
Ook behoefde nog de Samifcbe urne geen Ro-
meinfche asfehen te bevatten, omdat dezelve van
Romeinsch maak,fel was. Zij konde zeer wel in het
. Opdeeld,
ook eene Verhandeling over het Veetngeregt had mogen
verwachten. De bouwftoft’en waren toen verzameld; hebbende
het Oude Landregt van Velinve den Schrijver bijzonderlijk geholpen
, ter benoeming van zaken,» tot zijn onderwerp behoo-
rende. — ï— 'Ëëhë™verbr&fcffiig van meerder licht, over de
Gefchicdenis van het Veemgeregt, zoude voor den Zutpbeririar
inzonderheid belangrijk zijn, omdat het difhïkt Bbrculo, binnen
zijn kwartier gelegen, niet onwaarschijnlijk mede behoord
heeft tot de roode aarde.
(1) Schoon z ij, door bruggenhoofden, den overtred in en
terugtred uit het eiland der Velinve openliicideii. Daartoe mag
ook gediend hebben dé nu getitelde llunnenfchansop de
ho>e, tegen het Huis Dorewecrd; welks naam een' zw'eem
van meerder waaffehijnlijkbeid aan deze losfe gisfing zoude geven,
indien men denzeiven hadde af te leiden, als die van
'Duurpede wordt gedaan, in de Oordedk. Inl. tot de Eist. yan
Gelderland, 3de Deel, BI. 49; namelijk van liet Keltifcbe
deur, opening.