
roer met den haas; teelt fterker voort dan deze;
geeft door het flaan van één der achterloopers op
den grond een dof geluid, wanneer het zijne jongen
wil doen vlugren, en laat_ een knarfend ge-
fchreeuw hooren, zoodra het verrast of gevangen
■ wordt; het wordt 8— 9 jaren oud.
2. {3. L . c u n ic u l u s d o m e s t ic u s . Het tamme
of gewone huiskonijn. Lc Lapin domestique.
Buffon, Tom. V I , PI. LH. SchrebeR , Tab. C CX ixV T . B.
Behalve een weinig meerdere kloekheid, heeft het
tamme konijn overigens meestal dezelfde kenmerken
en eigenfchappen als het wilde konijn, hetwelk
doorgaans met grond voor den flamvader van dit
gedacht gehouden wordt; zijnde het ontdaan der
veelkleurige tamme konijnen alleenlijk aan den invloed
der verandering van voedfel, beperkt verb
lijf, enz. dat i s , aan bun tam worden , o f verbastering
van hunnen eigenlijken natuurdaat toe te
fchrijven; daar toch de ondervinding deeds heeft
geleerd , dat dit alles, bij fchier alle tam gewordene
dieren, deeds hunne kleur veranderd beeft: ook
hier te lande komen daarom de tamme konijnen mede
in bijna allerlei kleuren voor: de oogen der
lichtkleurige zijn gewoonlijk bloedrood, die der
donkergekleurde dan eens graauw * dan eens bruin ,
of ook wel geel, en blaauvv, terwijl de bonte, uit de
vermenging van licht- en donkerkleurige ouders lier-
komdig, dan eens de kleur van den vader, dan eens
die der moeder bekomen; voorts is bij hen ook
opmerkingswaardig het oogluikend vlies ('membrana
nictitans') , gelijk ook hunne binnenwaarts geheel
kale, en buitenwaarts met korte zachte haren bezette
I ■ ooren ;
3 3 5
ooren ; liet wijfje draagt 30 dagen , werpt 4— 11
jongen, wien de oogen 9 dagen geüoten blijven,
en die niet vóór den I4den dag na hunne geboorte
loopen kunnen; zij zoogt deze ;6— -21 dagen, en
verbergt (wanneer zij dezelve, om hare nooddruft
te zoeken, eens alléén moet laten), den toegang
van haar legér, tegen het mannetje, en andere wijfjes
, wien dikwerf de lust bekruipt, om, gelijk dit
ook bij den haas en het wilde konijn plaats heeft,
de jongen op te vreten; 8 dagen na geworpen te
hebben, laat zij ook reeds weder het mannetje toe,„
en paart 6 of 7 maal ’sjaars , ook ’ s winters zelfs,
Wanneer namelijk de plaats huns verblijfs maar voor
nijpende koude bevrijd is.
Nog eene andere, en ook bij ons hier en daar
voortgekweekte verfcheidenheid is
y . Het Angorifche Konijn. ( C u n ic u l u s aiygore
n sis). La Lapin d'Angora. The Angora Rabbi
t.
Buffon, Tom. V I , PI. LUI et LIV. Schrebèr, Tab.
CCXXXVI. C.
Deze foort is niet alleen iets grooter dan bet gewone
tamme konijn, maar is ook meer rond, dikker
van kop en korter van ooren; maar inzonderheid
van dezelve onJerfcbeiden, door derzelver langer
zijachtige haren , die fomtijds tot 5 duimen
lang worden, en eenigermate gekruld z ijn , wordende
de zuivere witte en blaauwachtig graauwe voor
de beste gehouden: de Angorifche konijnen zijn
voor ruim 30 jaren het eerst van het eiland Angora
naar Engeland, en van daar naar Duitschland, en
ook hier te lande overgebragt, waar zij ook met
zorg en goeden uitdag zijn aangekweekt, zonder
I 4 ech