
volledigs kennis der zuidelijke gewesten Van dit Rijk') y
hunnen vermeerderd worden, waartoe wij (welk
ook het lot en gebruik dezer verhandeling zijn
moge') , niet ophouden zullen, zooveel ons zulks
za l mogelijk zijn 3 het onze ijverig bij te dra*
gen. *"twa
NAAMV
A N
NEDERLANDSCHE DIEREN.
I. KLASSE . ZOGENDE D IE R E N ,
(M AM M A L IA .)
ifte ORDE , PRIMATES.
D o o r de weldadigfte vereeniging der voortreffe»
lijkfte geest- en ligchaamsvermogens, aan het hoofd
der dierlijke fchepfelen geplaatst, biedt zich van
z e lf , als het meest volmaakte voorwerp, uit het
dierenrijk aan.
Geslacht I, DE MENSCH. (HOMO.)
Waaromtrent wij (alle dierkundige befchrijving alt
hier voor overtollig houdende), alleenlijk aanmer-
ken , d a t , offehoon bij de Nederlanders (als aframmelingen
der Batavieren) , gelijk bij de meeste hunner
naburen, door vermenging met verfchillende volken,
alle die algemeene, gelijkvormige hoofdtrekken
in gelaat en verdere ligchaamsbouw niet meer worden
waargenomen , welke hun weleer naar het getuigenis
der geloofwaardigfte fchrijvers, bijzonder
eigen waren , zij echter nog die rijzige geftalte,
die vastheid van geitel, dat krachtig en Iterk ge-
fpierd ligchaam , en die regelmatigheid van gelaats-
F 5 trek