
oog^t, ’s winters aan het te veld Baande koren en
jonge beuken-plantfoen.
5. Mus ARVALis, Linn. Spec. 16. De Akkerh
u is . Le Uiampagnol. The Field-Moufe. D i e
f e i d m a u s , S t o f sma u s .
IJUFFON, Tom. V II ; PI. XL VIT. Schreber, Tab. CXLPï
Kenteeken. De fnuit van den dikken, eironden
Itop (lomp; gedachtig bruine fnijtanden; de oogen
'klein , blaauwachtig zwart; korte van binnen behaarde
ooren ; de voorpooten zeer kort met 4 vingers
; een kort duimpje en fpitfen nagel; de achter-
pooten lang vijfvingerig. Het bovenlijf rood o f
brninachtig graauw; de buik witachtig geel; de
jjooten en teenen aschgraauw; aan het einde van
den endeldarm een aarsklier; lang 3 , de (taart 1 ,
hoog ruim 1 duim.
Woonplaats. Bijna in alle bosfchen en graan-ak-
Iters , welke laatfle zij den oogst der verfchillende
graangewasfen Ichijnen te volgen, en daarna ook
'hun verblijf te regelen; hun zacht toebereid en in
affcheidingen verdeeld nest heeft gewoonlijk twee
pijpen.
Voedfel. In de lente en den zomer fcheuten en
wortelen van het jonge gras, en van meest alle
graangewasfen , van welke zij de korrels en ook
zelfs de gebeele aren ten voorraad in hun nest (Iepen
, en daardoor *s winters dikwerf groote fchaden
aan het winter-koren veroorzaken. Ook laten zij, bij
mangel van dit hun gewoon voedfel, de tuingewasfen
en vruchten niet ongemoeid. O f ook deze muis ,
In deszelfs vrijen , natuurlijken Baat, geheel zonder
het gebruik van eenigen drank leeft, durven wij als
ïiog niet beflisfen ; offchöon alle die genen , welké
wij
Wij tot het doen van waarnemingen, geiure'nde
meer dan zes maanden, in glazen klokken houden
opgefloten, (leeds zonder het gebruik van eenigen
drank, wel gevoed en naar allen fchijn volkomen
gezond, blijven voortleven.
De Mus agrcstis of zoogenaamde veld- o f land-
ïrniis is waarfchijniijk van deze Hechts eene verfchei-
denheid ; gelijk ook de witte akker » muis {Mus ar-
venfis albus') , die men, offchoon zelden, evenwel
nu en dan ook bij ons aan treft.
Voortteling. Van April (foms zelfs reeds in het
laatst van Maart), werpen zij om de 5 weken van
5 tot 8 , loms zelfs 12 jongen, die zij Si dagen
dragen, en gekleurd als de ouden geboren worden.
Eigenfchappcn. Gelijk uit het hier bovenftaande
blijkt, in welk eene groote mate deze foort, zoo
door derzelver bij uitftek talrijke en langdurende
vermenigvuldiging, als door de waarde van derzelver
meest gezocht voedfel fchadelijk zijn kan, zoo
belangrijk komt het ons thans voor niet alleen naar
ons eigen naauwkcurig en herhaald onderzoek, maar
ook door dat van den Heer c . n ic a t i (*) uit volkorae-
ne overtuiging te kunnen verzekeren , dat het deze foort
van het muizengeüacht is , welke zoo dikwerf, door
der-
O ) in deszelfs zeer belangrijke Commcntctio ds Mare do*
mestico, Silvatico atque Arvali, door de-Faculteit van Wiskunde
en Wijsbegeerte der Utrechtfche Hoogefchoo! in i 3at
naar volle verdienden met den gouden eereprijs bekroond, ea
Welke alle aanbeveling waardig is, zoo wegens de naatiwkeunge
ontleed- en natuurkundige befchrijving der voorwerpen, daaiin
opzettelijk befchreven, nis wegens de aankondiging van e enige
tot lieden toe, hier te lande onbekend geblevene muizen-foor-
ten, welke wjj verlangen nader te mogen lecren kennen, om
M bet vervólg dézer naamlijst als inboorlingen van Nederland
H -kunnen warden opgenomen.