
; V:
i ■■
%
‘ i
l
i l
[■ : 1
■Ì
-- t
I Í
i r i.
ü
f5À
- Í
¡ I
O P D R A C H T .
is, den genen die door veel befigheden om de wijtloopige Sclirifcen vaii
andere vermaerde Kruydt-befchrijvers te doorlefen, belet worden, be-
hulpigh te zijn. Ick bekenne dat my door defe voorbereyde dingen
feer veel arbeydts en moey ten benomen is , anderfins hadde defe materie
ofte des felfs ordentelijcke ilellinge een meerder verilandt en groo-
ter naerftighey t vereyfcbt.
Defe geringe Eerilclingen mijnes arbeydts koom ick U E. opdragen
en toe-eygenen :.Eensdeels, om dat U E. meceeh befondere kenniife en
nauwkeurigb oordeel van geene aen U E. opgedragen wordt, begaefc
zijt: Anderdeels, om dat by U E. eenlanghduurende ervarentheyt
van ’t gebruyck der geneesmiddelen, die tot des Menfchen gefontbeyt
dienftigh zij n, gehuysveil is, Ontfanght dan defe geringe erkenteniíTe
met foodanigegunfìigegenegenthey tais bet aen U E. opgeoiTert wort:
’tfalmy loonsgenoeghzijn, dat defe bladeren met een gunfligbop-
ilagh der oogeii van U E. doorfien mögen worden, waer door ick my
veibonden falliouden altoQs te blij ven
*!Die ick ben
i
U E.
'Ditnßvaerdige Vriendt
P. N Y L A N D T ,
V O O R
ÌA
I
V O O R • R E D E N
Over den
N e d e r l a n t s e n H e r b a r i u s
0/
K R U Y D T - B O E C K ,
' ■ de-
' V* ■ .
Kraydt-onderfoeckende Leier.
E dringende nootfakelyckhey d t , een CMeeiireffe vm
'tgebrmck^ aller dingen, heeft met finder reden deredelijcke Schep^
feien, met veelderhande quälen en gehreecken beladen- z.ijnde, hulpe
doen foeckenaen die dmoen , ds7vekks tot haer gejonthejdt voerdeeligh
konde z.qnr Onder dez^ z.qn de Krujdenen GevJajfen by onje
J/bor~Oudeis meefl in (¡ebrujck^ geiveefl; foo dat de rechte kenniße
--- daer van niet alteen by ein Genees-meeßer, maer oock bfeen Apothe^
Uv nfre A r t2eny^berejder, en Chirurgen ofte Heel-meeßer nootfakelqck^ verejfcht wort
Jm äefi ks»mf WMhceft menender. aUmercM^ck¡ ßh^-
„ erooie « mni^achu» ? het « »n teeck(>, ofie van grmte l,chtvMrdkheyi,
des ¿\fsnfihen edele gefimhefdi en leven door onhpnde der Gcnees-mtd-
delenaldl in devoaegh-fihaelleßellen: ofie van grocte omvetemhen en dwaeshpt deß
k e Z f l e n aen de Krajdt-ßeckers. d,e dschvils cm,rem deß fik e onervarender d s fy
%fs L n , ,e betroaoven. Ende nademael men he, gebruyck. der vreemde i^ruyden en
D r o o Z ; fio- veel als 't m,gelßk.ie, l>ehoorde ,e verm,¡den, ende ,n der filver plaeffi
onfe eytren Inlandtje Kruyden, die gemacKel^cker en met meerder fekerhejt tn haer volle
b r a e iL bekomeßiin, nie, vervalßh, ovorden , en naderme, den aer, onßr
ren over een kowen, tot bevorderingh , bewmngnen hrßellmgh der geßnihptaente
ovenden : voaerom ick. oook^ die de Boomen , Heeßeren, Isuyden en Gewaßen,
ßo wel die in de Nederianden m 't wilde , als d,e ,n de Hoven der Kruydt-bermnnacrs tp
wallen, en naerftelßk.onderhoudenworden , uytverßheyde vermaerde m erßge en ge-
leerde Krmdt-befihrijvers by eenverfameU, op dat als ,n een k r , begrtjpbltjcken m oche,
da,o n sh J te U n d ig e e n e ofteweymgo Genees-m.adelen ,o, hewartngh endeherfielmgh
van onfe geßmhey, enZmbreken: ß o da, he, onnoodigh « , andere vreemde K ruydenp
IÍ'
I~h\
I