
1823. hoeveelheid wapenen en kruid en voor het ontbrckende eene som
gelds van hen geeischt: binnen vier dagen moest alles geleverd
zijn. De luitenant-kolonel hield deze hoofden onder strikt toezigt
bij z ieh , en gaf slechts aan eenige weinige der meest vertrouwden
verlof om zieh buiten het kongsie-huis te begeven. Terwijl dit
alles te Montrado plaats h ad , zond kapitein Trip u it L a ra h , vol-
gens bekomen last, sterke patrouilles uit om aan de Chinezen den
lu st tot tegenstand nog verder te benemen. Onder deze orostan-
digheden behoefde de beer de Stuers geen kwaad te vreezen van
eene zamenrotting van Ghinesche mijnwerkers te Manissa, zes uren
van Montrado, daar z ij, hoofdeloos en schier zonder krijgsvoor-
r a a d , niets konden of durfden ondernemen, e n , later verzekering
van veiligbeid bekomen hebbende, blijde waren tot hunne wonin-
gen en hunnen arbeid te kunnen terugkeeren.
Intusschen werd aan de geeischte uitlevering noode voldaan. Behal-
ve het groote kongsie-huis van Fo-sjon stouden te Montrado nog
twee kongsie-huizen , toen beide aan de kongsie Tai-kong behooren-
de 1) , in welke, naar de luitenant-kolonel met zekerheid meende te
weten, een aanzienlijke voorraad wapenen verborgen was. De hoofden
echter ontkenden dit en gaven voor dat de wapenen van verre moes-
te n gehaald worden. Toen de tweede dag voorbij en nog niets geleverd
was, zond de luitenant-kolonel een sterk detachement naar de
genoemde kongsie-huizen, dat weihaast, tot groote verlegenheid en
beschaming der hoofden, een twaalfponder, een zesponder, een drie-
ponder, 38 groote lilla’s , eene menigte pieken en haken, 120 vaatjes
kruid en groote hoeveelheden zwavel en Salpeter te voorschijn bragt.
Hierop liet de luitenant-kolonel een tiental der meest schuldige hoofden
in het blok sluiten. Het onderzoek der kongsie-huizen deed de
mijnwerkers weder de vlugt nemen; doch het gelukte den heer de
S tu e rs , door de handhaving eener strenge discipline, de bewoners
van den passar in ru s t en op zij ne hand te houden. Nog 30 lilla’s,
eenige honderden pieken en eenig buskruid werden achtervolgens uit-
geleverd. Meer was niet te verkrijgen, ’t zij omdat werkelijknalle
voorhanden wapens waren afgegeven, ’t zij omdat de eed der bent-
genooten hen van de aanwijzing terughield. Wegens het onvol-
doende en onvrijwillige der uitlevering vorderde de luitenant-kolonel
alsnu van de vier vereenigde kongsies nog 630 thail goud. Hij kon
s) Een van deze is waarschijnlijk // het oude kongsie-huis van Sin-ta-
kioe” , D. I , hl, 107, vermeld.
echter vooreerst niet meer dan 71 thail en 8 0 0 ropijen in geld 1823.
van hen verwerven; doch de hoofden beloofden het overige te Sam-
bas te zullen voldoen, eu Pangeran Bandhara, dien de luitenant-
kolonel steeds bij zieh had gehouden , onder voorwendsel dat de
tegenwoordigheid van een onpartijdig geluige van groot nut zou
wezen , bood aan hun daarin behulpzaam te zijn. Van de inwo-
ners van den passar, die niet tot de onlusten hadden medegewerkt,
werd niets dan het achterstallige hoofdgeld, ten bedragevan f 600,
gevorderd; zij voldeden dit gereedelijk, ofschoon zij verzekerden
dat zij het steeds ten bepaalden tijd aan de kongsies hadden be-
taald. Inmiddels werden al de kongsie-huizen te Montrado en in
den omtrek van hunne versterkingen ontbloot., en bevel gegeven
d a t'd it ook overal elders zou plaats hebben, onder waarschuwing
dat in het vervolg alle kongsie-huizen slechts met een pagar zou-
den mögen omgeven zijn en de Nederlandsche vlag zouden moeten
voeren. Het behouden van versterkingen werd echter veroorloofd
voor plaatsen die aan zee gelegen waren, gelijk ook het bezit van
wapenen waar dit noodig w a s, doch alleen met bijzondere ver-
gunning van den re sident, werd toegestaan. Eindelijk deed de
luitenant-kolonel de Chinezen verstaan dat de vereenigiug der vier
kongsies onder den naam van F o -sjo n , die hare magt zoo zeer
misbruikt had, voor altijd zou verbroken z ijn ; dat Larah en Sin-
kawang, volgens hetgeen de Commissaris reeds aanvankelijk met
den Sultan van Sambas was overeengekomen, Gouvernements-landen
geworden waren, ofschoon [ieder Chinees die dit verlangen m ö g t,
vrijheid zou bekomen om zieh daar neder te zetten; dat de opiumpacht
aan het Gouvernement verviel; en dat nieuwe, door het Ne-
derlandsch gezag goedgekeurde hoofden zouden gekozen worden,
terwijl ook Montrado op zieh zelf een eigen hoofd zou ontvangen.
Intusschen was de Commissaris den 17den April in den mond der
Sinkawang-rivier gekomen om te spoediger te kunnen correspon-
deren, en waren de lien gevangen gezette hoofden onder goed geleide
naar den schooner Castor gebragt, om daar door hem te kunnen
gehoord worden. Ook As-sam was onder dit gelal, en zoozeer werd
hij door allen als de belhamel beschouwd, dat de vreedzame inge-
zetenen van Montrado aan den luitenant-kolonel te kennen gaven
d a t, zoo zij slechts van zijne tegenwoordigheid verlost bleven,
geene herhaling der ongeregeldheden te vreezen was.
Den -28sten April verlieten de troepen Montrado na een verblijf
12*