
1819. hunner inwoning te zullen verlaten, dan aan Sjerief Aboe-Bekr
te zullen gehoorzamen, dien zij tevens als geheel ongeschikt voor
de regering uitkreten. De heer Nahuys zag zieh derhalve verpligt
op zijn vroeger geuit gevoelen terug te komen, en men werd te
rade in de beslissing dezer zaak alleen den Hollandschen tekst ran
bet contract, die niets omtrent den persoon van den troonsopvolger
bepaalde, tot grondslag te nemen, en van het reg t, der hooge regering
bij art. 28 toegekend, gebruik te maken om aan te dringen
dat de Maleische tek st, zoo in dit als in eenige andere minder
gewigtige p u n ten , in betere overeenstemming met den Hollandschen
tekst zou gebragt worden l). De regeling der troonsopvolging in
verband met de wijziging van bet contract maakte de zending van
een nieuwen Commissaris noodzakelijk; andere gebeurtenissen, die
inmiddels hadden plaats gehad en thans vermelding vorderen, strek-
ten om het getal en gewigl der werkzaamheden waarmede hij
zieh belasten moest, in niet geringe, mate te vermeerderen.
Reeds toen de Commissaris Nahuys zieh te Sambas bevond, hadden
de Chinezen ter hoofdplaats, die anders het Gouvernement niet
ongenegen scheuen, zieh bij hem beklaagd over de ruwe en wille-
keurige wijze waarop zij door den resident Muller behandeld werden
, die zelfs in zaken hen regtstreeks betreffende zonder overle» ' O
met hunne hoofden besliste. Ofschoon ernstig daaromtrent ter^gt
gewezen, wist de resident , ook na het vertrek van den Commissa
ris, zieh niet te matigen. Nadat de ontevredenheid reeds een tijd
lang had voortgesmeuld 2) , sloegen de Chinezen in het midden van
Maart tot feitelijk verzet tegen zijn gezag over. De aanleiding
hiertoe bestond in de straf opgelegd aan twee Chinezen, die zieh
aan het smokkelen van opium hadden schuldig gemaakt. De, pla-
katen-tafel van den Commissaris werd verscheurd, en de Chinezen
verklaarden niets meer van het Nederlandsch gezag te willen weten
en met den bijstand hunner broeders van Montrado, tot wie zij te
dien einde boden zonden, hunne onafhankelijkheid te zullen hand-
haven. Op den resident zelven deden de Chinezen een hevigen
aanval, waarhij zij ne oppassers zieh verstrooiden en de vlugt na-
*) Brief van den heer Nahuys aan den Gouv.-Gen. van 9 Mei, n«. 16,
en van 29 Mei, n». 30 (HS.).
2) Reeds in het laatst van Februaxij had de heer Muller over de gisting
onder de Chinezen te Sambas aan de hooge regering geschreven, waarvan
hij de schuld wierp op u het schandelijk en eerloos gedrag van den Sultan
van Pontianak.” Brief van Comm. Nahuys van 9 Mei 1819, no. 17.
men en hij zelf zieh een kwartier lang met de sabel in de vuist 1819.
manhaftig verdedigde. Onmagtig om zieh met het verzwakte en
hem persoonlijk ongenegen garnizöen van Sambas behoorlijk te laten
geld en , schreef de resident den 2 4 sten Maart aan den gezag-
hebber van Pontianak om versterking. Deze, ofschoon van oordeel
dat de heer Muller de moeijelijkheden waarin hij zieh gewikkeld
vond, aan eigene onvoorzigtigheid had te wijten, besloot dadelxjk
van de aanwezigheid van het Engelsche schip Isabella, kapitein
F orsten, ter reede van Pontianak gebruik te maken om hem eene
versterking van 4 0 m a n , onder het bevel van kapitein Zimmerman
, te doen toekomen. De gezagvoerder van dit schip had zelf
kort te voren de ondervinding opgedaan van den wetteloozen toe-
stand waarin alsnog onze vestiging te Sambas verkeerde. Hij had
namelijk eene lading opium te Sinkawang aangebragt, waarvoor
h ij, ten gevolge van het door den Commissaris Nahuys vastgestelde
ta rie f, meer dan 4 0 0 0 ropijen aan inkomende regten had moe-
ten voldoen. De hierdoor natuurlijk veroorzaakte prijsverhooging
had den onwil der Chinezen in zulke mate opgewekt, dat kapitein
Fo rsten , zijn leven niet meer zeker, naar Sambas gevlugt was,
klagende dat de Nederlandsche vlag aan hen die op Borneo’s West-
kust ten handel kwamen, noch veiligheid van persoon noch zekerheid
van. eigendom verleende. De heer Muller had zieh daarop dadelijk
gereed gemaakt om kapitein Forsten naar Sinkawang te vergezel-
len. Zij ne tegenwoordigheid en onbevreesde houding waren echter
toereikend geweest om bij de hoofden van Montrado, aldaar voor
den Opiumhandel tegenwoordig, het besef van hunnen pligt te
doen ontwaken, en hem in zijne pogingen om het volk tot be-
daren te brengen , hunne medewerkigg te doen ondervinden. De
gezonden versterking bereikte Sambas den 1 4 detl A p r il, waar zij echte
r bevond dat de ru st inmiddels hersteld w a s , zoodat zij deze
plaats na een kort verblijf weder verliet. Ofschoon de onbedui-
dendheid van het oproer hie ruit genoegzaam bleek, had het echter
in tweeërlei opzigt ernstige gevolgen ; vooreerst omdat door de gezonden
versterking Pontianak van troepen ontbloot was, toen kort
daarna, meej^ in de nabijhëid van dat établissement, een erger oproer
uitbrak ; len anderen omdat ten gevolge dezer gebeurtenis,
die de ongeschiklheid van den heer Muller voor zijnen post op
nieuw had bevvezen en tot herhaalde vertoogen van den heer Nahuys
aanleiding g a f, de hooge regering besloot den resident van