
1818. Tien leden der kongsie vertrokken eindelijk derwaarts, met de be-
lofte dat zij in acht dagen tijds zouden terug z ijn , den resident van
Mampawa verzoekende hunne terugkomst te Montrado a fte wachten *).
Toen echter na 1 4 dagen de afgevaardigden nog niet waren te-
ruggekeerd, durfde de heer Prediger zijn verblijf te Montrado niet
langer rek k en , u it vrees dat hem gewigtige bezigheden te Mampawa
mogten verbeiden. Hij verliet dus de Chinesche hoofdplaats den
20 sten December des nachts te drie u re , na aan den ambtenaar
van Elsen, dien hij met een korporaal en zes man achterliet, te
liebben opgedragen om verder voor de Nederlandsche belangen te
zorgen. ’t Is niet te ontkennen dat dit vertrek in de stille van
den nacht veel had van eene vlugt en aanleiding geeft tot het ver-
moeden dat de heer Prediger voor zijne persoonlijke veiligheid
begon te vreezen. Hoe dit z i j ", de gisting die zieh reöds lang
onder het volk vertoond h ad , kwam door zijn overhaast vertrek
tot eene uitbarsting. In het dorp Balik Batoe gekomen, zag de
heer Prediger zieh verhinderd zijne reis voort te zetten, en een
gedurig aangroeijend getal van Chinezen eischte van hem de afgifte
van het contract, onder. voorwendsel dat h e t, om geldig te z ijn ,
door al de leden der kongsie afzonderlijk moest worden ondertee-
kend. Buiten staat om met het gering getal soldaten dat hij nog
bij zieh had, aan den aandrang van honderden, die allengs tot
duizenden aangroeiden, weerstand te bieden, willigde hij hunnen
eisch i n , waarop zij dadelijk eene praauw te zijner beschikking
stelden om de reis längs de Soengei Raja te vervolgen, aan welker
mond hij zijne eigene praauwen hoopte te vinden. Daar aangekornen
vond hij echter de rivier door een boom gesloten en de daar tegen-
woordige Chinezen wilden hem niet doorlaten, alvorens zij van de
afgifte van bet contract in het zekere onderrigt waren. Na eene zee-
reis die met vrij wat gevaar vergezeld g in g , kwam de heer Prediger
in den avond van den 2 2 sten December te Mampawa te ru g 2).
1) Zoo wordt dit verhaald in het meergemelde Berigt van Prediger, die
zelfs verzekert aan de afgevaardigden een brief voor den heer Müller te heb-
ben medegegeven; in dat van Müller daarentegen (hetwelk hier berust op
een rapport van den ambtenaar van Elsen, als bylage 13 medegedeeld achter
G. Muller’s Memorie van April 1820) lees ik dat, staande de onder-
handelingen, tien der voornaamste hoofden verdwenen, en de ach tergeblevenen
daarop aan den heer Prediger verldaarden dat zy naar Sambas vertrokken
waren om de Orders van den resident te ontvangen.
2) Berigt van Prediger, verg. met dat van Müller.
Inmiddels hadden de Chinezen, zoodra het vertrek van den re- 1818.
sident algemeen bekend was geworden, ook het duplicaat van het
contract den ambtenaar van Elsen met geweld afgevorderd, terwijl
hij zelf en zijne soldaten aan allerlei mishandeling waren blootge-
steld. Hun toestand werd zeer verergerd door den grooten toeloop
van volk, dat zamenstroomde om den 2 1 sten het Chinesche nieuw-
jaarsfeest te vieren. Het gepeupel schimpte op den re sid en t, zeg-
gende d a t , daar hij in den nacht gevlugt w a s , hij zeker verkeer-
de plannen gekoesterd had. Sommigen dreigden dat zij op den
feestdag de Nederlandsche vlag zouden nederhalen, en anderen
zöchten zieh reeds dadelijk van het touw van den vlaggestok mees-
ter te maken, d at, tweemaal afgesneden, door den beer van Elsen
even zoo vaak weder werd aangebonden 1).
Terwijl dit alles te Montrado voorviel, had het gezantschap den
lOäen December Sambas bereikt. De lieer Muller geraakte in blakenden
to o rn , toen hij vernam dat de resident van Mampawa zieh
had durven bemoeijen met de zaken der Chinezen, d ie , aan den
Sultan van Sambas gehoorzaamheid verpligt zijnde, onder zijne
re sidente behoorden. Ook de Sultan betoonde zieh gebelgd en
drong sterk bij den resident aan dat hij zieh andermaal naar
Montrado zou begeven, ten einde daar order op de zaken te stellen,
en deze besloot in zijnen ijv e r, ofschoon hij nog gebukt ging
onder de vermoeijenissen van den vorigen togt, zieh op nieuw aan
de niet geringe moeijelijkbeden en gevaren eener reis naar de Chinesche
hoofdplaats bloot te stellen. De luilenant de Raet kreeg
last hem derwaarts te vergezellen met een detachement van 1 9
m a n , waarvan vier tot eene eerewacht voor den resident bestemd
waren. Den 218ten December des namiddags te drie ure bereikte de
resident Montrado e n , als ware die plaats door eene vijandelijke
magt bezet geweest, eischte hij van den heer van Elsen dat hij
zieh met zijne manschappen aan hem zou overgeven. Deze ambtenaar,
gesteld al dat hij het onvoegzame niet hadde ingezien om
zieh tegen den resident van Sambas te verzetten, was in geene
positie om we^rstand te bieden. De heer Muller liet daarop met
alle e'er de vlag nederhalen, door den resident van Mampawa geheschen
, en eene andere Nederlandsche vlag in de plaats hijschen ,
*) Rapport van van Elsen, extractsgewyze medegedeeld in het Berigt
van G. Mailer, almede als bylage 13 van zyne Memorie van Aprii 1820.