
1823. naar Sekadouw, waar hij dezelfde middelen verpachlte, en vandaar
naar Sangouw, waar hij den Kapitein-Chinees in e t de inning der
hoofdgelden belastte. Den 4 den December kwam hij te Pontianak
te ru g , waar de troepen reeds v66r hem waren aangekomen 1).
1824. Niet lang echter had de Gezaghebber van de vermoeijenissen van
zijnen togt u itg e ru st, toen hem allerhande geruchten aangaande on-
lu sten , die in de bovenlanden waren uitgebroken, ter oore kwamen.
Dadelijk vatte hij het voornemen op zijnen togt derwaarts te her-
vatten, en den 2 7 sten Junij begaf hij zieh op r e is , vergezeld door de
luitenants Kruseman en de Roock, den majoor Radja Akil en Oe-
wan tSahab, broeder van den Sultan van Pontianak, en geschenken
medenemende, die het Gouvernement op zijn verzoek voor de vor-
sten längs de Kapoeas bestemd had. Na Tajan te hebben aange-
daan , waar hij alles rüstig vond, bereikte hij den 5 deü Julij Sangouw,
en gaf, na de gewone pligtplegingen, den Sultan kennis dat
hij een brief en geschenken voor hem had medegebragt, die den
volgenden dag met de meeste staatsie werden afgehaald en over
welke die vorst zijne bijzondere tevredenheid betuigde. De heer
Hartmann verklaarde daarop dat hem ook de uitreiking van geschenken
aan den Pangeran Ratoe was opgedragen; doch deze prins
was van de hoofdplaats afwezig en had zieh naar Merengkiang in
de bovenlanden begeven 2). Aan de rivier van dien naam, die op
de grenzen van Sekadouw en ßlitang ontspringt; de grootste diamanten
oplevert die in deze streken voorkomen; de Bangkatat, bekend
door hare warme zwavelbronnen, in zieh opneemt; en vervolgens
hare zwarte wateren met die der Sekajam-rivier vereenigt; woonde
een stam van Dajaks, die de apanagie van den Pangeran Ratoe uit-
maakten. Deze Dajaks waren als naar gewoonte aan de serah on-
derworpen; doch wanneer zij het hun geleverde ijze r, ten gevolge
van misgewas, niet met de gevorderde hoeveelheid rijst konden be-
ta le n , waren zij verpligt het overige hunner schuld in diamanten
te voldoen, die zij tot naauw noemenswaardigen prijs moesten af-
staan 3). De Pangeran Ratoe had zieh thans in persoon naar Merengkiang
begeven, om zijne Dajaks te verzamelen voor een stroop-
togt tot wraakoefening over de Maleijers en Dajaks van Sadong, een
') Hartmann HS. I I , bl. 10.
*) Hartmann HS. H I, bl. 1, 2.
s) Van Lijnden N. T . , bl. 548, Gronovius, bl. 348.
aangrenzend distrikt van Borneo’s Noordkust, die een dertiglal zij- 1824.
ner onderdanen gedood of gevankelijk weggevoerd hadden. De heer
Hartmann, zieh persoonlijk van den Staat van zaken willende onder-
rig ten , besloot dadelijk den Pangeran Ratoe te Merengkiang te gaan
opzoeken. Doch dit distrikt werd door de Sangouwers met bijzon-
der ijverzuchtige zorg aan de blikken van alle vreemdelingen ont-
trokken. Zij hadden vaak verklaard dat nimmer een Europeaan
of onderdaan van Pontianak den weg derwaarts zou b e tred en ,
tenzij hij hen met de wapenen mögt overwonnen hebben. En
ofschoon , in weerwil dier bedreigingen, de heer G. Müller, van
wiens togten ik in het volgend hoofdstuk zal spreken, kort te voren
tot Merengkiang was doorgedrongen, wendden zij ook nu alle middelen
aan om den Gezaghebber van zijn voornemen terug te brengen
en sloegen hem voor den Pangeran Ratoe liever naar Sangouw te
ontbieden. Toen zij zagen dat zijn besluit onwankelbaar vast stond,
trachtten zij hem te bewegen ten minste Radja Akil en Oewan Sa-
hab te Sangouw achter te laten. Doch ook hiervoor bleef de Gezaghebber
doof, en reeds in den namiddag van den 6 den Julij begon
hij met zijn gezelschap de Sekajam-rivier op te roeijen. De vaart werd
echter door den snellen stroom en het läge water zeer bemoeijelijkt,
en tegen den avond stiet de praauw zoodanig tegen de klippen, dat
zij dringend herstelling behoefde, zoodat de reizigers eerst den volgenden
dag Merengkiang bereikten. De heer Iiartmann vond de
woning van den Pangeran Ratoe gelegen op het punt waar de rivier
van dien naam met de Sekajam te zamen vloeit. Ofschoon zij hem
als eene ontzagwekkende sterkte was afgeschilderd , vond hij niets
dan een h u i s , geheel gelijk aan die van andere Maleijers, en door
kokos- en andere vruchtboomen omringd.
De Pangeran Ratoe was niet weinig verwonderd over het onver-
wachl bezoek. Hij ontving echter het reisgezelschap met veel be-
leefdheid en toonde zieh zeer tevreden met de geschenken van het
Gouvernement, die hem onder de gebruikelijke plegtigheden werden
ter hand gesteld. Hierna onderhield de Gezaghebber den Pangeran
Ratoe over zijn voornemen om die van Sadong te beoorlogen en
traehtte hem daarvan af te b re n g e n ; doch de prins verklaarde dit
ronduit voor onmogelijk, tenzij de heer Hartmann door eene mili-
taire bezetting die van Merengkiang tegen de Sadongers wilde beschermen.
De verre afstand der plaats, de moeijelijkheid om ze te
bereiken, en de groote kosten voor het Gouvernement, die door