
1844. verduurd, de uitkomsten die verkregen waren, niet worden gering
geachl. Jaren van onderzoek, Studie en arbeid hadden het veld
althans toebereid. De Maleische ta a l, vrij algeraeen tot zekere
hoogte aan de Dajaks b ek en d , had doorgaans tot middel van ge-
meenschap gediend; voor de kennis der Dajaksche was althans de
grond gelegd. Met hunne zed en , gewoonten en denkwijze werden
zij meer en meer bekend. Dat zij in eenig geval de harten van dit
volk werkelijk getroffen hadden, mogten zij niet beweren; maar dit
was ook, naar den gewonen weg dien de Voorzienigheid volgt, niet
te verwachten geweest, en indien soms door hunne eerste berigten
günstiger uitzigten mogten geopend z ijn , zij geloofden dat dit
dan meest aan de opgewekte verbeelding hunner lezers was toe
te schrijven, en moesten erkennen dat over het geheel de zaken
eigenlijk nog beter waren gegaan, dan zij regt hadden gehad te
verwachten.
Dit uitvoerige s tu k , waarvan ik slechts de hoofdpunten kortelijk
heb aangeduid, wordt besloten met de ontwikkeling van helgeen
de broeders, voor het verder slagen hunner p lan n en , wenschten
en behoefden: verslerking van a an ta l, maar bovenal de uitzending
van een geneeskundige, waarop reeds herhaaldelijk zonder vrucht
was aangedrongen, en van een d ru k k e r, die nu meer dau vroeger
dringend noodzakelijk was, daar de zendelingpersen zoowel te Sin-
gapoera als te Batavia hadden opgehouden te werken. Deze zou
zieh te Pontianak moeten vestigen en daar tevens de geldelijke en
wereldsche belangen der broeders kunnen b eh a rtig en , terwijl de
Dajaks die zieh zeer onlangs in het gebied van Pontianak aan de
Membawang gevestigd hadden ! ) , hem tevens de gelegenheid tot
regtstreekschen zendelings-arbeid verschaffen zouden 2).
Den 8sten April scheepten zieh de broeders Doty en Pohlman in
naar Amoy. Zij hadden in de laatste maanden van hun verblijf
te Pontianak de Dajaks in de nabijheid dier stad tot driemaal
toe bezo ch t, en dit nieuwe veld van werkzaamheid veelbelovend
genoeg gevonden om , met goedkeuring van den re sid en t, aan
de broeders te Karangan voor te stellen , dat een hunner naar de
’) Van Lijnden N: T ., bl. 583, stelt deze Dajaks op een getal van
105 zielen. // Zij zijn,” zegt hij, « van Mampawa herwaarts verhuisd en
wonen aan de Ambawang” d. i. de Membawang, D. I. bl. 8 vermeld, zoo
als blijkt uit Missionary Herald, 1846 , p. 100.
8) Foreign Missions, p. 22—28, Missionary Herald, 1844, p.311—313.
hoofdplaats verhuizen en daar tevens de wereldsche belangen der 1844.
missie behartigen zou. Door de omhelzing van dit p lan , ’tw e lk de
verplaatsing van broeder Youngblood naar Pontianak ten gevolge had,
verviel de noodzakelijkheid van alle verdere vertraging hunner afreis.
Het bleek hun bij hunne komst te Amoy dat de taal aldaar zoozeer
van het dialekt der Chinezen op Borneo verschilde, dat zij vooreerst
slechts voor de Engelsche bewoners dier plaats konden prediken.
De rampen te verhalen die ook dezen tak der missie van de Her-
vormde Hollandsche kerk van Nieuw-York vervolgden, behoort niet
tot mijne taak 1).
De drie overgebleven broeders verzekerden zieh door een bezoek
bij den nieuwen Panembaban van Landak, die zijn pas overleden
oom was opgevolgd, van voortdurende ondersteuning van die zijde,
en hadden het genoegen eindelijk ook berigt te ontvangen van de
günstige beschikking van den Gouverneur-Generaal op hun ten
vorigen jare ingediend adres. Ofschoon de resident, zoo schrijven
z ij, niet goedvond hun een afschrift van die beschikking te doen
geworden, of zelfs de punten waarover zij liep, in bijzonderheden
op te geven, verzekerde hij hun echter dat die in alle opzigten
günstig was, en dat Zijne Excellence begeerde dat zij in hunne
werkzaamheden niet zouden belemmerd worden. Hij drukte dus
zijne hoop u it dat in het vervolg geene redenen lot klagten
meer zouden voorkomen, en de broeders geven hem de getuigeuis
dat zijn gedrag geheel met die verklaring overeenstemde. In Julij
schreven zij dat zieh in de gezindheden der Dajaks eene günstige
verandering openbaarde. Het was hun ten laatste gelukt twee scho-
len te openen; en ofschoon zij nog niet altijd gezet werden bezocht,
telden zij toch van IS tot 2 0 vaste scholieren, die in lezen, schrijven
en zingen e n , voor zoover zij tot het vrouwelijk geslacht be-
hoorden, ook in werken met de naald geoefend werden , behalve
een groot aantal die zieh althans het alphabet hadden eigen ge-
maakt en begonnen te spellen. De Ieerlingen waren van 6 tot IS
jaren oud. Bij het onderwijs genoten de broeders den bijstand
van eene Engelsche d am e , Miss Po p p y , die door een genootschap
van dames tot bevordering der opvoeding van vrouwen te Geneve
was uitgezonden, en lid van Thomsons huisgezin geworden was 2).
*) Missionary Herald, 1844, p. 309, 1845, p. 248, Foreign Missions,
p. 33—35.
’) Missionary Herald, 1845, p. 53-55 , 133 f.