
1834. De heer Earl was aanvankehjk voornemens te Montrado te blij-
ven totdat de Chinezen der meer verwijderde districten d„en tijd
zouden hebben om zieh naar de zeehaven te begeven. Maar de
tijding hem in den nacht van den 2 0 äten gebragl, dat zieh een
aantal praauwen van Ilanons op de kust had vertoond, maakte hem
zoo ongerust, dat h i j , in weerwil der geweldigste stortregens, die
plaats den volgenden morgen in overhaasting verliet om naar den
schooner terug te keeren. De kapitein was zeer teleurgesteld, daar hij
zieh ju ist met de toebereidselen voor een feest voor dien dag bezig hield.
De ongerustheid van den heer Earl vermeerderde niet weinig, toen
hij op zijn togt van tijd tot tijd met grof geschut hoorde schieten;
doch toen hij Sinkawang bereikt h a d , bleek hem dat de Ilanons
zuidwaarts waren gestevend, en dat de schoten door de kruispraau-
wen gelost waren, met het oogmerk om deroovers schrik aan te jagen.
Evenwel was op den schooner alles tot verdediging gereed geinaakt.
De Britsche koopman was vöör zijn vertrek van Montrado met
den kapitein overeengekomen dat hij den verkoop zijner waren
tot den 24sten April zou u itste llen, zoodat alle kooplustige Chinezen
den tijd zouden hebben zieh te Sinkawang te verzamelen
en de een niet zou kunnen wanen boven den ander bevoorregt te
zijn. Ten bestemden dage begaf zieh de heer Earl naar het kong-
sie-huis, waar hij eene groote menigte verzameld vond, bezig om
hunne namen en de hoeveelheid die zij van elk artikel verlangden,
aan den secretaris op te geven. Hierop werd een hunner gemag-
tigd om de geheele lading te koopen, en vervolgens de goederen,
in evenredigheid tot ieders vraag, onder de belanghebbenden te ver-
deelen. Dit scheen het eenige middel om ongeregeldheden te voor-
k om en , daar anders bij die poogde zieh van eenige goederen , in-
zonderheid van opium, bij uitsluiting meester te maken, zijn Ieven
niet zeker zou zijn.
De verkoop begon met de opium, die als het belangrijkst artikel
beschouwd werd, en waarvan 20 kisten voorhanden waren. Eene
mat werd op den grond gespreid, en een stoel voor den heer Earl
aan het oppereinde geplaatst, lerwijl een zijner tolken, die de rol
van klerk vervulde, aan zijne voeten, en de kooper, door de kolo-
nisten aangesteld, aan het andere einde van de mat op den grond
plaats nam. Beiden waren voorzien van een houten vorm , over
welken verschillende staven lagen, waaraan kleine houten ballen waren
geregen. Deze toestel, tot het maken van berekeningen gebruikelijk,
werd nu gebezigd om vraag en aanbod te doen, zonder dat 1834.
een woord daarbij gesproken werd, behalve wanueer de verkooper
den heer Earl van den geboden prijs onderrigtte, terwijl de blik-
ken en gebaren der toeschouwers de levendigste belangstelling uit-
drukten. Na twee vervelende uren was de koop gesloten, die den
heer Earl eene winst opleverde van 80 pond sterling de k is t,
waarvan hij echter 30 pond per kist aan den opium-pachter te
Sambas moest uitkeeren. Eenige visschersbooten werden aan boord
van den schooner gezonden om de opium a f te halen; het overige
der lading werd gedurende hare afwezigheid in körten tijd verhandeld.
Toen de opium aankwam ontstond er een geweldig rumoer onder
de koopers; zij verdrongen zieh om de eerste kist die aan wal
werd gebragt, eischten dat zij onmiddellijk zou geopend worden ,
en drongen een der hoofden bijna dood, die hunne onstuimige
drift poogde neér le zetten. De lijst van den secretaris toonde
eene vraag voor ongeveer 1 0 0 k is te n , en er heerschte niet weinig
ontevredenheid, toen het bleek dat er slechts 2 0 voorhanden waren.
De heer Earl stelde nu voor, aan de verstwonenden het eerst hun
aandeel uit te reiken; de opvolging van dien raad had het bewaren
der orde ten gevolge.
Nadat de geheele lading was afgeleverd, vertrok de schooner op
den 2 8 sten April naar het eiland Kabong *), om ballast en water in
te nemen; terwijl eenige der tot de bemanning behoorende Chinezen
aan wal bleven, om het stofgoud na te zien en in ontvangst te
nemen, dat in ruil voor de lading bedongen was. Toen de heer Earl
den 3 0 sten te Sinkawang terugkeerde, vernam hij dat de resident van
Sambas, gedurende zijne afwezendheid, die plaats met zijne flottilje
bezocht en zieh over zijn bezoek te Montrado hoogst ontevreden
betoond had. De geheele hoeveelheid stofgoud was nog niet afgeleverd,
en de heer Earl zag zieh ten laatste, door de onwilligheid
der kongsie van Sinkawang, tot de opoffering van omtrent 1 0 0 pond
sterling genoodzaakt. Den 4 den Mei ligtte hij het anker, maar terwijl
hij daarmede bezig was, kwam een bootje met drie Chinezen
bij hem aangieren, die tot de bemanning der door den resident
aangehouden sampan-poekat behoord hadden, en dringend verzoch-
ten dat hij hen naar Singapoera zou medenemen. Zij verhaalden
hem tevens dat 1 4 andere Chinezen, die bij de vermeestering der