
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Onderlinge geschillen der Chinezen door den assistent-resident van Sambas
bijgelegd. — Grove bejegening den' assistent-resident te Pamanghat wedervaren. —
Nieuw voorstel tot een handelsverdrag met Broenei- — Fangeran-moeda Hassicn
te Serawak begünstigt dit plan. — Advies der Generale Directie van Financien. —
Het voorstel door den Gonvernenr-Generaal afgewezen. — Nieuwe vertoogen
van den assistent-resident, met aanbod om naar Batavia te komen. — Zijn aan-
bod afgewezen. — De korvet Triton op Borneo’s Westkust. — Ontmoetingen
met de zeeroovers. — Het aanbod der opstandelingen in Serawak tot erkenning
van bet Nederlandsch oppergezag afgewezen. — Komst van James Brooke te
Serawak. — Zijne gezindheden omtrent de Hollanders. — Zijne pogingen om
de hoofden van Serawak van eene verbindtenis met Nederland afkecrig te
maken. — Hij verkrijgt beloften ten behoeve van den Britschen bandel. —
Laatste vrochtelooze poging van den beer Bloem om het Gouvernement tot
bemoeijing met de zaken van Serawak te bewegen. — De heer Brooke bezoekt
Celebes. — Zijne terugkomst te Serawak. — Hij maakt een einde aan den
opstand. — Zijne reis naar Singapoera. — Trouwlooze handelingen der Maleische
boofden. — Stoutmoedigheid van Brooke. — Zijne verheffing tot Radja van
Serawak. — Pogingen van den Sultan van Sambas om hem te bcnadeelen. —
Wederzijdsche verbittering tusschen Brooke en de Hollanders. — Serawak en
Broenei voor Nederland verloren.
1837. Ik ben door het verhaal der lotgevallen van de suikerfabriek te
Pontianak, de tijdsorde eenige jaren vooruitgeloopen, en keer thans
terug tot het jaar 1 8 3 7 , waarin de heer de Linge zijne zending
naar Borneo’s Westkust volbragt. Ik heb bij h e t verhaal der ge-
beurtenissen van dat jaar nog slechts een paar hijzonderheden betreffende
de Chinezen te voegen. In September van dit jaar braken
onder de v ie r , vroeger onder den naam van Fo-sjon vereenigde
kongsies, hevige geschillen over de mijngronden u i t , waarbij Tai-
kong alleen tegenover Hang-moei en Sin-woek stond, terwijl Man-fo,
zoo als wij gezien h eb b en , reeds eenige jaren vroeger, grootendeels
naar Landak verhuisd was *). De magtige kongsie Tai-kong behield
de ove rhand, terwijl Hang-moei naar de binnenlanden aan de Kapoeas
week. Sin-woek wendde zieh tot den assistent-resident van 1837.
Sambas, den heer Bloem, om zijne tusschenkomst in te ro ep en ,
en deze slaagde er in eene schikking voor te ste llen , waarmede
beide partijen genoegen namen. De kongsie Sin-woek scheidde zieh
bij deze gelegenheid geheel van Tai-kong a f, en schijnt zieh ver-
strooid te hebben, totdat zij zieh in 1 8 4 2 in het gebied van Serawak
herzamelde *).
Hadden de Chinezen bij deze gelegenheid een blijk gegeven van
goede verstandhouding met het Gouvernement, van den anderen kant
ondervond de heer Bloem in hetzelfde jaa r ook eene proeve van de
ruwheid en den overmoed die de kolonisten dezer natie op Borneo
onderscheiden. Bij gelegenheid dat hij z ie h , vergezeld door den
fungerenden havenmeester Schultz en den kadet der marine Bleij,
naar Pamangkat begeven had om de omstreken te bezigtigen , on-
dervonden zij van den kant der Chinezen eene zeer ongepaste bejegening.
Toen zij hun ongenoegen hierover lieten b lijk en , ging
de onbeschoftheid der Chinezen zoo ver, dat de heeren Schultz en
Bleij eenige mishandelingen niet konden ontkomen. Den heer Bloem
gelukte het zieh in eene gesloten woning te verschuilen en daarna
in eene sampan te vluglen 2).
In het volgende jaar werd de aandacht van den assistent-resident 1838.
van Sambas weder op den handel der Britten met Serawak gerigt.
In Julij berigtte hem de Sultan dat aldaar weder een schip, met ver-
schillende artikelen geladen, van Singapoera was aangekomen. De heer
Bloem achtte zieh verpligt de hooge regering daarvan kennis te ge-
ven, met opmerking dat dit handelsverkeer, u it hoofde der regtstreek-
sche en gemakkelijke communicatie van Serawak met de bovenlanden
van Sambas, zeer tot nadeel onzer belangen zou strekken, en vooral
op den verkoop van zout en lijnwaden een ongunstigen invloed zou
uitoefenen. Om den invoer van Britsche goederen over Serawak te
beletten, had hij geene andere middelen dan eene aanbeveling aan de
vorsten van Sambas om daartegen te waken. Hij hernieuwde daarom
het zoo vaak geopperde denkbeeid om een handelscontract met Broenei
te slu iten , waarin bepaald werd dat in het Broeneische gebied al-,
leen Nederlandsche schepen , van Nederlaudsche papieren voorzien ,
*) Van Lijnden T. N. Ij, bl. 172, 185, Mundy, I , p. 288, 291 w .
s) Verwikk., bl. 285. Er Staat daar dat dit aan den assistent-resident
Romswinckel overkomen i s : zeker eene vergissing, zooals uit het jaartal
en de namen der personen blijkt, die den assistent-resident vergezelden.