
VIERDE HOOFDSTUK.................................................... ; . . bl. 77.
Gisting onder de Boeginezen te Pontianak. — Een fort in der haast opgeworpen. — Een
itanval der Chinezen op het fort afgeslagen. — Pontianak voortdurend door de Chinezen be-
dreigd. — Nieuwe vijandelijkheden te Tajan. — Stoutheid der zeeroovers. — Geschillen van
den Sultan van Sambas met dien van Broenei. — Onderlinge twisten der Chinezen van Montrado.
— Ellendige toestand van Sambas. — Reden waarom Borneo tijdelijk door de hooge regering
werd verwaarloosd. — Aankomst eener kleine versterking. — Een fort te Sambas opge-
bouwd. — Onderzoek door het Gouvernement ingesteld omtrent den staat en de hulpmiddelen
von Borneo’s Westkust. — Memorie van den heer Muntinghe. — Zijne denkbeeiden over de
middelen tot bevestiging van ons gezag en vermeerdering onzer inkomsten op Borneo.
VIJFDE HOOFDSTUK : . ; . . . . . . . . . . bl. 98.
Benoeming van den heer Tobias tot Commissaris voor Borneo. — De heer van Grave vervangt
den heer Reynst als resident van Sambas. — Nieuwe versterking van het garnizoen te Pontianak.
— Verrigtingen van den Commissaris te Sambas. — Zijn voorstel tot wijziging van het
contract. — Onderzoek naar den staat der zeerooverij. — Plannen ten opzigte van Broenei en
de Dajak-Kajan. — Vertrek van den Commissaris naar Pontianak. — Onderhandelingen met
den Sultan over de troonsopvolging. —- Voorstel tot het aangaan van een gewijzigd contract. -4-
Beschikkingen omtrent Mampawa. — Plannen ten aanzien van Tajan en Landak. — Bezoek
te Sangouw en Sintang. — Zending van een inlandsch gezantschap naar Matan. — Plannen tot
hevordering der nijverheid onder de Dajaks. — Uitkomsten van het onderzoek naar de handels-
aangelegenheden en het belastingstelsel. — Plan tot eene expeditie tegen de Chinezen. — Voor-
stellen omtrent de goud- en diamantmijnen in de binnenlanden. — Militair rapport van den
luitenant-kolonel Meynhardt. —• Voorstel tot vermeerdering van het getal der ambtenaren. —
Terugreis van den Commissaris.
ZESDE HOOFDSTUK . ...................................................... bl. 115.
Tweede zending van den Commissaris Tobias. — Expeditie onder den lait.-kol. de Stuers. —
Mampawa op nieuw bezet. t— Onderhandelingen met de Chinezen van Mandor. — Togt längs
het strand naar Mampawa. — Nieuwe deputatie der Chinezen. — Veiyolg van den togt naar
Mandor. — Plegtige ontvangst van den Commissaris aldaar. — Schikkingen met de Chinezen
getroffen. — Vreugde-bedrijven. — Terugtogt der troepen naar Pontianak. — Sambas door de
geschillen der Chinezen van Montrado verontrust. — Dood van den luitenant von Kielbeg en
nederlaag der Chinezen van Sin-ta-kioe. — De Commissaris vertrekt met een deel der troepen
naar Sambas. — Conferentiën van den Commissaris met de hoofden der Chinezen in het rijk
van Sambas. — Vaststelling en publicatie van negen-en-twintig artikelen^ ~?,Aanneining door
de Chinesche hoofden. — Gedeeltelijke terugzending der expéditionnaire troepen naar Java.
ZEVENDE HOOFDSTUK....................................................................bl. 131.
Zending van den heer Gronovius naar Landak —* Zijne verrigtingen aldaar. — Bijzonderheden
omtrent het bestuur en de wetten van Landak. —- Reis van den heer Gronovius naar Sintang. —
Contracten met Tajan, Meliouw, Sangouw, Sekadouw en Sintang gesloten. — Verheffing van
den Pangeran van Landak tot Panembahan. -r- Contract met Landak. — Ongunstige rapporten
aangaande de Chinezen in het rijk van Sambas. — De luit.-kol. de Stuers vertrekt derwaarts. —
Ampliatie van het contract met Pontianak. — Onderhandelingen over de troonsopvolging. __
Siechte werking van het zoutmonopolie. — Ampliatie van het contract met Mampawa. __
Loemar door kapitein Schneider bezet. — De Commissaris komt te Sambas. — De Chinezen
houden te Larah stand. —• De luitenant-kolonel vertrekt met versterking naar Loemar.
ACHTSTE HOOFDSTUK . . . .................................. . . bl. 145.
Wedervarcn van den heer G. Müller na zijn ontslag als resident van Sambas. — Zijne benoeming
tot inspecteur der binnenlanden van Borneo. — Zijn voorgenomen togt naar het land
der Dajak-Kajan.’ — Teleurstellingen. — Pogingen van Raffles om de vorsten van Simpang en
Matan van het Nederlandsch gezag afkeerig te maken. — Roof aan den kotter Hermina ge-
pleegd. De Commissaris zendt den heer Müller, vergezeld van Radja Akil, naar Simpang en
Matan. — Vroegeré loopbaan en karakter van Radja Akil. — Portret van Sultan Djamaloe’d-
dîn van Matan en Panembahan Soeria-ning-rat van Simpang. — Plegtstatige ontvangst van
den heer Müller te Simpang. — Zamenkomst met den Sultan van Matan aldaar. —- Voorloopige
contracten met Simpang en Matan gesloten. — De Nederlandsche vlag wordt te Simpang, Beng-
adong, Sukkadana en op Groot-Karimata geplant. — De heer Müller bezoekt Koeboe. — Zijne
denkbeeiden en voorstellen omtrent de bevestiging van het Nederlandsch gezag in het zuidelijk
deel van Borneo’s Westkust.
NEOENDE HOOFDSTUK............................T ; ; ; : ; . bl 167.
De luit.-kol. de Stuers marcheert van Loemar naar Larah. Verovering van Chinesche
bentings. — Larah door de Chinezen ontruimd. — Vruchtelooze onderhandelingen met de Chinezen.
— Men besluit tot een togt naar Montrado. — Geheime reis van den Commissaris
naar Java om versterking te halen. — Aanval der Chinezen op Larah door kapitein Trip afgeslagen.
— Aankomst van versterking. — Voorbereiding van den togt naar Montrado. —
Togt over zee naar Sinkawang. — Vermoeijende marschen. — Vreedzame ontvangst te Montrado.
— Gedwongen uitlevering van wapenen. — Straffen aan de Chinezen opgelegd. — De
troepen verlaten Montrado. — Onderhandelingen met de Chinesche hoofden te Sambas. — De
Chinezen onderwerpen zieh aan de voorwaarden van het Gouvernement. — Straf der belhamels
en algemeene amnestie der overigen. — De expéditionnaire troepen keeren naar Java terug.
TIENDE HOOFDSTUK bl. 183.
De Commissaris knoopt onderhandelingen aan met Broeiiei. — Beschouwing van het gewigt
van het Broeneische rijk voor den handel. — Eene zending derwaarts aan Pangeran Seijid Hasan
opgedragen. — Vroegere loopbaan, voorkomen en karakter van dezen Arabier. — Ontvangst
van Seijid Hasan te Broenei. — Bijzonderheden aangaande den Sultan en zijne familie. —
Plegtig gehoor aan onzen afgevaardigde verleend. — Oorzaken der achterdocht waarmede hij
aanvankelijk beschouwd werd. — Zijn afscheidsgehoor en vertrek. — Zijn oordeel over den toestand
en de vooruitzigten van Broenei. — Zijne terugreis naar Sambas en Java. — Een woord
over de zendingen later door hem op Bali vervuld.
ELFDE HO O FDSTUK ..........................................................................bl. 199.
Opheffing van het zoutmonopolie op Borneo. — Ampliatie van het contract met Sambas. —
Aard en misbruiken van het pandelingschap. Mislukte poging om het in Sambas te ver-
zachten. —- Regeling van het civiel gezag. — Verheffing van den Panembahan van Mampawa
tot Sultan. — Militaire bezetting der Westkust. — Toestand der forten en militaire gebouwen,
en plannen tot verbetering der bestaande of den aanleg van nieuwe werken. — De Commissaris
en luit.-kol. vertrekken van Sambas. —■ Contract met Koeboe. — De Commissaris en luit.-kol.
bezoeken op de terugreis Simpang en Sukkadana. Hunne komst te Batavia en goedkeuring
hunner verrigtingen. — Reis van den • heer Hartmann naar Matan. — Zijne voorstellen afge-
wezen. — Roof aan de brik Generaal de Kock gepleegd. — Verwaarloozing der betrekkingen
met Broenei. 4— Terugblik op de verrigtingen van den Commissaris Tobias.
VIJFDE BOEK. D e d a j a k s e n d e b e t r e k k i n g e n v a n h e t
NED. GEZAG TOT DE BOVENLANDEN.................................................................. bl. 219.
EEBSTE HOOFDSTUK.................................................................. . « 221.
Algemeene opmerkingen over ethnographie der Dajaks. — Hun ligehaamsbouw. — Het me-
nigvuldig voorkomen van albino’s. —- Kropgezwellen. — De koerab. — Siphilis. — Kinder-
ziekte. — Koortsen en dysenteriën. — Verstandelijke Vermögens. — Taal.; -— Middelen der
Dajaks om hunne gedachten aan afwezenden mede te deelen. — Gezangen, vertellingen en
raadsels. — Rekenkunde. — Tijdrekening. •— Geneeskunde. — Smaak. — Muzijk-instrumen-
ten. —- Dansen. — Beeidende kunsten. — Zedelijke eigenschappen. ■— Vrijmoedigheid. — Lijd-
zaamheid. — Beschuldiging van lafhartigheid. — Zorgeloosheid en traagheid. — Dankbaarheid. —
Matigheid. — Kuischheid. —- Goede behandeling der vrouwen: Eerlijkheid. •— Wreede gebruiken.
— Oordeel van Ida Pfeiffer over het karakter der Dajaks.
TWEEDE HOOFDSTUK . .................................. bl. 255.
Kleeding en sieraden der Dajaks. — Woningen. — Huisraad. — Maaltijden. -^Tampajans. —-
Levenswijze. — Geboorten. — Huwelijken. — Begrafenissen. — Peesten. — Hongersnood. —
Eetbare klei.
DERDE HOOFDSTUK. . . . . . . . . . . . . bl. 275.
Het koppensnellen. — Oorsprong dezer gewoonte. — Onderzoek in hoeverre daardoor de gunst
der vrouwen verworven wordt. — Het bijgeloof daarmede verbonden. — Koppenjagten bij den
dood van een hoofd. — Menschenoffers op de graven. — Koppenjagten als godsgerigt. —•
Erfelijke veeten en bloedwraak. — Schuld der Maleijers in het aanmoedigen van vijandelijkheden
onder de Dajaks. — Krijgsdos en wapenen.—- Ngajouw- en Assan-togten. — Oorlogen der
Maleijers. — Feesten na den afloop der koppenjagten. — Bewaring der koppen.— - Kannibalismus.
— Djaum.