
1824. b e z it, en zoo vervolgens, terwijl de Radja vrijelijk over alle vrou-
wen kan beschikken. De echtgenoot, voegt hij er b i j , laat zieh
gaarne deze vrijheden welgevallen , omdat toch de hinderen hem
toebehooren. Intusschen zou geen man van minderen rang het
wagen de oogen tot de vrouw van zijnen meerdere op te helfen 1).
Daarentegen schijnt onder de Kajans van Borneo’s noord-westelijk
deel, wel is waar de oragang der jonge lieden van beide sekte ta-
melijk losbandig te zijn , maar wordt de jongeling verpligt geacht
het meisje dat bij hem zwanger i s , te huwen, terwijl echtbreuk
altijd met den dood des mans gestraft w o rd t, die alleen als de
verantwoordelijke partij wordt beschouwd 2). Even weinig vindt
men bij andere stammen van Kajans, zoo onze berigten niet zeer
onvolledig z ijn , de gewoonten terug die, volgens Dalton, in Seldji’s
stam bij het sluiten van een huwelijk werden in acht genomen.
Hij verhaalt ons dat, zoo iemand de dochter eens krijgsmans huwen
w i l , hij met den vader van het meisje voor den Radja wordt
geroepen , die beiden vraagt naar het getal door hen buitgemaakte
koppen. Indien de vader er tien bezit, moet de jongeling er min-
stens vijf kunnen toonen , en anders vereenigt hij zieh met eenige
zijner vrienden tot een togt om het vereischte getal te erlangen.
De veroverde hoofden worden naar eene plaats ongeveer halverwege
tusschen de woningen der beide gelieven gebragt, en de aanstaande
b ru id , gedost in hare uitgelezenste sieraden , komt den minnaar te
gemoet, terwijl deze in elke hand een kop bij het haar vasthoudt.
De bruid neemt beide zoo er meer zyn en anders siecht een van
beiden, en op deze wijze dansen zij te zamen met woeste gebaren,
onder luide toejuiching van den Radja en het verzamelde volk. De
k o p p en , ofschoon soms eenige dagen o u d , mögen niet gerookt of
van de hersenen ontdaan z i jn , dewijl de Radja, alvorens hij zijne
toestemming g e eft, zieh overtuigen moet dat zij versch zijn ver-
overd. Is aan de eer van de familie der bruid behoorlijk voldaan ,
dan wordt de toestemming nimmer geweigerd. Een feest wordt
b e re id , waarop het jonge paar te zamen eet. Daarna wordt de
weinige kleeding die zij aanhebben, hun o ntnomen, en terwijl
zij moedernaakt op den grond z itte n , worden zij door eenige
oude vrouwen met padi bestrooid, als een symbool der hun toegeä)
Dalton, p. 54.
s) Low., p. 335, vgl. met p. 195. Vgl. boven, bl. 251.
wenschte vruchtbaarheid x). De Kajans van het Noord-westen van 1824.
Borneo, die in het algemeen veel minder barbaarsch zijn dan die
van Koetei, schijnen nimmer het snellen van koppen als voorbe-
reiding tot het huwelijk te vorderen. De beer Burns beschrijft de
huwelijksplegtigheden dezer stammen als hoogst eenvoudig. De man
biedt aan zijne uitgelezen bruid eenige geschenken aan, en als hij
de toestemming barer ouders en bloedverwanten verworven b e e ft,
wordt een dag voor hare overbrenging naar de woning des bruide-
goms bepaald. Als bruidsgeschenk wordt nog een zeker bepaald
aantal kralen van verschillende soorten gevorderd, die tot een hals-
snoer vereenigd en door de bruid als een teeken van den gehuw-
den Staat omgehangen worden 2). Maar ook in het Koeteische
zijn de woeste gebruiken, door den heer Dalton beschreven, zeker
niet algemeen, zoo als blijkt u it hetgeen de heer von Dewall van de
huwelijken bij den Kajanschen stam der Modang berigt. » Als een
»jongeling,” zegt h ij, »eene jonge dochter tot zijne vrouw begeert,
»dan deelt hij zijn verlangen aan den vader van het meisje mede.
»Heeft deze zijne toestemming gegeven, dan hangt hij zijne m e n -
»d o u w (de gewone naam van den parang der Kajans) in het huis
»zijner aanstaande schoonouders o p , en van dat oogenblik worden
»de jonge lieden als bruid en bruidegom beschouwd. Na eenigen
»tijd brengt de bruidegom aan de bruid geschenken, bestaande in
»schoteis, kommen, borden en koperen gereedschappen, welke
»voorwerpen a lle n , twee aan tw e e , aan de beide einden van drie
»voet lan g e , ronde stukken hout bevestigd w o rd en ; voorts in
»mendouws en andere wapenen. Van de zijde der bruid wordt d it
»geschenk, naar gelang zijner waarde, met een meer of minder
»luisterrijk feest beantwoord. ’s Anderen daags gaan de yerloofden,
»alleen, o f, als het personen van vorstclijke afkomst z ijn , onder
»geleide van een menigte volks, naar de rijstvelden van den vader
»der bruid en beplanten aldaar een strookje land met katjang-tanah.'
»Door deze handeling is het huwelijk gesloten. Na de eerste hu-
»welijksgemeenschap schenkt de man aan zijne jonge vrouw een
» snoer kralen 3).”
Inzonderheid eigenaardig zijn ook de lijkplegtigheden der Kajans.
*) Dalton, p. 52.
s) Burns, p. 150.
s) Weddik K., bl. 103, 104. Over de huwelijksplegtigheden bij de
Bahau zie aid., bl. 152.