
B Ä iIA 3 E l® 3 E 3 S IE KT T ilf f ilP A äT Ä iT S o
en met een band om zijn hoofd wordt vastgehouden; een aanlal
Dajaks loopen mede om elkander elke 1 5 minuten af te wisselen ,
hetgeen met onbegrijpelijke vaardigbeid geschiedt 1). Op vele plaat-
sen worden ook andere diensten gevorderd. Zoo heeft de Panembah-
an van Tajan rijstvelden aan de ßatang Taran en te R a jan g , die
door zijn eigen volk gewied en geoogst, maar door de Dajaks door
het kappen en verbranden van het hout toebereid en vervolgens be-
zaaid moeten worden 2). In Sangouw, Sekadouw, Matan en elders
moeten de Dajaks, althans zij die meer in de nabijheid der hoofd*
negerie wonen, voor den vorst en de rijksgrooten materialen bijeen-
b ren g en , woningen b o uw en , praauwen vervaardigen en andere der-
gelijke werkzaamheden verrigten 3). Doch de voorname taak der
Dajaks is voor de iukomsten hunner meesters te'zorgen. De Ma-
leijers betalen doorgaans niets aan den vorst, behalve eenige kleine
geschenkeu, die zij hem bij voorkomende gelegenheden aanbieden 4).
Daarentegen worden de Dajaks zooveel mogelijk, ofschoon niet overal
in dezelfde m a te , uitgezogen: hun lot schijnt in Tajan het drage-
li jk s t , in Sintang het rampzaligst te zijn. De heffingen waaraan
zij onderworpen worden, dragen een aantal verschillende n am en ; de
belangrijkste zijn de hassil en de serah, die ik wat nader zal trachten
te doen kennen.
De hassil is eene regtstreeksche belasting in den vorm van een
hoofdgeld aan elk huisgezin opgelegd; de serah is eene soort van
gedwongen handel, waarbij men de Dajaks verpligt eene zekere hoe-
veelheid goederen , vooral ijz e r , koperdraad, ta b a k , z o u t, zwart
katoen en somtijds hoofddoeken, tegen een veel te hoogen, vaak
twintigvoudigen prijs van de vorsten aan te nemen. Zoowel de hassil
als de serah worden in de bovenlanden hier en daar ook van de
Chinesche mijnwerkers, doch in veel drukkender mate van de Dajaks
gevorderd. Beide belastingen worden door hen zelden of nooit
in geld, maar voornamelijk in r i j s t , gedeeltelijk ook in k a tjan g ,
*) De Stuers H S ., bl. 49. Eene afbeelding van zulk een draagstoel,
naar eene teekening van den heer de Stuers, komt voor op nevenstaande
plaat.
a) "Van Lijnden N. T ., bl. 632. Vgl. Gronovius, bl. 354.
s) Gronovius , bl. 348 , 350 , Ritter A ., bl. 423 , G. Müller, bl. 303.
4) Van Lijnden N. T . , bl. 633. Hij voegt er bij dat het gebruik vordert
dat de bevolking der hoofdnegerie des verascht den vorst eene woning
bouwt; doch dat dit zoozeer verwaarloosd wordt, dat tijdens zijn bezoek
de vorsten van Sangouw en Sintang zonder behoorlijke woning waren.