
1823. volgd w a s , had een honderdtal Ghinezen van Sambas en de partij
van Sin-ta-kioe verzameld, die met het dragen en beschermen der
ammumtie en vivres werden belast. Reeds in den avond van den
1 9 de“ vertrok de tweede luitenant von Horn met zijn peloton en
vatte post op de scheiding van twee paden, op een uur afstands
van de eerste vijandelijke benting. Vroeg in den morgen van den
2 0 ste“ marcheerden de overige troepen van Loemar en bezett’en te
ha lf tien hetzelfde p u n t , waar aan de Soldaten, na een uiterst ver-
moeijenden marsch, eenige ru s t werd gegund E
Het was het voornemen van den luitenant-kolonel de eerste benting
onverwijld krachtdadig aan te vallen en te vermeesteren. Hij wist
hoezeer dit met de gewone wijze van oorlog voeren der Ghinezen in
s trijd was 2) , en lioopte hen daardoor zoozeer in verwarring te
brengen, dat hij ongehinderd tot Larah zou kunnen doordringen.
Te elf ure rukte men op nieuw voorwaarts. De handmortieren
waren tusschen de beide divisien geplaatst; de luitenant-kolonel be-
vond zieh aan het hoofd der voorhoede, bij het peloton onder den
luitenant von H o rn , aan het welk zieh de overige onmiddellijk ,'
maar man achter m a n , aansloten. Aan de offleieren was order
gegeven hunne divisie of peloton goed bij elkander te hou d en , en
wanneer zij ook den luitenant-kolonel met eenig gedeelte zagen aan-
vallen, deze beweging niet zonder zijn uitdrukkelijk bevel tevolgen.
Tegen den middag ontdekte de heer de S tu e rs , omtrent 200
schreden vöör z ie h , de eerste vijandelijke b en tin g , Kem-sang ge-
naamd, en gelegen op een van boomen ontbloot, dqch aan alle kanten
door bosch omringd heuveltje, aan het pad dat naar Larah
voerde< Ten spoedigste oprukkende, stelde hij de eerste divisie
links van he t pad met het bosch in den rü g in bataille, en de
luitenant Stennekes plaatste zijne mortieren op hären regter-vleugel
in b a tte rij, terwijl ook de tweede divisie zieh daarnevens in slag-
orde schaarde. Zoodra de Chinezen hun vuur begonnen, werden
zij met eenige houwitzers beantwoord. Inmiddels zond de luitenant-
kolonel een peloton vooruit om te eclaireren. Weldra volgden de
overige pelolons der eerste divisie, die deels de benting van voren
aanvielen of het terrein bewaakten, terwijl een ander deel, 3 0 man
s te rk , door den luitenant-kolonel in persoon aangevoerd, de sterkte
v ^ -5 » hij 31—34, Mijer 1822 en 1823, bl. 108 109
.Verwikk. bl. 303, 304, Tobias, bl 74 1 ’
*) -Vgl. D. I, bl. 324,
omtrok om haar van achteren bij hären ingang aan te tasten. De 1823.
tweede divisie bleef hare Stelling bij de mortieren bewaren.
De aanvallers vuurden zonder merkbaar gevolg door de palissa-
d e n , telkens terugtrekkende om te lad en , en verscheidene Soldaten
hadden reeds meer of min belangrijke wouden bekomen, vooral
door de ranjoes, die ook den heer de Stuers zelven aan beide voe-
ten hadden gekwetst, toen deze hoofd-officier op de heuvels achter
z ieh , van welke hij slechts door een ravijn gescheiden was, drie
benden Chinezen, te zamen minstens 12 0 0 m a n , ontdekte, te rwijl
nog wat verder, op de scheiding der paden naar de beide
Larah’s , eene tweede benting en daarachler nog andere waren opge-
worpen. Deze benden namen een dreigende houding aan en stelden
zieh onder een vervaarlijk geschreeuw, van eenige schoten verge-
zeld, in beweging, De luitenant-kolonel begreep dat hij in het
grootste gevaar zou verheeren, zoo hij niet ten spoedigste meesler
werd van de benting, en om de Soldaten, door den vermoeijenden
togt en de brandende middagzon afgemat, een goed voorbeeld te
geven, rukte hij met eigen hand aan den hoek van het bastion
met geweld eene der palissaden neder, waarop dadelijk eenige flan-
keurs eene opening maakten, groot genoeg om een man door te
laten. Met moeite over de borstwering rakende, liet zieh de flan-
keur Sluitman het eerst jn het bastion glijden, waar hij dadelijk
zwaar werd gewond. Eenige an d e re , met den luitenant von Horn
aan het hoofd, volgden zijn voorbeeld, terwijl de luitenant-kolonel
de wel-verdedigde deur liet openkappqn, waarop een genoegzaam
aantal manschappen in de benting drong , die dadelijk meer dan
30 voorvechters der Chinezen met de bajonet afmaakten. Te
gelijkertijd gelukte het den sergeant Kalsterman, die een der pelo-
tons kommandeerde, aan den tegenovergestelden hoek het paalwerk
in brand te steken, ofschoon ook hij eene ernslige wonde bekwam.
Eenige Chinezen, die poogden te ontsnappen, werden buiten de
vesting neergeschoten. Terwijl de onzen nog in de benting met de
Chinezen handgemeen waren, vlogen eenige vaatjes Chineesch bus-
kruid in de lucht, waardoor verscheidene Soldaten brandwonden be-
kw am en ; de luitenant-kolonel zelf was aan aangezigt en handen
deerlijk geschroeid, en de verhavende kleederen moesten hem van
het lijf worden gerukt, om met eene inlandsche kleeding te worden
verwisseld. Toen al de verdedigers afgemaakt of verdreven
waren, liet hij de benting in brand steken, en verzamelde de eerste