
1825. Bij het kwijnen des handels kon zieh de nijverheid niet ontwik-
kelen. Behalve een weinig suike r, ten bedrage van omtrent 200 pi-
kols ’s ia a rs , door de Chinezen te Pontianak gewonnen, bepaalde
zieh de k ultuur schier geheel tot rijst voor inlandsche consumtie 1).
In Sambas bespeurde men in dit opzigt eenigen vooruitgang. »Het
is twee jaren geleden,” schreef de resident in 1 8 2 3 , »dat Sambas
» rijst u it den vreemde moest trekken, en nu zal het weihaast zijne
»eigene uitvoeren” 2). Aan het invoeren der koffij- en peperkultuur
werd alleen in Sambas met eenige vrucht gearbeid, daar elders
groote moeijelijkheden te overwinnen waren; en wij hebben reeds
gezien dat zelfs in de noordelijke residentie, ten gevolge van de
vijandigheid der C h in ez en , het met zooveel moeite en zorg aange-
vangen werk weldra weder verstoord werd. Van den gedurende twee
jaren bevredigenden, maar«later .gedurig ongunstiger wordenden uit-
sla«» der pögingen om de diamantgraverij in Landak te bevorderen
en aan het Gouvernement een aandeel in de voordeelen daarvan te
verzekeren, heb iky reeds elders breedvoerig gesproken 3).
E r is echter geen twijfel aan of onze vestiging op Borneo’s West-
kus$ zou, in weerwil eeniger misrekeningen, eene weldaad voor de
bevolking zijn geworden en spoedig hare kosten hebben gedekt, zoo
de plannen van den heer Tobias eene ongestoorde uitvoering had-
den kunnen erlangen. Zelfs in weerwil van de onverschilligheid der
inlandsche vorsten en den toestand van gisting waarin de kust door
de aanhoudende oproerigheid der Chinezen gehouden w e rd , bleven
in menig opzigt de goede gevolgen niet achter. Door onpartijdige
handhaving, van het regt en goede policie-reglementen verminderde
vooral in Sambas het aantal der misdaden, die er vroeger 6f geheel
slraffeloos gepleegd 6f alleen door boeten afgemaakt werden, en daar-
door tot eene schromelijke hoogte gestegen waren. In Pontianak zocht
de heer Hartmann hetzelfde d oeljb bereiken door de policie ook over
de inlandsche bevolking g eh e e la an het Nederlandsch gezag te trekzoozeer
door allerhande vexation werd bemoeijelijkt, dat zij de gewoonte had-
den aangenomen om naar de eene of andere"haven van Java uit te klaren,
maar over Singapoera terug te keeren, en dat de Nederlanders, om hun dit
af te leeren, begonnen hadden dezelfde uitgaande regten te vorderen, hetzij zij
naar Java of naar Singapoera uitklaarden, waaruit ik moet opmaken dat de
vrijstelling van regten op den uitvoer naar Java later weder is opgeheven.
*) Hartmann HS. I , bl. 19.
s) Van Grave HS. I , bl. 6.
3) Zie D. I , bl. 72—74.
ken *>). De inkomsten van het Gouvernement namen met ieder jaar 182
belangrijk toe, en daar dit niet aan den bloei van den handel kan
worden toegeschreven, moet het vooral aan de vermeerdering van
ru s t, veiligheid en vertrouwen worden dank geweten. De opbrengst
der verpachte middelen, die voor 1 8 2 2 nog slechts f 1 4 ,8 7 4 had be*
d rag en , steeg voor 18 2 3 tot ^ 2 4 ,6 2 4 , voor 18 2 4 tot f 54,4 9 7 en
voor 1 8 2 5 zelfs tot f ß 8 ,9 7 0 , in weerwil d a t, toen de verpachting
in December 18 2 4 plaats h ad , de opstand in Montrado reeds in
vollen gang was. Ofschoon toch in Sambas de nadeelige uitwerking
niet achter bleef 2) , werd dit rijkelijk door de vermeerdering van
den pachtschat te Pontianak, Mampawa, Tajan, Landak en zelfs te
Mandor vergoed 3). In de bovenlanden aan de Kapoeas waren tot
dusverre geene andere belastingen ingevoerd , dan het hoofdgeld der
Chinezen, dat aan het Gouvernement jaarlijks omtrent f 20 0 0 ople-
verde. Deze som was natuurlijk ontoereikend om de kosten der
nederzetting te Sangouw en Sintang^oed te maken, maar men hoopte
het aantal Chinezen aldaar spoedig aanmerkelijk te zien toenemen,
en dacht voor ’t overige veel te mögen verwachten van de indirecte
voordeelen, aan de verlevendiging van den handel op de Kapoeas Verbünden
4). De gezamenlijke inkomsten van het Gouvernement op
Borneo’s Westkust voor 1 8 2 5 werden door den Gezaghebber op
/2 2 0 ,0 0 0 begroot, en ofschoon deze som nog niet .geheel toereikend
was voor de dekking der door den gedurigen Staat van spanning
zoozeer opgedreven uitgaven, mögt men echter hopen dat na weinige
ja re n , althans bij herstel der ru s t, dat nadeelig verschil geheel zou
verdwijnen 5).
J) Van Grave HS. I , bl. 3 , 4 , Hartmann HS. I , bl. 17, 18.
2) In Sambas hadden de verpachtingen voor 1824 f 25,860 opgeleverd;
voor 1825 viel de opbrengst t o t / 11,826; het verschil bestond vooral in de
opiumpacht, d i e v a n /1 9 ,6 8 0 tot /7 6 8 0 viel. Tobias Bijl. HS., bl. 14, 15.
3) Ziehier nit Tobias Bijl. HS., bl. 17, de recapitulatie van de opbrengst
der verpachtingen over 1822 tot 1825.
1822 1823
/ 2158 / 4040
12356 18312
Sambas
Pontianak
Mampawa
Tajan
Landak
Mandor _____________________
360 792
720
760
Totaal / 14874 / 24624
| Hartmann HS. I , bl. 20, 21.
I Tobias, bl. 87.
1824
/ 25860
17472
1272
893
600
8400
1825
/ 11826
28884
5136
1932
1152
20040
/ 54497 / 68970