
1822. gen zooveel mogehjk aan te moedigen tot het aanplanten van koffijv
peper, katoen en andere voor den handel gescbikte voortbrengselen r
ondei bepaling dat van al deze produkten een vierde aan den Pa-
nembahan en een vierde aan het Gouvernement zou worden uitge-
keerd. Daarentegen zou het Gouvernement aan degenen die zieh-
met ernst op de k u ltu u r wilde toeleggen, maar niet over de noo-
dige middelen beschikken k o n d en , voorschotten uitreiken, en bood
h e t a a n , bijaldien de gemeene man mögt bevreesd zijn dat h ij
zijne produkten niet zou kunnen van de hand z e tte n , die tegen
een bepaalden billijken prijs te koopen (art. 11). Mögt de Panem-
bahan in geschillen met naburige bondgenooten van het Gouvernement
gewikkeld worden, dan zou hij verpligt zijn de beslissing
van den hoogsten ambtenaar van het Gouvernement in te roepen
(art. 12). De Nederlanders zouden het regt hebben tegen billijke
betaling de levering van materialen en werkvolk te vorderen voor
het aanleggen van sterkten, waar en wanneer zij die nuttig zouden
oordeelen (art. 13). Op de keuze van een troonsopvolger zou door
tusschenkomst van ’s Gouvernements hoogsten ambtenaar de goed-
keuring van den Gouverneur-Generaal worden gevraagd (art. 14).
Alle muntspecien, waaraan door het Nederlandsch gezag een wet-
tige koers was verzekerd, zouden ook in Landak gangbaar zijn
(art. IS). Ten slotte beloven de Panembahan en zijne rijksgroo-
te n , »nimmer te zullen uit het oog verliezen dat het Gouverne-
»ment zieh , uit louter mededoogen, het rijk van Landak had aan-
»gelrokken, om h e t, gelijk een vader zijn k in d , te behandelen,” en
»met een opregt geweten en allen ijver voor het welzijn des lands
»te zullen zorgen, ten einde Landak, dat thans nog als een klein
» kind kon beschouwd worden, in bloei en welvaart mögt toenemen”
(art. 16). De slolbepaling (art. 17) vorderde dat de overeenkomst
de goedkeuring van den Gouverneur-Generaal zou erlangen J).
Toen de Commissaris en Iuitenant-kolonel den 7®» December te
Pontianak terugkwamen, ontving eerstgenoemde daar het rapport
der ambtenaren, die naar de binnenlanden van Sambas gezonden
waren. Dit rapport luidde ongunstig. In weerwil van de pogingen
der voornaamste hoofden, die opregt tot vrede gezind schijnen ge-
weest te z ijn , had de massa der Chinezen van Tai-kong in de
gesloten overeenkomst geen genoegen genomen en geweigerd de
f Bij mijne verzamelingen Off. Stukk. is een los afschrift van dit contract
met Landak gevoegd.
bezette mijngronden terug te geven; terwijl het plünderen, rooven 1822.
en moorden op nieuw een aanvang genomen had. De Commissaris
besloot om den Iuitenant-kolonel de Stuers dadelijk naar Sambas te
zenden, met last om vandaar een sterk detachement, onder bevel
van een kapitein, naar Loemar te doen ma rche ren, ten einde die
p laats, welke, volgens de met de Chinezen gesloten overeenkomst,
door die van Tai-kong had moeten ontruimd worden, des noods met
geweld te bezetten. Hij verzocht echter den heer de Stuers niet in
persoon mede naar de binnenlanden te gaan, daar hij aan de ge-
heele zaak, als het werk van slechts eenige kwaadwilligen, geen
groot gewigt hechtte *). De heer Tobias vertoefde nog eenige da-
gen te Pontianak om de onderhandelingen met den Sultan over
de wijziging en ampliatie van het bestaande contract ten einde te
brengen, alvorens hij ook zelf naar Sambas vertrok.
Wij hebben boven gezien, welke inzigten de Commissaris nopens
de wijziging van het contract met Pontianak koesterde 2). Hij
wenschte daarin te zien opgenomen: volledige erkenning der Suprematie
van liet Gouvernement, uitsluitende heffing van inkomsten
door het Nederlandsch gezag, eene vaste toelage aan den Sultan ten
bedrage van f 3 2 ,0 0 0 , uitbreiding der regtsmagt van het Gouvernement,
en bepaalde omschrijving van het grondgebied des rijk s ,
gepaard met den afstand van de zijde des Sultans van alle wezen-
lijke of vermeende regten op Landak, Tajan en Sangouw. Men
mag aannemen dat bij een man van het karakter van Sultan Oth-
man deze wenschen geene bijzondere tegenkanting zullen ontmoet
hebben, en dat het nieuwe contract, of juister de ampliatie op
het bestaande, den 1 4 den December 1822 gesloten en den 2 8 sten
Januarij 1823 door de hooge regering bekrachtigd 3) , aan de inzigten
van den Commissaris zal hebben beantwoord 4).
In de berigten die de Commissaris omstreeks dezen tijd van Pontianak
aan de hooge regering zo n d , verdienen een paar punten nog
even onze aandacht. Het eerste betrof de regeling der troonsopvol-
*) De Stuers HS., bl. 25, 26, Tobias, bl. 74.
s) Boven, bl. 103.
s) Verwikk., bl. 282, Off Stukk. HS., bl. 25.
*) Dat werkelijk de wijzigingen in het contract in de opgenoemde punten
bestonden, kan men bovendien opmaken uit hetgeen door Tobias, bl. 77, Mijer
1822 en 1823, bl. 178, over den geest der nieuwe en gewijzigde contracten
gezegd wordt, alsmede uit de beneden te vermelden ampliation op de bestaande
contracten met Mampawa en Sambas. "Van de ampliatie op het
contract met Pontianak zelve heb ik mij den tekst niet kunnen verschaffen.