
1823. den. Ook nu werden de onderhandelingen aan Seijid Hasan opge-
dragen, en de overeenkomst kwam werkelijk tot stand, ofschoon
hare nakoming door eene magtige partij aan het hof werd verijdeld *).
In October 1 8 3 0 leverde hij aan het Gouvernement een allerbe-
langrijkst rapport in over de zeerooverij, die h i j , wegens zijne
veelvuldige handelsreizen en naauwkeurige kennis der inlandsche
zeden, beter dan welligt iemand anders kon beschrijven en beoor-
deelen 2). Of hij sedert nog andere diensten aan de regering
bewezen heeft is mij niet bekend, maar wel dat hij nog eene
lange reeks van ja ren , onder het genot der algemeene achting, te
Soerabaja heeft gewoond. />/> • /
J & i L J *
*) De Stuers, Gedenkschrift van den oorlog op Java, vert. door Lange,
bl. 143.
*) Zie een uittreksel nit dit rapport bij Cornets de Groot, bl. 268—272.
_ a .. , ls6 ea-a, ^
l^l Ä . —
ELFDE HOOFDSTUK.
Opheifing van bet zoatmonopolie op Borneo. — Ampliatic van bet contract
met Sambas. — Aard en mishruiken van het pandelingsehap. — Mislnkte po-
ging 001 het in Sambas te verzachten. — Begeling van het civiel gezag. —
VerheiEng van den Panembahan van Mampawa tot Snltan. — Militaire bezet-
ting der Westknst. — Toestand der forten en militaire gebouwen, en plannen
tot verbetering der bestaande of den aanleg van nienwe werken. — De Com-
missaris en Luitenant-kolonel vertrekken van Sambas.— Contract met Koeboe.—
De Commissaris en Lnitenant-kolonel bezoeken op de terngreis Simpang en
Sukkadana. — Hanne komst te Batavia en goedkearing hanner verrigtingen. —
Reis van den heer Hartmann naar Matan. — Zijne voorstellen afgewezen. —
Roof aan de brik Generaal de Kock gepleegd. — Vcrwaarloozing der betrek-
kingen met Broenei. — Teragblik op de verrigtingen van den Commissaris Tobias.
Ik heb het verhaal van de bevrediging der Ghinezen van Mon- 1823.
trado en van de onderhandelingen met Broenei door geene bijzon-
derheden van anderen aard willen stören. Ik had anders reeds
vroeger moeten gewag maken van het besluit van den Gouverneur-
Generaal van 11 Maart 1 8 2 3 , waarbij eindelijk de belangen van
den zouthandel op Borneo overeenkomstig de wenschen van den
Commissaris geregeld werden. Het Gouvernements-zoutmonopolie,
in 18 1 9 ingevoerd, was nog zeer verzwaard door de hooge-prijzen,
waartoe de schaarschte van 18 2 0 aanleiding had gegeven. Daar
deze reden thans niet meer b e sto n d , werd in de eerste plaats be-
paald, dat van 1 April af het z o u t, zoowel voor uitvoer als voor
consumtie, in ’s lan d s pakhuizen op Java en Madura voor f 73.00
de kojang (van 27 pikols) zou verkrijgbaar zijn e n , voor zooverre
het voor uitvoer bestemd w a s , vrij aan boord der vaartuigen zou
geleverd worden. Maar hiermede was nog een bijzondere maatregel
in het belang van Borneo verbonden. » In afwachting van het
»tijd stip , waarop het welligt nuttig en doenlijk zou worden geacht
»alle buitenbezittingen voor den vrijen invoer van Gouvernements-
»zout open te stellen,” zou het reeds dadelijk aan een iegelijk vrij
staan » in alle Nederlandsche bezittingen en etablissementen op