
dat die steen hem geen geluk zou aanbrengen en den volgenden dag
wierp hij dien weder in het water *).
Eene tweede klasse van voorteekenen zijn d ie , welke aan de
vlugt en het gefluit der vogelen ontleend worden. De voornaaraste
rol wordt daarbij vervuld door de l a n g , eene soort van kiekendief,
een der grootste en meest verbreide van de op Borneo voorko-
inende roofvogels. Hij is ongetwijfeld dezelfde dien de Bejadjoe’s
a n t a n g noemen, en van wien de heer Hupe eene legende ver-
lia a lt, die ik hier zal mededeelen, omdat z i j , ofschoon eene ge-
heel lokale kleur verkregen hebbende, waarschijnlijk een gemeen
eigendom is van vele Dajaksche stam m en , e n , in die onderstel-
lin g , eenig licht verspreidt over de bijzondere waarde, welke aan
de voorteekenen u it zijne vlugt afgeleid, gehecht wordt.
De bewoners van Poelopetak beschouwen namelijk zekeren Antang
met zijne beide broeders als den stamvader der tegenwoordige bevol-
k in g v an hun distrikt. Deze Antang was van goddelijke afkomst, en
toen hij 2 0 0 jaren als mensch geleefd en vele nakomelingen verwekt
b a d , gelastte hij dezen om hem in het water te doen nederdalen,
waaruit hij in een vogel herschapen weder zou te voorschijn komen,
doch om ook in dien veranderden Staat voor hen te blijven zorgen.
» Wanneer gij mijne hulp noodig h e b t,” dus sprak h i j , » strooit
dan rijs t rondom u , zoo zal ik komen en u bijstaan.” Zijne af-
stammelingen namen hem toen op en bragten hem in eene praauw
in het midden der riv ie r, waar zij hem lieten zinken. Nu bedekte
zieh zijn ligehaam met vederen en zijne handen en voeten werden
in vleugels en klaauwen veranderd, en als de roofvogel antang ver-
h ie f hij zieh weder u it het water. Ofschoon niet verklaard wordt
hoe hij aan een wijfje kw am , vermenigvuldigde zieh zijn geslacht
zoodanig, d a t, naar het zeggen der Dajaks, thans bijna elke kam-
pong haar eigen, hetzij witten of zwarten antang bezit, die zorgt
voor haar welzijn en bij twijfelachtige voorvallen door de bewoners
wordt aangeroepen, wanneer de rigting zijner vlugt hen met zijnen
raad bekentji maakt 2). Men roept daartoe den vogel aan naar ze-
J) Von Kessel, bl. 194, 196, 197; vgl. Hupe, bl. 158, 159.
s) Eene geheel andere legende wordt verhaald door Becker. Zekere Sam-
bilan Tiong, de zoon van een opperhoofd van Kahajan, zou de eerste zijn
geweest die na den dood zij ns vaders, op aanzetten zijner moeder, een kop
zou gesneld bebben, om zijn vader in de toekomende wereld een dienaar
mede te geven; en terwijl op bet lijkfeest de ziel van bet overleden opperkere
voor de gelegeuheid passende formulieren, terwijl men uit een
kom met ongekookle rijst van tijd tot tijd een handvol neemt, die
men in zeven worpen naar alle zijden om zieh strooit. Men be-
schouwt dit minder als een offer , dan als eene aanduiding voor
den vogel van de plaats waar men zijne hulp behoeft. Omdat
die rijs t te beter van gewone zou kunnen onderscheiden worden,
houdt men ze vooraf over wijrook, begiet ze met o lie , bestrooit
ze met sirih-bladeren , bloemen of stroo-cigaren, of legt er de am-
patongs op. »Het geschiedt niet zelden,” zegt de heer Hupe, »dat
» men , gedurende deze bezwering, wezenlijk een antang ziet ver-
»schijnen, vooreerst uilhoofde der menigvuldigheid van deze vogels,
» en ten tweede om d a t, wanneer zulks niet spoedig het geval i s ,
»de bezweerder soms een ganschen dag in zijneaanroepingvolhardt.
» Verschijnt er evenwel geen, zoo wordt deze plegtigheid gedurende
» verscheidene daarop volgende dagen hernieuwd: ja zulks geschiedt
» zelfs somtijds nog na een ongunstigen uitslag, vooral wanneer de
» Dajak een bijzonder belang in zijne onderneming stelt; want dan
» vleit hij zieh met de hoop dat de antang nog van gevoelen zou
» kunnen veränderen. Niemand koestert evenwel dit denkbeeid,
» wanneer de voorteekenen günstig zijn.”
De wijze waarop de Dajaks u it de vlugt van dezen vogel hunne
besluiten trekken, is natuurlijk in verschillende gevallen verschil-
lend. Hebben zij eene reis of een strooptogt op het oog, dan is
het günstigste voorteeken, wanneer de antang zijne vlugt regtstreeks
neemt naar de streek waarheen zij zieh denken te begeven; minder
günstig is het reeds, wanneer h ij, alvorens zijne vlugt der-
waarls te nemen, eenige cirkels in de lucht beschrijft. In andere
gevallen worden vooraf twee tegen elkander overstaande rigtingen
bepaald, en de uitspraak als günstig of ongunstig aangemerkt,
naarmate de vogel meer de eene of de andere volgt. Doorgaans
vliegen de antangs aan paren door de lu c h t, en dikwijls trachten
zij hoenders uit de kampongs te stelen. De eerbied van den Dajak
voor deze vogels is niet groot genoeg om dit ongehinderd toe le
boofd met die van den vermoorde, door bet biddend gezang van den Olo
maga lian (leider der ziel), aan Tempon Telon, een der in het Banjersche
meest vereerde geesten, werd opgedragen, zou Sambilan Tiong in een antang
veranderd zijn, en, na de deur te zijn uitgevlogen en eenigen tijd de kam-
pong in wijde kringen omzweefd te hebben, naar de stille meiren in bet
gebergte zijn geweken en daar zijn geslacht hebben vermenigvuldigd.