
VIJFDE HOOFDSTUR.
Benoeming van den heer Tobias tot Commissaris voor Borneo. — De lieer
ran Grave vervangt den heer Reynst als resident van Sambas. — Nieuwe ver-
sterking van het garnizoen te Fontianak. — Verrigtingen van den Commissaris
te Sambas. ■— Zijn voorstel tot wijziging van het contract. — Onderzoek naar
den Staat der zeerooverij. — Plannen ten opzigte van Broenei en de Dajak-
Kajan. — Vertrek van den Commissaris naar Fontianak. — Onderhandclingcn
met den Snltan over de troonsopvolging. — Voorstel tot bet aangaan van een
gewijzigd contract. — Beschikkingen omtrent Mampawa. — Flannen ten aan-
zien van Tajan en Landak. — Bezoek te Sangonw en Sintang. — Zending van
een inlandsch gezantschap naar Matan. — Plannen tot bevordering der nijver-
heid onder de Dajaks. — Uitkomsten van liet onderzoek naar de handelsaangele-
genbeden en het belastingstelsel. — Plan tot eene cxpeditie tegen de Cbinezen. —
Voorstellen omtrent de goud- en diamantmijnen in de binnenlanden. — Militair
rapport van den lnitenant-kolonel Meynhardt. — Voorstel tot vermeerdcring
vau het getal der ambtenarcn. — Terugreis van den Commissaris.
1821. Het nader onderzoek door den heer Muntinghe omtrent vele pun-
ten aanbevolcn, vorderde de benoeming van eenen nieuwen Commissa
ris , wiens taak zieh dan ook aanvankelijk meest tot het inwinnen
van berigten zou bepalen. Deze gewigtige zending werd, op voorstel
van dienzelfden am b ten a a r, toevertrouwd aan den heer Mr. J.
H. Tobias, laatst resident van Bantam, aan wien bij zijne instruc-
tie , gearresteerd bij besluit van 13 October 1 8 2 1 , werd opgedragen:
vooreerst om" den Staat van het Iand, de bevolking en den handel op
Borneo te onderzoeken, ten einde, naar aanleiding daarvan, te kun-
nen nagaan en bepalen, op wat wijze daar de zaken voor het ver-
volg op beteren voet zouden kunnen worden ingerigt; en ten tweede
om de gezindheden der vorsten en volken en het gedrag van ’s lands
ambtenaren in de verschillende takken van bestuur na te sporen ,
met bevoegdheid tevens om voorzieningen te treffen, zoo tot rege-
Jing van zaken die dit dadelijk mogten vorderen, als tot wering
van misbruiken. Met betrekking tot de Cbinezen was hem nog
bijzonder voorgeschrevcn, de oorzaken na te vorschen van den onwil
om het hoofdgeld te betalen, en te onderzoeken of het met goed
gevolg door eene andere belasting zon kunnen vervangen worden. 1821.
Voor het overige verbood de instructie van den Commissaris hem
wel niet bij voorkomende gelegenheid te handelen, doch zij maakte
hem ten p lig t, zoo het bleek dat belangrijke maatregelen tot hand-
having van ons gezag op Borneo gevorderd werden, eerst naar Java
over te steken, ten einde op zijne voorstellen de heslissing van het
Gouvernement af te wachten. De Commissaris vertrok den 3 1 sten
October met Z. M. korvet Ven u s, gekommandeerd door den kapi-
tein-luitenant Verveer, van Batavia, en begon den 2 ae11 December
zijne werkzaamheden te Sambas, op welke plaats zijne tegenwoor-
digheid het eerst en dringendst gevorderd werd. Hij werd derwaarts
vergezeld of gevolgd door den luitenant-kolonel Meynhardt, wien te
gelijker tijd een onderzoek naar de militaire aangelegenheden der
Westkust was opgedragen, en door den heer M. van Grave, bestemd
om den heer Reynst, die naar Java zou terugkeeren , als resident
van Sambas te vervangen 1). De nieuwe resident had vroeger de
militaire loopbaan gevolgd, zieh in Spanje en Rusland onderschei-
den en het ridderkruis van het legioen van eer verworven. HÜ
was een man van een zeer minzaam en welwillend ka rakte r, een
vriend en beschermer der verdrukten, daarbij moedig en ijverig,
maar door zijn gebrek aan kennis der Maleische taal aanvankelijk
aan misleiding blootgesteld en door de edelmoedigheid van zijnen
aard zelven ligt tot onvoorzigtigheid te vervoeren 2).
Inmiddels was het garnizoen te Pontianak den 22 sten November
versterkt door een detachement van 17 Ambonezen, onder bevel
van een tweeden lu ite n a n t, van Batavia aangebragt door Z. M.
schooner Calypso. In den loop des jaars was daar alles tamelijk
rüstig gebleven, maar zonder dat in den Staat van zaken eenige
wezenlyke verbetering had plaats gegrepen 3).
De Commissaris verloefde in het rijk van Sambas van den 2 ien
December tot den 2 1 sten Januarij des volgeuden jaars. Hij besteedde 1822.
dien tijd niet alieen tot eene reeks van besluiten betreffende het
personeel, de bezoldiging en werkzaamheden der beamblen en der-
gelijke, maar hij deed ook eene reis in de binnen landen om zieh
bekend te maken met den toestand der Dajaksche en Chiuesche
') Tobias, bl. 66, HS., bl. 1, Mjjer 1821, bl. 88, S9, van Lijuden
T. N. X>, bl. 175, Off. Stukk. HS., bl. 1, 2. *
*) M\jer 1824 en 1825, bl. 565, Tobias, bl. 72, 78.
5) Verwikk. bl. 300.