rn n ssm B s#
M* ten kragtiger te zyn geweest dan ons Vuur,
iVE.EL ,t welk niettemin dezelven harder maakt. Ten
Hoofd- ancjeren toont de onrype Asbest, zogenaamd ,
Amianth. dat ’er nog een groeijing in deeze Steenfoort
plaats hebbe. Misfchien heeft de Oirfprong
deezer Stoffe eenige overeenkomst met die
van Schimmel en dergelyken (m) of met het
begroeizel der Kalkmuuren. E n , dat ’er eenige
Kalkachtigheid in plaats hebbe, blykt uit
derzelver Melkachtige ontbinding in Water ,
en de aandoening, welke zy van Zuure Gee-
ften hebben, waar door fommigen worden opgelost.
Die Kalkachtige Aarde , welke men
’er door wasfchingen van krygt, is van cene
Gipsachtige natuur. Veelen hebben vastge-
fteld, met onzen Ridder, dat derzelver voor-
uaamfte Grondftoffe Kïeyachtig zy. Sommigen
hebbenze aangemerkt als een Zout van
Kleijigen oirfprong. De Proefneemingen van
M a r c k g r a a f en G e r h a r d fchynen te
be-
(m) De vermaarde R i e g e r heeft zelfs In zyn Lex.
Hifi. Nat. willen beweeren, dat de Amianth van eenen
Plantaartigen Oirfprongen tot de Plantgewasfen te be*.
trekken z y ; maar dit heeft geen waarfchynlykheid.
Vid. W a l l . Syft. Min. I . p. 416, De Franfche Heer
G r ig n o n vergeleek dezelve by de witte Wolligheid,
welke in de Spleeten dér Smelthaarden van Yzer dikwijs
voorkomt en geheel uit Yzer beftaat: terwyl de
zuivere Amianth geen Yzer in ’t geheel bevat. Ibid. p.
417. Zie voorts ten dien opzigte de Mikroskoopifche Ver-
maakhjhhedeu van L e b r r m u l l e r , IV . Deel. bladz. 37.
n a
jbewyzen, dat de meefte Soorten van Amianth ji.
eene Aarde van Bitter- of Bronzout, of ook Arjv .e'tf*
eene Aluin-Aarde bevatten, welke beiden zig Hoofd-
met Zuuren uit dezelven laaten haaien , na
dat menze gebrand en fyn gewreeven heeft.
Maar het branden neemt die Vettigheid weg,
welke de Kley van andere Aarden onderfcheidt.
Dat ’er in fommigen ook Yzerdeeltjes z yn , is
uit de Waarneemingen van L eu m ah n on-
twyfelbaar.
Door onzen Ridder zyn de Amianthen in
twee Afdeelingen onderfcheiden, waar van
de eerfte de eigentlyk , de andere de onei-
gentlyk zogenaamde bevat.
I, Vezelige, met evenwydige Draaden,
(x) Amianth met affi
taaije Vezelen,.
Amictn*
thus As?
bestas.
De veelerley benaamingen, welke de oude vlafcjj?
Autheuren aan deeze wonderbaare Steenfoort
gegeven hebben, zyn elders voorgedragen en
verklaard (»), Hedendaags noemt menze gemeen*
(Y) Amianthus Fibrofus, Fibris feparabilibus, flexi-
libus, tenacibus. Syft. Nat. XII. Tom. 111. Gen. j, Sp,
2. Amianthus mollior, Fibris parallels &c. W all. Syft.
Min. I, p. 408. Asbestus Fibris conftans parallelis. CnONsy,
Min. 105.
("n ) Lederm. Mifoosk. Vermaaklifhhedtn. i y . D,
bladz. 2j.
L 2
HI. Deel. III. Stuk.