AïOTEt. rteenen » dat het eeD Robyn geweest zy. De
Hooio- Grieken n°emden hem Sardion, de Romeinen
stuk. Sarda , volgens P l i n i u s . Men gebruikte
Kornatyn.YiQm veel tot Signetten,* gelyk nog heden
wel gefchiedt; maar bovendien tot verfcheido
Snuifteryën.' Inzonderheid plagt het Vrouwvolk
Halskettingen daar van te draagen , in
ons Land.Door het polyften, immers, neemt
hy een fchoonen Glans aan. Somtyds worden
ook wel Tekeningen van andere Kleur
daar in gebragt: het welk door bytende Middelen,
of door opvulling van de daar in gegraveerde
trekken , gefchiedt. Hier toe dient
de donkerroode eenkleurige Kornalyn het
beste: want, behalve vèrfcheide trappen van
Rood, komt hy ook Geel voör en tVit, welke
laatfte door zekere Vettigheid o f zagtheid
op ’t gevoel, en door zynë eenkleurigheid,
yan de Onyx te onderfcheiden is. De Witte
Orientaalfche Kornalyn is wel de zeldzaamfte
en in de meefte achting. De Scharlakenroo-
de, evenwel, overtreft dezelve in fchoonheid.
Voorts vindt men een bonte en gevlakten,
met Stippen van verfchillende Koleüren, maar
deeze fchynen tot den hier voor befchreeven
Stevens - Steen, betrekkelyk te zyn.
II. Rotsachtige Keyfteenen.
Dus onderfcheidt L i n n /eus de volgende,
of.
of, om dat zy op zig zelf Rotfen u itte lt afdeel.
ken, of om dat zy Laagswyze en op andere jjJ^ J
manieren gevoegd zyn in Rotfen en Geberg-st* k,
ten. Dit heeft 'ten minfte in een voornaam
gedeelte derzelven plaats: maar fommigen
komen ook op het Aardryk verfpreid vo o r ,
in de gedaante van Keyfteenen.
( ij ) Keyfteen , die Rotsachtig is , met eene XI.^
rosje knobbelige Bast, meer of min door- Achates.
Jfc ny ynena7e•
Het laatfte, heeft vooral in deeze plaats, die
men gemeenlyk Acha&ten noemt,in ’t Franfch
Agathes , in ’t Hoogduitfch Achate. Evenwel
, fchoon zy dikwils Keyfteenig voorkom
e n , vindt men dezelven doorgaans in Rotfen.
zittende , die men door kragt van Buskruid
doet fpringen ; gelyk dit by Oberftein
ge fchiedt . Elders vallen zy by enkelde Stukken,
in Kley, Zand of andere Aarde, Schyf-
Èrok-, Nieren- of Nestwyze. Zelden maar
ken zy Laagen, Aders of Gangen in ’t Geberg
( i i ) Silex Rupeftris, Cortice rnfo Nodulofo, fubdia-
fhahus. Sijft. Nah XII. Sp. io. Corneus Lapis dia-
phanus variegatus, Wolt. Mm. 14. Achates fere peilu-
cens , diverfis Coloribus errtiuentioribus nitens. Wall.
Syft. Min. I. p. 297. Sp, 13;. Achates. C r o n s t . Min.
§. 61. Cepites. Rumrh. Amb. Rar. p. 2SÓ. T. LVI. F.
A - F.
III. Deel. III. STOK,