356 K w a r t z i o e of
H. evenwel, heeft dit ten naaften by plaats, ge-
^ y jEI"lyk ik dus den top van een Kryftal-Tak van
Hoofd- Clausthall aan den Haarts heb, byna drie Dui-
KryftaZmeia over >t; kruis ^ik. ®y dë meeften zyn
twee tegenoverftaande Zyden veel breeder dan
de anderen. Dus bezit ik een Oostindifchen
Kryftal-Tak, by de vy f Duimen lang, egaal
van dikte,, twee breede Zyden hebbende van
byna anderhalf Duim, twee fmallere van drie
Kwartier Duims, en twee allerfmalfte van omtrent
een half Duim breedte. Aan de Punt is
de ééne breede Zyde maar fchuins afgefnee-
den , als ook de eene finalle Zyde, terwyl
de anderen regt uitloopen, zynde de allerfmalfle
flegts een weinig geknot: zo dat dit
Xryftal op zyn hoogfte maar tienzydig is,
of liever agtzydig. Hier uit blykt de wan-
ftaltigheid fommiger Kryftallen: want ik het
ook Van Ambon heb, dat taamelyk regel-
maatig is. De Switzerfche vallen ook vee-
lerley , doch byna altoos zeszydig. Ik heb
een Kryftaltak van Hirfchberg in Silezie, volmaakt
helder , /die nog onregelmaatiger van
geftalte is. De eene breede Zyde is drie Kwartier
, de andere maar een half Duim breed,* de
fmallere, van anderhalf Kwartier, leggen nevens
de laatfte,en de twee allerfmalften, geen
half Kwartier breed , nevens de breedfte Zyde
, wederzyds. De Punt is zeer fcheef af-
gefneeden; gelyk in Fig. 7 , Plaat XXXII,
zozodanig
een Kryftal, van onderen zeer net
pieramidaal gefatfoeneerd , is afgebeeld. Hoorn-
Dit Kryftal nadert aan de genen, die men stuk.
jFigvormig noemt, om dat zy allengs verdun- Wigvor-
nen naar de Punt,in welke de'Zyden fomtyds mlse,euZi
zodanig uitloopen , dat de gantfche Tak nagenoeg
een Pieramiede is. Deeze VVigvor-
rnige zyn in *t Wallizerlarid , in Savoije, in
Engeland en Saxen, niet ongemeen. Zo ko-
men zy ook Gefteeld en als Kwdsachtigvoor,
bySchemnits in Hongarie en elders, zyndege-
meenlyk zeer helder , maar klein (V)* Som-
tyds is die Steel gantfch Knobbelig of Knoo-
pig. Andere vallen Buikige dat is in t midden
dikker, gelyk. een Kryftal-Tak van Pa- \
lambang op Sumatra , welke ik in ’ t jaar 1778
van Batavia ontvangen heb. Deeze is even zo
ongelykzydig als- de befchreevene uit Silezie;
maar niet zo fcheef gepunt. Ook is dit Kryftal
geheel troebel en byna ondoorfchynende,
als met een Kalkachtig Meel bedaauwd Men
vindt ’er ook met drie breederé en drie fmallere
Zyden. Men vindt ’er met een Punt,
waar van cfë Vlakten geen Driehoeken, maar
Vyfhoeken, en met een Kantzuil, wier Vlakten
( j ) Dat Knodsachtige Kryftal- met een ronden Steel,
waar van Doftor Scopoli in zyne 'Cryftallographia Hun-
garica,x>. 109 , gewaagt, is ongemeen zeldzaam. Bruckm.
Beijtrage. y u .
III. Dehi.; III. Stuk. Z 3