11. Ruuwe Granaaten voor, die uit Korrelige deel-
m r famengefteld zyn ( / ) . Dit is eigentlyk
ff a°°eD' een Gefteente, dat men Granahtberg of Gra-
Granaat.naatfteen noefn^»in Sweeden bruinrood, geel.
achtig w it , bleek rood, bleek bruin, geelbruin^
geelgroen of zwartachtig bruin vallende
, zo de Heer W a l l e r iu s aantekent.
De twee laatfte Vërfcheidenheden, daar van,
zyn door de Sweedfche Heeren Brandt en
R in m a n n befchreeven (u). Zy bevatten ,
behalven Yzer,ook Tin, zegt zyn Ed. Méést
komen zy als een Vuist of Menfchen Hoofd ,
en fomtyds ook in de Aderen , by grooter
Klompen, voor , zynde als uit Granaaten fa-
mengegroeid of met dezelven befprengd ; ge»
lyk ik zodanïgen Granaatfteen heb, uit Op-
per-Ooftenryk afkomftig.
Onrype Omype Granaat noemt de Heer G m e l in
ten. dien , welken de Heer L i nm k u s hadt voorgefteld
onder den Raam van MergelachtigeCv). Het
was een Steen , uit Lapland afkomftig, welken
zyn Ed. in ’ t Akademie-Kabinet te"Upfal
vondt, van Granaatfiguur, doch uit verharde
Kley
O) Granatus figurä indeterminatä, particulis Granu-
latis. W all. Sijff. Min. I, p. 262. Quartzum Granati-
cum‘. Mus. R. Ad. Fr. Sp. 103.
(u} Stockh. Verh. Vi l . Band. p. 176, &c, volgens
W allerjus , maar ik vind het aldaar niet.
00 Borax Margodes. L inn. Suft, Nat. X ll. Tom.
t il. Gen. 15. Sp. 6«
Kley beftaande , Afchgraauw , ondoorzigtig.
Hier toe betrekt de eerstgemelde ook derge-
lyken, by Zoplits in Saxen, en aan den Ve-
fuvius in Italië voorkomende, ziende meeften-
deels groenachtig graauw. Zyn Ed. acht het
zeer waarfchynlyk, dat dezelven met dzSchirl-
Granaaten overeenkomen zouden (w).
Vandeeze laatften fprak ik , hier voor, om-
Handig*; waar uit blykt,dat onder dezelven
vallen, die zodanig verweerd zyn , dat menze
met de Vingers tot Meel kan vvryven. Dit
toont dan eenige overeenkomst aan. Onder de
Glimmers fprak ik van de Goud- Granaaten,
dat Schirlkorrels zyn, zo men wil, met Talk-
blaadjes overgroeid. Men noemt dezelven
Boheemfche, hoewel zy ook in Silezie vallen.
Misfchien behooren insgelyks daar to e , de
Goud - Granaaten van FichtelberginBareuther-
Land, blykbaarlyk met Zilver- en Goudglim-
mer overtopgen. Voorts zal daar toe een
groote myner Verzameling , waar van ik de
afkomst niet w e e t, te betrekken zyn. Dezelve
is Half Rlootrond ruuw en geelachtig bruin
van Oppervlakte, met veele Granaatjes als
bezaaid; van boven vlak en heeft aldaar
Schirlachtige Plaatjes, die verfcheide koerfen
heen geftreept zyn , leggende ook niet in gelyke
0 0 Gmïlxn Natur- Sijftm. II. p. 154.
UI. Dïe l . III. Stuk.
11.
Afdeelï
V II .
Hoofdstuk.
Grandau
Schirl»
Granaaten.
* Bladz,
387.