üpdeki. Wer<^t » is zo blykbaar niet, als van den laatst-
Vit. gemelden, van zyne Kleur, naar die van het
Firmament gelykende, afkomftig. De Ouden
Sa fier. evenwel, hebben, onder die benaamingen,
zo ’t fchynt, den Lazuurfteen begreepen (s)*
Hy komt op de zelfde plaatfen als de Roby-
nen v o o r , zo wel in Brafil als in Oostindie,
byzonderlyk op Ceylon ; gelyk wy hier voor
zagen ,en van waar i k , onder de gedagteStee*
nen ook een brokje , zo runw als gefleepen ,
bekomen heb. Voorts valt hy in Pegu, Ca-
hout en Cananor, en op andere plaatfen in
Indie. In ons Europa , zelfs, komen iri Saxen
, Bohemen , Silezie, als cok in den Elfaz
en in de Franfche Provincie Auvergne, blaart-
we Steentjes voor, die men Safieren noemt,
maar welke niet dan B e r g -Kryftallen of brokjes
Kwarts zyn. Men vindtze dikwils los ,
doch ook in Aarde of in Steenen vastge*
groeid.
Eigen- In Glans en in de figuur der Kryftallen
fehappen, ^omt <je Safier nagenoeg ’ met de Robynen
en den Diamant overeen ; maar in hardheid
wykt hy voor beiden en geeft ook geen bruin
maar een witachtig Poeijer. In ’ t Vuur geeft
hy een blaauwen weerfchyn, zo lan g , tot dat
hy zyne Kleur verlooren hebbe. Dan wordt
hy w it , en dus hebben fommigen hem voor
een
(ƒ) Quam Gemmam Plinius Sapphirttm vocat, Cya*
PUS eft» feu Lapis Lazuli. Boot. •Lapid.Lib. 11. Cap- 4a.
een Diamant uitgevent: welk bedrog,echter, A^ gL.
aan de minder hardheid wel te ontdekken Vlï.
is. Met Borax of ander byzetzel gefmolten
geeft hy een helder ongekleurd Glas. Safier.
Na den Diamant en Robyn is de Safier de
hardfte onder alle Steenen. Men kan daar mede
niet alleen Glas, maar ook alle overigen ,
zelfs' met de hardfte foorten van Safier eeni-
ge weekere Robynfoorten kratzen. Terwyl
hy zyne Kleur in het Vuur geheel verliest, zo
is ’t niet te denken, dat dezelve van Vuurbe-
ftendige Metallyne Koperdeeltjes ontftaa, gelyk
het gemeene denkbeeld is (O* Evenwel
zou men kunnen vermoeden ,. o f de Koperdeeltjes
ook,door een vluggen Geest ontbonden,
zig daar in bevonden , gelyk men z iet,
dat die van lArmoniakzout een hemelfchblaau-
we Kleur uit het Koper trekt. Dus zou
men het kunnen afleiden van een. vluggen Mi-
raalen Damp , waar door de Kwarts dikwils
gekleurd wordt Qu). Want aan eene Zwavelachtige
of brandbaare Stofte die Kleur met
den Fleer G m e l in (v) toe te fchryven, is
wat
(t) De Heer HifcL acht zulks , in zyn Brief aan den
Hefer Parsons , waar in hy van dé Kleur der Safieren
en Turkoizen handelt, onwederfpreekelyk te zyn. Bruck-
iviann von Edelfteine. p. 98*
q .\ A vapore Minerali tingente, nunquam non vo-
ïatili- W a l l . Syft. Min. 1. p. 257.
(v) Natur - Syftem. 11. p. 293.
G g 4