3« Nieuwere , of Zandbergen van laater tyd,
wier Oirfprong men van een losfer famen-
hang der Korreltjes kan afleiden, en hier toe
zal, denk ik , waarfchynlyk, de St. Pieters-
Berg, by Maastricht, behooren. Ook is het
blykhaar, dat zodanigen allengs ontbindbaar
zyn door de Lugt, door Regenwater, of door
Overftrpomingen; ’t welk dan gelegenheid kan
geeven tot inltortingen of afmortelingen van
Bergen , daar men nu en dan, in de tegenwoordige
tyd, nog voorbeelden van verneemt.
S a x u m. Rotsfteen.
D e Rotsfceenen, in ’t Franfch Roches of
Pierres de Roche , in ’t Engelfch JQ uarry-Sto-
nes, in ’t Hoogduitfch Fehfteine of W acken, in
*t Sweedfch H a e l-a rte r genaamd, zyn door
L i n n /bus op ’t end van de Afdeeling der
Steenen gefchikt, gelyk zy zig hier bevinden.
Derzelver kennis is in de Bergwerks-
kunde van veel belang, dewyl zy den grondslag
der oudftè Bergen üitmaakeh, en als de
Grondvesten daar van zyn j bedekt met Ley
en Kalkfteen Zy loopen 'er gemeenlyk A-
derswyze, zelden Laagswyze, doorheen/1 De
genen, die; als voorheen gemeld is, uit enkel
famengehechte Korrels, van verfchillenden aart,
beftaan, zyn veelal bevrugt met Metaalen ,
doch
R o t s s T E E N E N.’ 557
doch men vindt ’er zo min Verfteende Zaaken ArJ]B'KU
in, als in de Jatnengelymde Rotsfteenen , die vm ^
dikwils op zig zelf Heuvels en Bergen ol Rot-ST0IU
fen maaken , en ook by Schuifftukken voorkomen,
welken men Gefchiebe noemt. Deeze
fchynen van laater oirfprong tezyn:men vindt-
ze in de diepte zelden: terwyl de famengehechte
Rotsfteenen veelal blyken draagen van een
veel hoogeren Ouderdom.
Zo ’er iets moeielyk te verklaaren is , moet De Oitv
men daar voor houden den Oirfprong d e e z e r^ ^ .
Steenen. Alle die Stoffen, Kwarts, Veldfpaath,
Glimmer, en anderen, reeds befchreeven, waar
uit zy famengefteld z yn , komen anders biet
by zulke kleine brokjes voor, en, fchoon het
niet onmooglyk fchynt, dat z y zodanig gegroeid
zyn, is het onbegrypelyk, hoe zy dus
door malkander hebben kunnen ontftaan. Want
niet alleen hebben zy geheel verfchillende Kalk-
aartige, Kleijige en andere Grondftoffen, maar
moeten gevormd zyn uit een Vogt, dat deeze
Stoffen ontbonden hadt. Dus is het Natuurkundig
onmooglyk, dat zy onder malkander
kunnen gegroeid z yn , en , zo zy eltc op zig
zelve zyn geboren , hoe komen zy dan zo
egaal onder elkander gemengd? Dit zou men
nog eenigszins kunnen begrypen , indien zy
eerst tot harde Korrels gevormd waren; maar
week zynde, gelyk men onderftelt, en bykans
onderftellen moet, dat zy in de enkel famenge